Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kruidnagels

Een honderd meter verwijderd van ons huis, aan de overkant van de straat, woonde meester Bokelmann. Hij was een vrij lange magere man en verder was er niet veel spannends aan hem op te merken behalve dat hij af en toe wat krom liep door een sluimerende hernia.
Hij had een hoogblonde vrouw, die om onverklaarbare redenen, nogal op mij gesteld was. Het feit dat ze zelf geen kinderen hadden zal hierin een belangrijke rol hebben gespeeld. Haar kritisch vermogen om kinderen op hun echte waarde te beoordelen werd waarschijnlijk sterk gemankeerd door een roze bril van onvervuld verlangen. Het feit dat ik me als een kameleon kon gedragen, al naar gelang de situatie dat verlangde, zal er ook toe hebben bijgedragen. ‘Wat een aardig joch is dat toch’ hoorde ik haar eens tegen haar man zeggen niet wetende dat ik me binnen gehoorsafstand bevond. Bokelmann deed er behoedzaam het zwijgen toe waarbij een sombere berusting van zijn gezicht was af te lezen.

Zwijgen deed ie echter niet altijd. Eens had hij het plan opgevat om met moderne opname apparatuur een lesgedeelte vast te leggen op de band. Uiteraard was dat een spannende aangelegenheid. Je eigen stem terug horen was een mooie maar vreemde gewaarwording. We verplaatsten ons naar een lokaal achter de Gereformeerde Kerk, die naast de ULO stond, zodat we geen last zouden hebben van storende geluiden uit aangrenzende lokalen. Het thema was Indië en ik had de eer ook op één van z’n vragen, die we natuurlijk al vele malen hadden geoefend zonder iets op te nemen, te mogen antwoorden. De vraag luidde: ‘Welk kruid wordt er veel geoogst op de Molukken?’ Het antwoord diende te zijn: ‘Dat zijn kruidnagelen meester’. ‘Ben je er klaar voor’ zei de meester, ik antwoordde ‘ja meester’. ‘Dan druk ik NU de knop in’. Na een seconde stilte vroeg de meester: ’Welk kruid wordt er veel geoogst op de Molukken?’.
Ik wist dat ik voor de vraag te beantwoorden niet lichtelijk m’n keel mocht schrapen, hetgeen een ingesleten gewoonte was, door zo de opname te verknallen. Storend keelgeschraap hoorde er niet bij. Maar wonder boven wonder ging dat goed. Na weer een seconde zei ik ‘dat zijn kruidnagels, meester’. Er verscheen een pijnlijke grimas op het gezicht van de meester en de pauzeknop werd snel ingedrukt. ‘KRUIDNAGELS?’ riep hij ‘KRUIDNAGELS?’, hoe vaak hebben we het nou geoefend: het zijn ‘KRUIDNAGELEN!’.
Ik vond dat persoonlijk niet een echt storende fout maar meester Bokelmann, die ik stiekem verdacht van licht autistische trekjes, dacht daar anders over. Het moest perfect zijn. Ik heb het later nog eens opgezocht en ben er nog niet uit wat nu precies de goede spelling is. Het werd mij gegund het nog eens over te mogen doen en ja hoor de ‘kruidnagelen’ kwamen toen feilloos m’n mond uit rollen. De meester stak daarna snel een sigaret op - rokende meesters voor de klas was nog geen probleem - om de spanning waarvan zijn hele lichaam doortrokken was een uitweg te bieden. ‘Goed zo, die staat er op’ zei het met een bevrijdende naar zichzelf gerichte glimlach.
Na de vragen moest er ook nog een lied worden gezongen om de opname van een mooie afsluiting te voorzien. Het lied ging heel goed. Nadat het laatste woord was weggeëbd hield de meester zijn vinger boven de pauzeknop en wachtte nog een seconde. Een kwart seconde had nog gekund denk ik maar een hele seconde was duidelijk te lang. Een onnadenkende onverlaat begon direct na het einde van het lied storend te kuchen. Ik meen me te herinneren dat het Hennie T. was, maar daar ben ik niet zeker van. Je zag de meester, de knop indrukkend, inwendig vloeken want uitwendig mocht nog niet op een christelijke ULO. ‘Nog een keer’ riep hij ‘en wee je gebeente wie er na het lied nog een geluid maakt’. Deze keer ging het gelukkig goed. Het was de eerste keer dat mijn stem ‘vereeuwigd’ werd.

Ook hem kwam ik 25 jaar later tegen op een reünie. Ik vroeg hem hoe het met z’n rug ging en zag dat hij in de verste verte niet wist wie er voor hem stond. ‘We woonden ook in de Oranjelaan’, probeerde ik nog maar het mocht niet baten. Zijn nog altijd blonde vrouw die schuin achter hem stond wierp mij echter een liefdevolle glimlach toe.

Uit: Jeugd in Zuidlaren

Schrijver: Nico Noorman, 7 april 2013


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.3 met 3 stemmen 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)