Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Onbewuste klachten

Het weer is zijn mooiste onderwerp. Het is een zaak waar Edgar niets aan kan doen, net als iedereen. Omdat hij niet zo vrolijk geaard is, is het weer hoofdonderwerp geworden waarover hij praat. Het enige dat nu nog opvalt, is de eenzijdigheid van zijn aandacht.

Soms bepalen de omstandigheden dat hij over andere dingen praat. Dan blijkt dat hij in een permanente depressie zit. Hij klaagt steen en been: in de politiek waait een stevige tegenwind, op het werk heerst een ijskoud klimaat en thuis raken de relaties in een onderkoeld stadium.
Als ik Edgar tegenkom, krijg ik een mistroostige stemming. Ik vind hem nog zieliger dan mijn collega, die dagelijks aan de dialyse moet. Die lacht tenminste. Hij zit vast in zijn depressie, als een hert in de val. Eigenlijk is hij zijn vrijheid kwijt, maar door de vrijheid te claimen om te kunnen klagen, voelt hij zich vrij. Ik vermoed dat velen een uiting van vrijheid zoeken om te camoufleren dat ze niet vrij zijn. Klagen wordt niet veroorzaakt door uiterlijke omstandigheden, maar door gebrek in de psyche.
Als ik iemand zie, die anderen bekritiseert, vraag ik mij af of hij wel eens nadenkt over wat mensen kunnen, in hoeverre ze beperkt worden door remmingen, depressies of ellende. Psychologische klachten, deze formulering klinkt zwaar, beperken mensen meer in hun bewegingsvrijheid dan een geamputeerd been. Tegen mij wordt gezegd dat dit mijn beperking is, dat ik bij deze vragen stil sta.

Men zegt mij soms dat mensen het zelf schuld zijn, hoe ze worden. Soms ben ik geneigd daarin mee te gaan, maar even vaak kan het er bij mij niet in dat iemand het zover heeft laten komen. Vooral als degene niet door heeft hoe erg hij eraan toe is. Maar dat is mijn beeld, dat is ook zo. Als ik hem zou polsen over wat er scheelt, zal hij vragen waar ik het over heb. Is iemand die niets door heeft van zijn malaise er erg aan toe? Het antwoord heeft te maken met het perspectief, waaruit je het bekijkt: hij is zich niet bewust van zijn situatie, dus verkeert hij er vanuit zijn eigen perspectief niet in. Maar vanuit mijn perspectief is hij er erg aan toe. Beide perspectieven kloppen.
Daarom vraag ik mij af van welke malaise ik mij niet bewust ben. Uiteraard hoeft er geen te zijn, maar kan ik daar achter komen? Als ik eraan denk hoe vaak Edgar over het weer praat, probeer ik bij mij te herkennen of ik vluchtgedrag vertoon. Daar zou ik mijn beperking van moeten kunnen afleiden.

Ik probeer altijd beleefd te zijn, ik ben er trots op dat ik altijd beleefd ben. Ik heb dat altijd als een positieve eigenschap beschouwd. Onlangs was ik echter ongewoon direct tegen iemand, waar ik zelf van schrok. Ik zag mezelf staan terwijl ik mijn uitlating deed. Toen ik wegliep, voelde ik mij teleurgesteld, omdat ik uit mijn rol was gevallen.
Door dit voorval ben ik gaan denken over rollen die gespeeld worden. Misschien speelt bijna iedereen een rol om te voorkomen in alle naaktheid zich zelf te zijn. Hoewel het eenvoudig te beredeneren is dat het moeilijk te zien is of iemand een rol speelt of zichzelf is, ben ik bang dat niet velen werkelijk de vrijheid bezitten om zich zelf te zijn. Misschien vervalt men graag in een gewoontepatroon, die ergens wordt verlangd, zoals op het werk, of die goed uitkomt, zoals in relaties, om de ingewikkelde confrontaties van zich zelf met een ander uit de weg te gaan. Soms is er zelfs een mooi excuus om dit ontwijkpatroon goed te praten, zoals dat het voor de ander de situatie eenvoudiger maakt.

Als ik Edgar tegenwoordig tegen het lijf loop, begin ik te praten voordat hij over het weer kan beginnen. Zijn weersverwachting confronteert mij met mijn beleefdheid, met mijn rol, met mij zelf. Maar, of ik nu beleefd doe of zijn behoefte over het weer te praten in de kiem smoor, het gevoel dat ik ergens voor vlucht laat mij niet los.
Hierbij zou ik het kunnen laten. Het lukt mij echter niet meer comfortabel in mijn gewoonten te vertoeven. Doordat ik uit mijn rol viel is de val van de gewoonten geopend en kan ik vrij bewegen. Zou het kunnen dat ik mij zo opgelaten voel, omdat ik nu de problemen ervaar die door mijn gewoonte verhuld werden? Moet ik hopen op een nieuwe sleur, om behaaglijk achterover te kunnen leunen? De tijd heelt immers alle wonden, grote en kleine smarten. Ik zou ook kunnen bedenken dat ik mij geen zorgen moet maken om onbewuste klachten.

De wereld van Einstein maakte zich niet druk om zure regen. Nog tijdens zijn leven werd in Zweden voor de eerste keer zure regen vastgesteld. Nu is het een term die in de theorie is verdwenen en waar weinigen vanaf weten. Maar niet elk probleem is mogelijk zo snel beheersbaar.
Klachten zijn beheersbaar, als ze bewust en concreet zijn, dat besef ik nu. Het probleem van zure regen kon worden opgelost, omdat het probleem kon worden onderkend. Als ik problemen maak van nog niet concreet geworden mogelijkheden, bewijs ik mij geen dienst. Als ik mij bewust ben van mogelijkheden, kan ik beter investeren in een leefwijze die deze mogelijkheden onwaarschijnlijk maken. Gewoonten dragen bij tot het ontstaan van onverwachte problemen. Gewoonten demonstreren waar onbewustheid begint. Maar mogelijkheden zijn nog geen problemen, hoewel vaak te zien is dat welen zich laten leiden door vrees.
Misschien moet ik Edgar eens vragen waar zijn interesse voor het weer vandaan komt.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 27 september 2013


Geplaatst in de categorie: psychologie

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 114



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)