Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Cilacap en de U.F.O.

Op een heldere avond lig ik tegen de schuine dakpannen van het bijna afgekoelde dak te wachten totdat zij de was op komt hangen. Via een ijzeren trap in de keuken kon ik naar boven klauteren alwaar de kamertjes bevonden van onze bedienden en die van de buren. Zij heette Tini en leek veel op Pocahontas maar dan in het echt. Hetzelfde haar, gezicht en lichaam wat je normaal alleen kunt tekenen zo mooi en dezelfde gratie als die van een kat zo galant.
Ik zit naar de prachtig heldere sterrenhemel te staren wat op zich al vreemd was daar hier een immense smogprobleem heerst doch nu was de lucht kraakhelder. Af en toe schiet een vallende ster voorbij en dooft uit in het niets. Nu moet u weten dat wij in Oost Jakarta woonden en dat een stuk hoger gelegen is dan de andere windstreken dus ik kon goed niet alleen de hemel overzien maar ook de onmetelijk grote stad zelf. Misschien is dat ook de reden dat ik geen last van de smog had.
Als mij opvalt dat alle sterren geel zijn maar dat er eentje afwijkt en zilver schittert als zijnde de zilveren kleur van de Bengaals vuren lucifers uit mijn jeugd. Hij stond precies boven het westen van de stad en op het moment dat ik mij de afwijkende kleur realiseert en deze dus in de gaten houdt, schiet de 'ster' als een wesp zo snel omhoog om op een punt abrupt doodstil te blijven staan. Een satelliet kon het niet zijn daar ging hij veel te snel voor. Dan vanuit stilstand schiet hij richting Zuid Jakarta om daar weer abrupt tot stilstand te komen. U moet weten dat Jakarta 625 vierkante kilometer groot is en omdat in een tiende van een seconde te overbruggen dat stonk naar iets buitenaards. Zowaar ik hier zit, dit is echt gebeurt. De zilveren 'ster' schiet wederom omhoog om op weer op dat inmiddels voor mij centrale punt te blijven hangen. Nu is Noord Jakarta aan de beurt dacht ik en ja hoor weer schiet hij als een wesp zo snel naar beneden om daar een seconde of vijf te blijven hangen en Noord kort maar zeker te observeren. Weer schiet hij omhoog.
Ik begin hem te knijpen want ik was overtuigd dat hij nu mijn kant op zou komen. Ik had hier met iets te maken wat duidelijk een U.F.O. en Jakarta en waarschijnlijk zijn inwoners aan het bestuderen was. En daar zat ik dan met mijn bleke muil op het dak op het hoogste punt in Oost. Ik wist zeker dat ik op zou vallen tussen die vijftig miljoen donkere mensen en ik voelde dat ook daadwerkelijk zo aan. Ze moesten mij hebben! Ze hadden mij natuurlijk al lang gezien en wilden mij van dichterbij bekijken en wie weet hoe dichtbij? Althans ik dacht dat zeker te weten en zat als bevroren stokstijf en kon mij niet meer bewegen van angst. Ik kan mij niet herinneren ooit zo bang geweest te zijn en als het ding inderdaad 'vliegensvlug' op mij af komt, duik ik niet afwachtend als van een duikplank gelijk met de armen naar voren gespietst zo het dakluik in drie meter naar beneden en klapt zo met mijn smoelwerk op een wadjan, zo'n hele grote wokpan wat het geluid maakt van een geterroriseerd drumstel met name de bekkens en de rest van mijn lichaam volgt met het geluid van een haast natte klets op de witte marmeren plavuizen. Door de adrenaline van de schrik voel ik haast geen pijn en ren ik met een scheve nek naar mijn vaders slaapkamer om hem het nieuws te vertellen. Bonkend op zijn gesloten deur vertel ik hem snel ratelend het verhaal. Ik kreeg totaal geen antwoord en nam aan of dat hij zwaar sliep of zich met andere 'belangrijkere' dingen bezig hield. Wat kon er nou belangrijker zijn? Niets! Jaloers op mijn 'close encounter of the third kind' dacht ik, daar hij zeer geïnteresseerd is in U.F.O.'s. In ieder geval ging ik vanavond absoluut het dak niet meer op. Hoe graag ik Tini ook wilde zien.
De volgende avond zit ik weer nu ietwat gespannen op het dak goed de hemel in de gaten te houden. Ik moest wel op dat dak zitten daar de buurman niet alleen arts was maar ook nog eens een Hadji, een soort van Islamitische corrupte dorpsverrader. Heel gereformeerd wat relaties betreft. Het liefst huwelijkte hij iedereen uit zonder dat ze elkaar ooit gezien te hebben en dat alles tegen een zo'n hoog mogelijke prijs. Dus was ik zo slim dat als hij lag te pitten, zijn bediende 's avonds zag op het dak om een beetje te praten en te zoenen. Een stiekeme heel onschuldige maar verliefde relatie hadden we en alleen haar jongere zusje die ook bij die arts werkte wist ervan en stond netjes op wacht tijdens onze bezigheden. Zenuwachtig dat we snel moesten zijn stond zij dan met haar armpjes te zwaaien van: “Opschieten, opschieten” daar zij haar moeilijk verkregen baantje vanuit de kampong niet kwijt wilde raken door haar verliefde zus. Mijn vader wist ervan en vond het goed zolang ik maar goed uitkeek want hij wilde geen gedonder met de buurman daar hij ook zelf in 'zonde' leefde, ongetrouwd met een vriendin dus en daar moest hij de corrupte Hadji al genoeg voor betalen vond hij.
De volgende dag krijg ik van Tini's jongere zus als haar baas 's middags een siësta houdt stiekem een briefje in mijn handen gedrukt. Het was een stukje gescheurd van blauwe envelop en met een rode pen beschreven. Het bleek Tini's adres; 'Karanganyar, Cilacap Prowokorto Jawa-Tengah, Rumah Martha Reja' (Midden Java-Het huis van Marta Reja).
"Ze is naar huis gestuurd Francis." Vervolgt zij. "En ze zou graag willen dat je naar haar toe komt."
Ik stop het briefje snel in mijn zak.
"Pa kijk nou, ze woont in Cilicap."

Schrijver: Franciscus Borst, 2 december 2013


Geplaatst in de categorie: reizen

4.3 met 7 stemmen 246



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
J.de Groot
Datum:
3 december 2013
''Ze is naar huis gestuurd'',
twee reizende sterren dus...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)