Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

WIJNVLEK (tweede deel)

"Ik ruik heerlijke geuren van de aarde. De fee heeft mij verteld dat ik zowel een kobold als een grondelf ben. Daarom zal ik me in die aarde ook best thuis voelen. Als het om mij heen maar donker blijft."
Rrroetssj, daar ging het door dat nauwe gangetje heen. Wijnvlek maaide met zijn armen en benen, ging zo tussen de aardkluiten vooruit.
"Ja, ik kan wel merken dat ik net zo goed een grondelf ben," dacht Wijnvlek heel tevreden over zichzelf. "In de aarde ben ik ook gelukkig. Ha, het ruikt steeds lekkerder. Die lucht komt van boven."
Wijnvlek wurmde zich naar die verlangde geur toe. Daar kwam hij boven de grond, tussen de bloemen, die zo verrukkelijk roken... Maar wel in de brandende zonneschijn!
"Ai, wat steekt dat felle licht mij!" schreeuwde Wijnvlek. "Daar kan ik beslist niet tegen! Ik moet altijd in het duister blijven."
Na enkele ogenblikken lag hij weer onder de wijnvaten, nog zwaar puffend van de schrik. Een paar dagen had hij nodig om te bekomen.
Toch waagde Wijnvlek zich tenslotte opnieuw door het gangetje van de ratten.
"Wat prettig om die kluiten weer om me heen te voelen. Ik kruip maar rustig voort. Maar wat is dat nu?! Het lijkt wel of ik ergens door word opgezogen!"
Vanzelf ging Wijnvlek omhoog. Daar stootte hij tegen een dikke, stevige boomwortel aan! Opeens werd hij zo klein als een stip. Zijn lichaampje drong in die wortel door. Misschien het werk van de eerder genoemde fee? Steeds verder omhoog ging dat stipje, eens een mannetje van wijn. Geurig hout schoof voorbij.
Wijnvlek kreeg weer zijn oude gestalte. Verbazend! Hij zat bovenop een grote druiventros. Ja, Wijnvlek bevond zich vlakbij de top van een wijnstok. Hij keek uit over de grote gaard van Jacob.
"Ik zit hier heerlijk, door frisse nacht omgeven!" juichte Wijnvlek. "Dit duister is vol sterrenpracht en groeikracht van druiven."
Zijn opgewekte stem lokte de luchtelfen aan, die weldra bij tientallen door de wijngaard zweefden, van boom tot boom vlogen.
Wijnvlek zelf kon als grondelf niet vliegen, bleef daarom op de druiventros zitten. Maar zijn armen gingen levendig op en neer. Zo gaf hij de maat aan voor de dansen, die de luchtelfen maakten. Zo sierlijk zweefden ze heen en weer, op en neer. Maar zodra in het Oosten een lichtstreep zichtbaar werd, liet de kabouter zich langs takken en stam naar beneden zakken, de aarde in, gauw weer naar de kelder toe.
De hele dag sliep hij heerlijk om 's avonds weer de wijngaard te bezoeken. Voortaan beleefde hij daar vele nachten vol vreugde met de luchtelfen. Zo ging het de hele zomer door.
Opnieuw kondigde de herfst zich aan. Miranda en Marjolein plukten duizenden druiven. Jacob en Jozef waren dagen lang aan het persen.
Het viertal beleefde daarna weer hun gezellige avonden in de kelder, met Wijnvlek erbij. De kabouter vertelde van zijn belevenissen.
De wijn die in volgende jaren verkocht werd, was heel geliefd. Want zijn druiven waren gevoed door de blijdschap van Wijnvlek en de elfen.
In de zomermaanden ontmoette de grondelf steeds zijn zwevende vriendjes. Daardoor glansden de druiven des te mooier, gaven wijn, die in schemerlicht heel uitnodigend fonkelde.
Elke winter vertelden de mensen en Wijnvlek elkaar verhalen in de kelder. Ook dit verhaal over Wijnvlek werd daarbij verteld en lange tijd daarna doorverteld. Tenslotte verscheen het gedrukt, zoals men het hier leest.

Schrijver: Han Messie, 26 december 2013


Geplaatst in de categorie: drank

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 77



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)