Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het ondergaan.

Boman beweert de Militaire Politieagenten met bibberende lippen dat hij last van suikerziekte heeft, vandaar de onder het matras gevonden insulinespuit. Waarop wij allen de binnenkant van ons armen moeten laten zien. Ik speel nog steeds alsof ik er helemaal niets van begrijp en protesteer dat ik alleen op visite ben om mijn verjaardag te vieren en naar mijn cadeautjes wijs als bewijs hiervoor.

Na ons lichamelijke onderzoek komt het er op neer dat wij allemaal wel héél erg last van suikerziekte hebben.
“Ja, zit in de familie,” probeert Boman nog heel dom met zijn handen alvast zijn kruis beschermend. We lachen als boeren met kiespijn en voelen de strop om onze nek al hangen. Dat verhaal gaat er natuurlijk niet in met mij als blonde Hollander ertussen.

Een van de MP's vindt tot overmaat van ramp ook nog een leeg pakje in het gat van de w.c. Ik voel de boze blikken van mijn teleurgestelde vrienden gewoon in mijn gezicht prikken al is het maar heel kort. Ze kunnen natuurlijk ook niet te lang naar me kijken anders verraden ze me. Ik schaam me rot want dat wegspoelen was mijn gefaalde klus geweest.
Godverdomme nog aan toe, gaat hij het nou nog proeven ook die smeris? Ja hoor, ik zie hem aan het papiertje likken wat hij net uit het rioolwater pakt.
"Paith," zegt hij (bitter). "Heroina!" roept hij verrukt.
"Van wie is dat papiertje?”

Ze slaan met het natte vodje papier in ons gezicht. Alsof dat pijn doet. Dan schreeuwen ze weer in stom Engels, dan weer proberen te slijmen in het Indonesisch en andersom. Het was mijn verjaardagscadeautje van de jongens geweest dat papiertje waar een grammetje in had gezeten maar iedereen zwijgt gelukkig. Er komt geen kik uit. Bij mij niet en bij mijn maten ook niet. Niets dan pijnkreten, gekerm, smeekbedes en gehuil en mijn onverstaanbare gevloek want hoe meer ik zeg hoe dieper hij prikt in mijn kin met die bajonet. Als het knulletje naast mij vraagt aan de mij mishandelende vent wat rustiger aan te doen wordt hij met een klap van een pistool bewusteloos geslagen en stort op het luchtbedje alsof hij er nooit was weggeweest.

De MP's beginnen nu met hun keiharde legerkistjes de schenen van mijn maten te bewerken. De schoppen laten ze bij mij gelukkig na een paar keer achterwege maar Yantho's en Davids benen worden letterlijk gevild, open geschopt tot op het bot waardoor ik in een grote plas bloed en etter sta die tussen de spleten van mijn tenen schijnt te rijzen totdat mijn hele voeten tot aan mijn enkels rood kleuren. Even doet het mij aan wijn maken denken. Een grote plas vormt zich nu op het zeil en we doen moeite om ons staande te houden en niet uit te glijden. In deze hitte stolt het snel tot een plakkerig en stinkend goedje waar ik een beetje misselijk van word. Bloed stinkt naar roest.
Door de woede echter heb ik voor misselijk zijn geen tijd maar elke beweging die ik hulpvol richting mijn maten of uitvallend naar de MP's maak, wordt met de bajonet in de kiem gesmoord. Mijn kin en handen zitten vol met messneden die nog altijd te zien zijn.

Boman wordt een beetje ontzien omdat zijn vader in het leger zit. Daar valt dus iets te halen (een afkoopsom). Zo is het dus ook met mij. Punt één: ik ben een toerist, nog uit Holland ook. Die kunnen ze niet zo maar even zonder schandaal vermoorden hoewel het is nog erg vroeg en omstanders zijn er nog niet.
Yanto en David met hun lederzaak en tattooshop zijn echter al veel langer een doorn in het oog van de lokale narcoticapolitie en recherche hier op Kuta Beach maar waren tot nu toe ongrijpbaar gebleken. Ze waren al weken aan het posten, dat wisten we. Zij twee kregen het hardst te verduren, dat was duidelijk. De 'zombiekoning' ligt nog steeds knock-out half over het luchtbedje.

Nadat hun onderbenen door de oneindige schoppen ontveld zijn en witgrijs scheenbeen er voor in de plaats is gekomen waarvan repen vlees afgescheurd en afgeschopt zijn en die dus niet langer hun gewicht kunnen dragen, liggen zij nu naast me te creperen in hun eigen bloed. Bijna zwemmend op het zeil. Wanhopig proberen zij op te staan, tevergeefs. Hun gezicht beschermen ze nu met hun armen tegen de aankomende non-stop schoppen waardoor de trappen op borstkas en in buik landen. Schreeuwen van pijn worden gesmoord door nog meer schoppen. Schedels, kaken en tanden kraken. De MP's als beesten hard lachend en 'genietend' in hun sadisme af en toe zelfs giechelend als kleine meisjes en hun kwijl terug slurpend en inslikkend. Aan deze waanzin maakt alleen de mens zich schuldig.

Met een laatste poging proberen de jongens zich nog op te richten waarbij ik er een van hun met twee vrije vingers stiekem probeer omhoog te trekken al dringt het mes dieper in mijn keel. Het lukt niet en niet veel later wordt door een nagevolgd 'hulpgroepje van de medische dienst' eerst Yantho en daarna David bewegingloos op een soort brancard gesmeten, gemaakt van twee bamboepalen met een jutezak ertussen en ingeladen, eigenlijk meer gegooid achter in de Jeep. De 'zombiekoning' wordt met mijn luchtbed en al op de andere bewegingloze lichamen gegooid.

Ik zie het aan vol ongeloof en voel geen pijn meer maar maak het allemaal mee als in een dronken droom. Dit ken toch niet waar zijn?
Door de verwarring ga ik weer haast van mijn stokje. De jeep rijdt weg, de buitendeur sluit zich en het felle zonlicht verdween weer even om plaats te maken voor het lugubere licht dat door de gele gordijntjes naar binnen valt dat het bloed eerst oranje, daarna geronnen lichtbruin doet kleuren. Ik heb moeite om te blijven staan in het glibberige moesje van etter en bloed en de duizelingen die mij parten spelen.

"Zo, en nu jullie twee!"

Schrijver: Franciscus Borst, 22 januari 2014


Geplaatst in de categorie: vriendschap

4.8 met 5 stemmen 706



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)