Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Groen Lokje van het Haar

Groenkapje


Er was eens een ver land liggend achter zeven sloten waar het altijd regende waar een meisje woonde dat Groenlokje van het Haar heette.
Ze droeg altijd een groene das om haar hoofd en daarom werd ze in de volksmond Groenkapje genoemd.
Groenkapje werd ze genoemd vanwege haar groene kapje op haar hoofd en omdat ze dol was op kapjes brood.
Op een dag zei haar moeder tegen haar: ‘’Oh Groenkapje kleed je netjes aan en vergeet niet de groene das om je hoofd te doen.’’
‘’Ik stuur je naar de kerk om te bidden voor de zeven doden en voor de zeven ongelukkige pastoors!’’
‘’Pluk geen bloemen mijn lievelingshart want in het bos zijn de wilde dieren.’’
‘’Goed mama’’ zei Groenkapje.’’Ik zal naar de kerk gaan waar ik thuishoor. En ik zal bidden voor de zeven doden en de zeven ongelukkige pastoors.’’
Groenkapje verliet daarna al fluitend het ouderlijk huis en trok het bos in. Al spoedig naderde ze een open veld vol met bloemen.
Er groeiden Aronskelken, Maagdenpalmen en aan haar voeten wemelde het van de bosviooltjes. Groenkapje vergat meteen de goede raad van haar moeder en begon de bloemen te plukken.
Toen ze aan het plukken was verscheen er een konijn en die zei:’’ Pluk voor mij dat ene kleine bloemetje en dan wordt je mijn vriendinnetje!’’ Groenkapje plukte toen maar dat bloemetje want het konijntje was zo lief tegen haar. En daarop speelden het konijn en Groenkapje een vol uur onder de zon.

En toen ze uitgespeeld waren verscheen er een lieflijk klein hertje met zwarte oogjes als van onyx aan de voeten van Groenkapje.
En het hertje sprak:’’Pluk voor mij mooi Groenkapje een hele grote mooie bloem, er zijn er immers zovele van.
Aan een heb ik genoeg en als je haar voor mij plukt zal ik je vriendje worden!’’
Waarop Groenkapje antwoordde: voor jou Bambi pluk ik die graag!
En Groenkapje plukte zo een hoge bloem op hoge steel en schonk het aan het lieve hertje.
En meteen werden ze vrienden en ze huppelden en sprongen samen een heel uur lang door het bos.
Groenkapje kwam weer alleen te zitten in het open veld tussen bekoorlijke bloemen en niet lang erna verscheen er een wolf.
De wolf vroeg ook om een bloem maar Groenkapje weigerde dat.
,
‘’Moeder wil niet dat ik luister naar jou boze wolf ‘’zei Groenkapje tegen de wolf.
Waarop de wolf zei:’’Ik ben een arm en verzadigd dier en vraag je maar om het meest onaanzienlijke bloemetje wat er groeit.
Ik heb een oma en die is ziek en ik kan zelf geen bloemen plukken want mijn pootjes zijn aangebrand.
Schenk mij maar een paardenbloem!’’
Roodkapje kreeg medelijden en wist dat de wolf het goed bedoelde en ze plukte tussen de geheimzinnige Aronskelken een paardenbloem.
‘’Ach hoe schoon en van welke pure eenvoud is de paardenbloem Roodkapje’’ zei de wolf.
‘’Ik de goede wolf zal een vriendschap met je sluiten niet voor een heel uur zoals het konijn die meer in worteltjes gelooft dan in jou lieflijk meisje met je groene tulband om ,en niet zoals het hertje wiens leven zo vluchtig is als een pijl uit een boog geschoten...Roodkapje om mijn grote hart te voelen voor jou moet je eerst een dronk nemen uit de Aronskelk.
Roodkapje drink daar maar een beetje sap uit.’’
En na uit de weemoedige kelk gedronken te hebben raakte Groenkapje in trance.
‘’Kijk maar goed naar die bloem,en nog een maal’’ zei de wolf waarop hij onbedoeld even zijn tanden ontblootte naar Groenkapje.

De wolf zei daarop:’’Groen,groen kapje klim op mijn rug en ik zal mij begeven met jou naar het huisje van korstjes brood ,en krentjes en van heel veel centen.
En binnen een mum van tijd arriveerde de wolf bij het huisje van de korstjes brood en de krenten met heel veel centen. .En Groenkapje was dol op korstjes brood met krenten en kon ook goed gebruiken de vele centen.’’Vul je schortjes maar hoor met centen’’ zei de wolf.
En Groenkapje laadde haar schortjes vol met centen
Groenkapje zei tegen de wolf:’’ Wolfje lief, ik ben voor de nacht een dief, maar voor de dag ben ik Robin Hood en jij kunt wel mijn grootmoedertje zijn, maar ik moet je verlaten nu want ik moet mij haasten naar de kerk voor gebed en zang voor de zeven doden en voor de zeven ongelukkige pastoors!’’De wolf werd daarop zenuwachtig en gromde:’’ Nee Groenkapje,ik breng je nu zoals beloofd naar het huisje van de gebraden biggen aan biggelen.
‘’Oh maar dat is niet fraai’’ zei Groenkapje. ‘’Het huisje van de zeven biggen aan diggelen vind ik een beetje eng.’’
‘’Ach mijn groene Haarlokje’’ zei de wolf al veinzend zijn zogenaamde vriendschap,ik heb daar een stukje spek voor jou.Je bent immers mager en je kan wel een winterkorstje gebruiken’’. En Groenkapje klom weer op de rug van de wolf en in een mum van tijd kwamen ze bij de voordeurbel van het huisje van de zeven gebraden biggen.
De wolf belde aan en een kleine ekster met een heel groot oog en een klein oogje deed open.
In het huis hingen zeven klokken met daaronder hangend een geslacht big.
Groenkapje werd bang en probeerde te vluchten maar de wolf was sneller dan haar en slokte Groenkapje op.
Nu was er een uil in het bos die alle nieuws van de omtrek wist en hij verkondigde aan alle dieren dat Groenkapje was opgegeten door de wolf.
Het konijntje dat zoeven bevriend was geworden met Groenkapje herinnerde zich Groenkapje en spoedde haar meteen naar het huisje van de zeven gebraden biggen met in haar voorpootjes een bloem die Groenkapje voor haar had geplukt als teken van hun vriendschap.

Wordt vervolgd

Schrijver: cornil, 2 februari 2014


Geplaatst in de categorie: vriendschap

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 92



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)