Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Binkie heette het konijn

Toen ik nog een klein ventje was woonde mama en papa in een heel klein dorp in de kop van Noord-Holland. In onze straat woonde ook hoefsmid Klaas. Vaak ging ik kijken hoe hij het hoefijzer onder het been van een paard vast sloeg. Altijd was ik verbaasd hoe het paard zo stil bleef staan. Weglopen kon hij toch niet want Klaas had zijn been een flink eind opgetild om het ijzer vast te spijkeren. Ik wist ook, dat Klaas konijnen hield.

Menigmaal had ik aan papa gevraagd voor mij een konijn te kopen, maar hij zei altijd dat daar geen geld voor was. Papa werkte bij een herenboer en kreeg niet veel loon. Ook de boet waarin we woonden zag er armoedig uit. Gelukkig hadden we een grote moestuin, zodat we altijd verse groenten, fruit en aardappelen hadden. Papa kwam altijd tussen de middag thuis om warm te eten. Dan kwam op de tafel een grote pan dampende aardappelen en een schaal met sla of andijvie. Een lekker stukje vlees was voor ons niet weggelegd, alleen met de kerst bakte mama stukken konijn.

In de schoolvakantie hoorde ik weer het vertrouwde geluid van het ijzer smeden op het aambeeld. Ik had het plan opgevat hem te vragen of hij een konijntje voor me had. Ik zag hem bezig een hoefijzer bij een paard te slaan, en zei:
''Dag ome Klaas, heeft u misschien een jong konijn voor mij, ik zal hem goed verzorgen.''
In het dorp noemden alle kinderen hem oom en dat vond hij best.

''Weet je zeker, dat je een konijntje wil hebben en zal je er dan goed voor zorgen?'', zei hij.
''Ja natuurlijk oom Klaas, ik zal heel goed voor het lieve beestje zorgen.''
Mijn jongere broertje Gijs stond er ook bij en begon meteen te zeuren, dat hij ook een konijn wilde hebben.
''Als je wat ouder bent, zei oom Klaas.''

''Wat doet een konijn'', vroeg Gijsje. Ik zei:
''Jonkies krijgen, eten, slapen en spelen, en als hij jonkies krijgt, dan krijg jij er ook één.''
Dat vond hij geweldig.
''Komen jullie morgenmiddag, want dan zijn jullie toch vrij van school'', zei Klaas. Ik vertelde papa, dat ik morgen een konijn zou krijgen van de hoefsmid.

''Allemaal leuk en aardig, maar waar laten we het konijn. Dat beest moet in een hok en moet elke dag voer hebben. Waar haal ik zo gauw een hok vandaan'', zei hij.
Ik schrok van zijn reactie en dacht, straks gaat het niet door. Maar mijn vader was een aardige man en ging nog dezelfde avond hout van de zolder halen en een rol kippengaas en timmerde een mooi hok in elkaar.

Het hok kreeg een mooie plaats in de tuin achter het huis. De volgende dag ging ik met mijn broertje naar oom Klaas.
''Jullie zijn vroeg jongens, want eerst moet dit paard beslagen worden.''
Terwijl hij de hoeven van het paard besloeg, vroeg hij:
''Hebben jullie al een naam voor het konijn?''
Ik moest even nadenken, want daar had ik nog niet aan gedacht. Gijs kwam met de naam Binkie. Dat vond ik een mooie naam.
''Goed bedacht jochie'', zei ik nog tegen de kleine.

''Zorgen jullie wel goed voor hem'', en we kregen het konijn mee. Een mooi wit bruin beestje met een leuk snuitje, en nog erg jong. Toen we met het konijn naar huis wilden gaan, keek de hoefsmid tussen de benen van het paard naar ons, en riep:
''Goed voor hem zorgen, hoor.''
''Daar kunt U op rekenen, ome Klaas en nog heel hartelijk bedankt.

Mama vond Binkie een leuk beestje en aaide hem over zijn kopje. Ze zei:
''Jullie hebben nou wel een konijn, maar het beest moet goed verzorgd worden, op tijd eten, drinken en verschonen. We waren hartstikke blij met het beestje. Hij kreeg zijn nieuwe huisvesting met hooi en stro en had flink wat ruimte om heen en weer te springen. Het was leuk om te zien hoe zijn snuitje vlug heen en weer bewoog en dan die leuke spitse oortjes van hem.

Mijn vader was trots hoe hij zo gauw dat hok in elkaar had getimmerd. Onder het avondeten vroeg ik aan hem:
''Papa, wat eten konijnen eigenlijk?''
''Groenvoer en hooi'', zei hij.
''Ja, maar hij moet ook koolbladeren en wortel, want dan hoeft het konijn geen bril te dragen'', zei mama.

''Waarom geen bril?'', vroeg ik lachend.
''Wortels zijn goed voor de ogen'', zei ze dan.
Het had al een paar dagen geregend, en we hadden goed voor Binkie gezorgd, veel rupsklavertjes, maar die waren erg nat. Toen ik op een morgen bij het hok kwam, zag ik dat Binkie niet opstond. Hij bleef stil liggen en deed zijn oogjes niet open. Ik schrok geweldig en raakte in paniek. Ik ben toen gauw naar ome Klaas gerend en heb het hem verteld. Hij ging meteen met mij mee en bekeek het konijn.

''Hij is erg ziek, Kees. Hij heeft teveel natte rupsklavertjes gegeten en dat gaat gisten in zijn buikje. Wanneer het eten nat is, dan is het vergif voor hem. Doe maar droog hooi en stro in zijn hok, en leg hem maar erin en geef hem vandaag geen eten.''
De volgende morgen haalde ik Binkie uit het hok, maar er zat geen beweging in zijn lijfje en ze kopje hing naar beneden. Hij was dood. Gijs en ik hebben hem begraven achterin de tuin. De tranen biggelden over onze wangen.

Schrijver: kees niesse, 4 maart 2015


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.7 met 3 stemmen 179



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)