Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Feuilleton 32 Roddel en achterklap

Uit het moeizame leven van Otto Berendsen
(Een feuilleton vol gemengde gevoelens)

Otto Berendsen, docent Onduidelijke Vakken aan gefuseerde scholengemeenschap de Vallei (waar een skybox in de Arena voor dit jaar op het wensenlijstje stond), lag op de ochtend van Nieuwjaarsdag in zijn eigen bed en keek naar de slapende Wilma Beekman naast hem.

Nagestaard door de buren, die op straat hun laatste vuurwerk de lucht injoegen en elkaar met het glas in de hand een ‘grandioos jaar’ wensten, waren ze gisternacht snel naar binnen gerend.
Hoewel Otto hier en daar een vriendelijk knikje en een gemompeld ‘Lukkig Niejaar’ had rondgestrooid, waren de blikken van de omstanders bij het zien van Wilma, die in bontjas en nachtgewaad op haar zwarte hakken langs zwierde, vernietigend geweest.

Otto, had in de jaren dat ze in de Zeeliedenbuurt woonden ieder contact afgehouden. Kakkers vond hij het, die op zaterdag twee blonde labradors en de hockeysticks van hun gebroed in de achterklep van de Volvo mieterden. Ze beantwoordden aan alle clichés die hij als oud faculteitsbezetter en voormalig links activist hartgrondig verafschuwde.

Het was Janneke geweest die haar oog op dit huis in deze wijk had laten vallen omdat het de juiste ambiance zou zijn voor haar politieke ambities in het dorp. Wonen aan de goudkust, zoals het in de volksmond heette, was mede mogelijk gemaakt door haar ouders, de firma Nootenboom, notaris in ruste en zijn vrouw, de draak met zeven koppen, zoals Otto over haar placht te denken.
Hij had zich de vrijstaande luxe gemakzuchtig aan laten leunen, maar had nooit het gevoel gehad dat het zijn huis was. Met weemoed dacht hij nog regelmatig terug aan hun kamer en suite in het gekraakte herenhuis in de binnenstad. Daar was het een zoete inval geweest van bevriende actievoerders en huisgenoten. Totdat het pand ondanks hun verzet werd ontruimd en afgebroken.

Bij een laatste wijntje had Wilma bekend dat haar hoofd nu even niet meer stond naar wat ze daarnet nog… De hele toestand met Wouter was haar niet in de koude kleren gaan zitten. Ze zaten in de kille woonkamer. Weggekropen in haar tijgertje op de hoek van de bank had ze haar armen beschermend om zich heengeslagen. Otto had haar gerustgesteld, natuurlijk snapte hij dat. Ook hem was de lust vergaan. Niet dat hij Wilma niet … Nee dat begreep ze best, en hij was voor haar ook nog steeds … Ze zwegen, het was goed zo.
Maar samen een nachtje elk onder een eigen dekbed dat kon best, vonden ze. Otto had de gebloemde hoezen waar Janneke en Marieke ook nog onder gelegen hadden snel afgehaald en het bed opnieuw opgedekt met twee eenpersoonslakens.

Wilma sloeg haar ogen op en keek Otto met een lome glimlach aan. ‘Goeiemorgen’, zei ze en gaapte diep en ontspannen. Otto had een wonderlijk tevreden gevoel. De aanwezigheid van Wilma naast hem vond hij verrassend vanzelfsprekend, vertrouwd bijna. Als dit zo’n moment was waar je volgens Bas voor op moest passen, dan viel het alles mee.

‘Pa, heb jij … Jees wie is dat nou weer.’
Joris stond in de slaapkamer en wees op Wilma.
Otto ging rechtop zitten.
‘Dat Joris, is Wilma Beekman een vriendin van mij en wil je even opnieuw binnenkomen’, zei hij geïrriteerd.
Joris verdween en trok de deur achter zich dicht.
‘Mijn zoon’, zei Otto, ‘met de manieren van een holbewoner. Ik ga een ontbijtje maken, blijf jij maar even liggen.’

‘Wilma heeft thuis wat problemen en je doet normaal zolang je hier nog bent.’
Otto stond naast zijn zoon voor het aanrecht en vulde de waterkoker.
‘Dan is ze niet de enige’, zei Joris zachtjes in zichzelf.
‘Wat?’
‘Met problemen thuis.’
‘Ik kom je helpen.’ Wilma verscheen in de keuken en liep op Joris af.

‘Hallo ik ben Wilma, even kennis maken.’
‘Joris’, bromde Joris.
‘Hé hallo, mevrouw Berendsen, wat leuk dat ik u ook eens tegenkom.’
Eva was de trap af gestommeld en wrong zich langs Joris en Otto de keuken in.
‘Dat is mijn moeder niet', snauwde Joris.
Ergens in de kamer ging Otto’s Nokia af.
Eva keek verward en vragend van Joris naar Wilma en weer terug.
‘Bij de haard’, zei Joris

Janneke klonk boos en opgewonden.
‘Ja, met mij, ik ben net gebeld door de Van Bokkeringen.’
‘De wie?’
‘Thea en Joop, Otto, de bu-ren. Wat is er daar in huis aan de hand? Wat sleep jij allemaal midden in de nacht mee naar binnen? Ik weet dat je je tegenwoordig nergens meer wat van aantrekt, maar dit soort gossip in deze buurt kan ik echt niet hebben. Als jij denkt dat je de eerste de beste sloerie … ik ben hier ook nog eens wethouder, Otto!’ En ik verbied je om in mijn be..
Otto drukte met een beslist gebaar zijn telefoon uit.
Verkeerd verbonden, zei hij met een zelfvoldaan lachje tegen niemand in het bijzonder.

Schrijver: trawant, 8 juli 2015


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 4 stemmen 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)