Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De vele bootjes, ze blijven komen.

Vluchtelingen in nood.
We moeten omzien naar onze medemens in nood.
Het hart van de wereld is doorboord door het zwaard van het kwaad. Of is het kwaad een rode krab doorkliefd?
Ja een groot zwaard doorboort het hart van de wereld, velen zowel lieve mensen als kwade mensen willen naar Europa. Europa is de parel. Europa is het grote hoofd van de wereld. Ja het grote blauwe kroonjuweel der wereld. Niet het liefste maar wel het allermooiste deel van de wereld. Oh, Dadelboom is in de verre omgehakt.De vluchtelingziel heeft soms de spaarvarken bij zich,anderen hebben slechts lappen over hun hoofd. Maar velen zijn verwond, werkelijk verwond
Met hun verwonde ziel, huis en haard verloren, moeder en tante, broer, vader en zus vaak vermoord, voor kogels gevlucht, of weer anderen door de bekoring van de grote Euro hier naartoe gezogen.

En in kano, in rubberbootjes, in wasbakjes en ja ook in spoelbakken, in afwasbakken, in emmers en op de badeend zullen ze komen, lieve mensen, gekken, armen van geest,geleerden met een groot wiskundig hoofd,lieve en zoete kinderen met een ijsmuts op in de spoelbakjes,de kano.en de rubberboot nauwelijks deugdelijk opgepompt door de mensensmokkelaar, en ook zullen ze de moeder der zeeën, de Middellandse zee overvaren in een gewone teil en in allerijl ook in een zeepwasbakje. Over wellen, door spattende golven, door huizenhoge baren. Met zeesterren aangespoeld in hun haren en zeewierbladeren zout tussen hun tenen zullen ze verdrinken. En tussen de troostende en huilende vissen voor hen wegzinken.

Bloemen der hemel en hoop IS ER VOOR DE VERDRONKEN VLUCHTELING. Maar velen zullen het vaandel der oversteek halen. De banier van de overwinning zal hun pit geven, strijdlustige jonge nog dromende generatie uit het Oosten Geleden, gelouterd en met banier der hoop op land van braadworst en varkens die velen haten helaas, ach Knor en vermicellisoep etende nachtvlinders, kijk als motten komen ze op ons licht af. Als Lieveheersbeestjes ook. Zoet en lief, maar we zijn moe, we geloven nergens meer in, behalve in Junker met een grote bel likeur op. En wij van het zielige Avondland, onze bedlamp is al gedoofd, we zijn gewoon moe, ziek en misselijk met zijn allen, pitten en snurken, we zijn moe en oud en aftands. We kunnen het gewoon allemaal niet meer aan.

Europa is een ziekenhuis en een krankzinnigengesticht geworden met een bloemetje en een plant voor het kozijn. En sommige mensen van de verre die hier zijn gekomen zullen denken: "Europa,oud sleets wijf dat je bent, ziek, zwak, uitgeput, moe,levensmoe op je rug, alles en iedereen met jullie toverdoos en toverstaf relativerend, wij zijn sterke stabiele zielen vol vuur voor onze Godsdienst.Jullie hebben weliswaar de knikkers, wij hebben de zeer grote Almachtige God. En we zullen met die Grote Almachtige God jullie straffen en kastijden, jullie nietsnutten,alcoholisten, en mensen in zonde, hoererij en bederf."

Ach de politici geloven niet meer in Sint Nicolaas en zwarte piet en in Suikeroom, droompje en in stoombootschuimpjes en pepernoten,noch in het paard van Sint Nicolaas, noch in Jezus en daarom gaat ons oude schip Europa vol lekken ten onder aan enkele stampvoetende vluchtelingenradicalen. Die gewoon de boel gaan overnemen in Europa. En de goeden zullen lijden onder de kwaaien. DE NARE VLUCHTELINGEN ROEPEN ONS TOE:
"Wij nare vluchtelingen brengen jullie de knoet,niks mag, en een hard gekookt ei.

Andere vluchtelingen uit het midden oosten komen met kwasten, verf en droompjes, heilsverhalen en maken zoete tekeningen in de ziel vele lege Europeanen, die ze weer zielenleven, het mooiste wat er is schenken En weer een andere groep asielzoekers vallen de vetpotten aan des lands. Ach ze komen zout brengen, zoete kandij of hete papbrij of het zwaard.
Nu, we zijn hier in Europa toe aan zout. En aan zoetepapbrij, en zoete kandij, marsepein, dadels en tekengerei.
Ik zag de gebedslepel onder het kruis van Onze Lieve Heer. En de vluchtelingen blijven komen over de middellandse zee, varend in hun onzeewaardige schuiten, aken, peddelboten, kano, rubberboten half stiekem maar opgeblazen door de mensensmokkelaar, veerponten, teilen, kommetjes en wasbakken en in zeepwasbakjes.

En de mensen in Europa zullen klagend op hun tenen staan,en mopperen van Er komen er zoveel,er komen er steeds meer. En zusters zullen hun verbanddoos niet meer voor hun opentrekken, en vele tandartsen zullen hun gaatjes niet meer willen boren,en menig psychiater zal hun gewonde ziel niet meer troosten en opbeuren. Want het worden er zoveel. En het worden er steeds meer. Zelfs nieuwe kindergezichten worden er teveel van, en ook een hond of nog een hondje erbij kan Europa niet meer aan. Wat overblijft zijn mokkende Europeanen en Lampedusa waar de lampenpoetser niet meer bloeit.

En Europa, het Avondland, daar is de zon al lang ondergegaan. Ziekenzusters slapen, kindertjes worden er nog nauwelijks geboren, mensen zijn in het oude Europa, moe, moe, en hoogbejaard zijn we allemaal, we liggen al jaren in coma aan de slangen en aan het infuus met ons allen in een groot ziekenhuis waarop het kruisje rood brandt op het dak, het rode kruisje waarin een lamp der vermoeidheid brandt.

En ze komen over met kano, in rubberbootjes, in wasbakjes, in kleine baren over de grote moederzee, de Middellandse zee.
Europa is moe.
Oververmoeid.

Schrijver: cornil, 10 april 2016


Geplaatst in de categorie: oorlog

4.0 met 2 stemmen 724



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)