Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

WESPENSMAAK (tweede deel)

Koningin Zonnedauw wandelde met haar hond Nimrod. Die hond rook de gevallen klontjes. Daar wilde hij meer van weten! Gauw gaan zoeken! Dat was me een wild trekken aan de riem. De sterke viervoeter trok zijn bazin, de koningin, omver. De verschrikte vrouw hield de riem stevig vast, moest zich willoos laten meesleuren. Onderweg likte Nimrod af en toe een klontje op. Maar dat was niet genoeg. Die lokkende geur werd steeds sterker.
"Ai! Ai!! Rustig toch, lieverdje!" schreeuwde koningin Zonnedauw. Maar het hielp niets. Bezeten rende Nimrod verder en verder, de koningin meeslepend.
Pas bij de hut van Wilfried en Machteld stond Nimrod stil. Hij wist nu waar die bijzondere lucht vandaan kwam. Moeizaam krabbelde de koningin overeind en wreef over haar zere plekken.
"Majesteit, doet u ons de eer aan om onze welkome bezoekster te zijn," zei Machteld, die de koningin al eens eerder had ontmoet bij haar wandelingen naar het nabije dorp.
"Vergeeft u mij mijn vreemd verschijnen," prevelde koningin Zonnedauw, nog erg van streek. "Mijn hond kan zich weleens onberekenbaar gedragen. Maar wat ruikt hier zo bijzonder heerlijk?"
Het volgende ogenblik deed de koningin zich tegoed aan een bord vol bessenbrij. Nimrod mocht een grote schaal ervan leeg likken.
"Beste mensen," sprak de vorstin tot Wilfried en Machteld. "U mag in onze keuken komen werken. Dan bent u bereiders van deze heel bijzondere bessenbrij. Uw bessenstruiken zullen ook in onze tuin worden overgeplant."
De oude man en vouw kuchten verlegen. Tenslotte sprak Wilfried heel bedeesd:
"Majesteit, wat u ons voorstelt is buitengewoon eervol. Maar wij moeten hier blijven wonen. Alleen hier kan onze bessenbrij bestaan.
Voordat onze hut gebouwd werd, woonden op deze plaats drie aardmannetjes. Zij brouwden hun middeltjes voor genezing van zieke planten en dieren. Wat zij te veel hadden gemaakt, goten ze uit over hun tuin. Daardoor kreeg deze grond wonderkracht en groeien nu die bijzondere bessenstruiken erop. Ergens anders zouden die struiken ineenschrompelen en geen vruchten meer krijgen. Bovendien geven wij des te meer smaak aan onze bessenbrij. Als wij pas vruchten geplukt hebben, wrijven wij ze namelijk een tijd lang over de blaadjes van de struiken,
Heeft u daar begrip voor?"
De koningin glimlachte heel vriendelijk.
"Ja, ik eerbiedig uw standpunt. U blijft met alle genoegen hier wonen en werken."

Maar voortaan ging er wel elk jaar een grote pot bessenbrij naar het paleis toe. Koning Wollegras en koningin Zonnedauw genoten ervan, maar vertelden niemand er iets over. Zij waardeerden ten zeerste de adellijke armoede of de armoedige adel.
De wespen bleven altijd bij de hut van Wilfried en Machteld wonen. Een enkele keer reisde er nog wel eentje naar de koninklijke keuken, vluchtte weer op tijd.

Schrijver: Han Messie, 26 september 2016


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 2 stemmen 73



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Hanneke van Almelo
Datum:
28 september 2016
Leuk sprookje, Han.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)