Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Voskuil: aan tafel (2)

Een bejaarde vrouw loopt met behulp van een rollator over het zebrapad. Haar boodschappentas heeft ze in het mandje van de rollator en op de plank staat een plastictas. Voskuil wacht bij het zebrapad voor het rode licht. Ze kijkt aandoenlijk hoe de vrouw voorzichtig tussen de menigte verplaatst. Plotseling stoot een voorbijganger tegen de arm van de vrouw waardoor de plastictas van de plank valt. De sinaasappelen en kadetjes rollen over de straat. Voskuil opent haar portier als rakelings een motorrijder voorbij rijdt. Uit woede wilt ze de motorijder wijzen op zijn gedrag. Maar bedenkt dat haar aandacht bij de bejaarde vrouw moet zijn. Ze holt naar de vrouw en knielt naast haar en legt een hand op haar schouder en vraagt: “Heeft u ergens pijn?
“Nee, kindje. Maar ik ben wel erg geschrokken”.
“Zal ik u helpen met opstaan?”
“Graag, wat attent van u”.
Tientallen mensen staan met de handen op de rug te kijken. Het geroezemoes in de massa over het gedrag van de motorrijder irriteert Voskuil. Ze kijkt iemand in de menigte streng aan en zegt: “help mij om deze mevrouw omhoog te tillen”.
“Kan u lopen mevrouw ?”, vraagt Voskuil bezorgd. “Of heeft u pijn in de heup?”
Tevreden antwoordt de vrouw: “Ik voel geen pijn wanneer ik beweeg met mijn benen”.
Voskuil kijkt bedachtzaam in de richting van het verkeerslicht waar de motorrijder op een blauwe motor zit. De persoon in een zwarte lerenpak doet het vizier omhoog en draait het hoofd om naar haar. Voskuil ziet bruine ogen die haar boos aankijken. Met een wijsvinger maakt de motorrijder het gebaar dat zij in de gaten zal worden gehouden.
Op een salontafel branden drie waxinelichtjes en er staan twee lege wijn glazen. Met kriebels in de onderbuik heeft Chantal in gedachte hoe de avond zal verlopen. Plotseling klinkt het geluid van haar mobieltje.
“Met Chantal”.
Een mannen stem vertelt: “Voskuil neemt het onderzoek erg serieus. Zij rijdt al twee dagen naar het hoofdkantoor. Ze kijkt in het archief van de computer naar telefoongesprekken die via de centrale zijn gegaan. Het is verstandig dat we samen niet worden gezien vanavond. We moeten voorzichtig zijn”.
“Maar schat ik . . .”
Chantal hoort een ingesprektoon.
Met een pruillip en de mobiel in de hand denkt zij: maar ik heb je favoriete witte wijn in de koelkast.
Chantal toetst nummers op haar telefoon.
In de witte jaszak van patholoog Leeuwerik rinkelt een telefoon.
“Met Leeuwerik”
“Hallo oom! Met Chantal. Kan ik vanavond langskomen? Mijn ouders zijn op vakantie en ik wil graag deze avond met iemand praten over geduld in relaties. Hoe laat kan ik langskomen?”
“Je kan rond acht uur langskomen”.
Leeuwerik doet de telefoon in zijn jaszak. Weer hoort hij de telefoon rinkelen.
“Leeuwerik”
“Ja, met Voskuil. Kan ik zo langskomen om iets te bespreken betreft het onderzoek? Je vertelde dat je van Beersteen twee dagen na de moord de haarspeld in kreeg?”
“Natuurlijk kan je langskomen. Gisteren heb ik een ovenschotel van puree en rode kool met rundvlees gemaakt? Heb je er ook trek in? Voor mezelf is de portie te veel”.
“Já! Dat klinkt lekker. Maar vergeet niet dat ik kom vanwege het onderzoek”.
“Ja- ja! Daar ben je duidelijk in. Ik kan de ovenschotel niet langer bewaren”.

Leeuwerik slikt zijn laatste hap door en zegt: “ik heb gezocht naar sporen. Het lijkt wel of de haarspeld eerst is schoongemaakt. Uiteindelijk heb ik donker bruin haar gevonden. En vaag is een tekst te lezen: Agusta.
Oplettend zegt Voskuil: “schoongemaakt?!”
Lachend zegt hij: “ja, de haarspeld is in het meer gevonden”.
Prikkelbaar reageert ze: “wat vind je daar zo leuk aan?!”
“Oh! Pardon, ik zal serieus zijn”.
Onrustig schuift ze op de stoel en vraagt: “kan ik gebruiken maken van de toilet?”
“Ja, natuurlijk. In het halletje de eerste deur links”.
Op de toilet krijgt zij niet uit haar gedachte waarom de haarspeld pas na twee dagen is gebracht. En wat betekent Agusta?
Voskuil sluit de toiletdeur en ziet een andere deur op een kier. Nieuwsgierig duwt ze de deur open; van schrikt staat ze verstijft. In de garage ziet ze een blauwe motor. Ze loopt twee stappen naar achteren en voelt twee handen op haar schouders. Ze kijkt met grote ogen vooruit en voelt haar hart in de keel kloppen. Ze draait zich om en kijkt in bruine ogen van Leeuwerik. Hij vraagt kalm: “Gaat het? Je ziet bleek?”
Ze zucht en zegt: “ik zag achter deze deur licht branden, dus ik veronderstelde dat hier de doorgang was. Trouwens, is die motor van jou?”
“Nee, van mijn nichtje”.
Voskuil loopt de huiskamer binnen en ziet een jonge dame staan dat het haar strak naar achteren en het uiteinde gedraaid heeft als een wervelwind. Voskuil maakt een kuchend geluid waardoor de dame zich omdraait. Verrast kijkt Voskuil in bruine ogen en zegt: “Chantal? Je bent de dame van de centrale?”
Leeuwerik loopt de huiskamer binnen met een plateau kopjes en een koffiekan en roept verwonderd: “oh, je kent mijn nichtje al. Ja! sorry Chantal, rechercheur Voskuil wilde tijdens een maaltijd iets bespreken”.
Met een genieperige toon vraagt Voskuil: “zó! Dus je bent een stoere meid in een zwarte lerenpak?”
“Zwarte lerenpak?! Wat bedoel je?”
“Ik hoor dat de motor van jou is”.
Spottend zegt ze: “oh! De motor. Nee ik draag geen zwarte lerenpakken. Ik draag gekleurde pakken”.
Plotseling denkt Voskuil dat haar verdenking verkeerd is.
Joviaal zegt Chantal: “maar, ik ga wel naar huis als jullie iets te bespreken hebben”.
Cynisch zegt Voskuil: nee hoor! Nergens voor nodig”.
Met een glimlach maakt ze met een hand bewegen richting een stoel en zegt: “ga zitten, wat leuk dat je op bezoek bent bij je oom”.

Schrijver: Alexander v/d Zande, 6 februari 2017


Geplaatst in de categorie: misdaad

3.0 met 1 stemmen 178



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)