ARBEID, ANGST EN VREUGDE IN DE MIJN
Luid geklop en voortdurend geratel van wagentjes en houwelen zijn de muziek van de mijn.
De stoere werklui staan nederig gebogen voor grillige, zwarte gewelven.
Opeens klinkt angstwekkend geknal. Alle mannen dringen dicht opeen, want overal spookt dreigend gas rond.
Het houweel slaat hoog in de zoldering. Onmiddellijk stort een ondergronds beekje zich brullend op de grond.
Stevige ramen trillen met rode glans. De afgesloten eethoek noodt de houwers, die moe zijn van het hakken en slaan.
Vele stemmen mogen verstandig of dom luiden. In het werkduister mogen ze zich gezamenlijk laten horen als eendracht en moed.
Boven de aarde klinkt het gedreun en geronk van 't fabrieksgebouw, dat een blije aankondiging inhoudt: welkom thuis.
Geplaatst in de categorie: haiku