Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DUISTERE KLIM

Frits, een jongeman van vijfentwintig jaar, liep een steile berg op. Deze was enkel rotsen en verbrokkelde stenen. Er groeide geen enkel plantje op.
"Ja, ik ga in die hut op de top van de berg wonen," dacht Frits verheugd. "De tovenaar, die mij dat gisteren aanraadde, beloofde mij nogal wat. Volgens hem zal ik daar macht krijgen. Waarover? Om over heel het land te heersen? Om te toveren?"
Vol wilde gedachten liep hij verder, voorzichtig van steen op steen stappend.
"Net of ik een hoge, onbekende trap beklim," dacht Frits. "Eigenlijk leuk om het gevaar eens uit te dagen. Maar als ik die hut op de top in het oog houd, ben ik vol moed."
Opeens... Een luid gebrom binnenin de berg! Daarna knallende geluiden! Stenen rolden over elkaar heen.
"Een aardbeving!" schrok Frits. Angstig dook hij weg in een rotshol, lag plat op de grond. Misschien wel dom. Als dat hol maar niet in elkaar zou storten... Naar buiten gaan was te gevaarlijk. Voortdurend klonk het geluid van vallende en brekende stenen.
Na vele uren was het stil. Frits ging naar buiten, waar het al donkere nacht was.
"Gelukkig heb ik de lantaarn bij me, die de tovenaar mij gaf."
Frits haalde die lamp vanonder zijn jas en stak hem aan. Angstwekkend aanzien! Alle rotsen zagen er nu uit als geweldige leeuwenkoppen en griezelige monsters! Afgrijselijk!
"Hier kan ik niet naar kijken!" kreet Frits en doofde zijn lantaarn.
"Ach, hoe moet ik nu verder? In het pikdonker kan ik geen stap verzetten!"
Radeloos nam hij twee kleine stenen op, sloeg ze tegen elkaar aan. Tegelijk viel er een stompje kaars uit zijn vestzaak en kwam tussen die steentjes terecht. Doordat er vuur uit die steentjes sprong, vatte het stukje kaars vlam. Frits pakte het kaarsje op en ging omhoog. Hij zag alleen een smal kronkelend paadje voor zich. Voetje voor voetje ging hij daarop voort. Onder hem gleden stenen naar beneden. Maar Frits zette zich schrap, stapte vastberaden door op het schuivende paadje.
Bij het huppelende kaarsvlammetje kon hij alleen maar vlak voor zijn voeten zien. Dat was een geluk. Zo waren al die griezelige stenen gedrochten verborgen in het omhullende duister.
"Krrrsj, krrrsj," ging het onder Frits' schoenen. Maar onverschrokken ging de moeilijke tocht door.
Na de lange klim stond de man eindelijk op vlakke grond. De bergtop was bereikt!
Frits hield zijn kaarsje hoog. Wat was dat voor schimmig gevaarte, vlak voor hem?
"Ha, ik sta voor de berghut! Gauw die deur open duwen!"
Frits stond in een klein vertrek, tussen vier houten wanden. Overmand door slaap zakte hij neer op de vloer, was meteen onder zeil.

Een morgen met grauwe wolken liet zich zien.
Frits kwam overeind, liep wat rond in de kamer en opende een kast. Een paar grote krentenbollen en volle melk noodden tot een smakelijk ontbijt. Al smullend opende hij een klein pakje, waarop geschreven stond:
"Eet van mij en zeg daarbij: "Mijn macht zal zegevieren."
Enige graankorrels verdwenen in Frits' mond. Al kauwend prevelde hij de woorden van het pakje.
"Nu, ik wou dat die sombere wolken verdwenen," mompelde hij. Meteen daarop straalde de felle zon aan een blauwe hemel.
"Ik besef tenminste macht over het weer te hebben," dacht Frits. Meteen zei hij hardop:
"Laat het nu gaan regenen." Grote stralen tikten luid op het dak.
"De tovenaar zal mij binnenkort wel duidelijk maken waarover ik allemaal macht heb," peinsde Frits, en schreeuwde luid:
"Ik denk te veel na! Laat er onmiddellijk een heel harde wind over deze berg waaien om mijn hoofd koel te blazen! Een zo sterk mogelijke wind!!"
Het raam stond open. Daarom werd Frits door een verschrikkelijke luchtstroom omver geduwd, lag plat op de grond.
"Ai, ai! Wat overkomt mij toch!? De wanden van de hut trillen zo hard. Ik hoor lawaai van vechtende stenen. O, straks val ik vast honderden meters naar beneden!"
Frits' hoofd kon van angst niet verder denken. In doffe berusting wachtte hij af. In zijn oren klonk zacht de stem van de tovenaar, die hij twee dagen geleden had ontmoet:
"Frits, laat jouw macht nu weer gelden. Maar weet wel dat jouw macht beperkt is tot deze berg."
Frits beval de wind meteen te gaan liggen. Hij keek naar buiten. Verrassing! Dankzij deze storm en tweede aardbeving waren de rotsen niet grillig en monsterachtig meer, zoals de afgelopen nacht. De hele berg toonde gladde en glooiende hellingen.
Frits bleef altijd in zijn berghut wonen. Dankzij zijn toverwensen was de berg spoedig met gras en bloemen bedekt. Na enkele jaren waren er ook mooie struiken te zien, later ook een groot bos van sparren en eiken.
Heel zijn leven leidde Frits wandelaars over de berg. Daarbij vertelde hij de mensen van het wondergebeuren, maar verzweeg dat die krachten uit zijn brein waren ontsproten.

Schrijver: Han Messie, 5 mei 2017


Geplaatst in de categorie: landschap

3.0 met 1 stemmen 1.527



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)