Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Op het matje geroepen

Iets meer dan elf jaar geleden (op 15 maart 2007) schreef ik mijn beschouwing (nr. 70) “De smidse”. In de loop van de daarop volgende tijd leverde het mij de bijnaam ‘De Lettersmid’ op.
Naast het feit, dat ik het niet erg vond dat mijn ego werd gestreeld bestond er voor de lezer een niet te vermoeden relatie met mijn beroep van letterzetter, dat ik vroeger uitoefende. Bijna ongemerkt ontstond er in mijn brein een virtuele kopie van de smidse, compleet met Toni die uitgebreid in de oorspronkelijke beschouwing door mij werden beschreven. Zo af en toe bezoek ik in mijn verbeelding deze plek om me door de nooit ouder wordende smid de les te laten lezen of liever nog: moed te laten inspreken. Na enkele jaren afwezigheid vond ik het nu weer eens tijd worden om uit te vinden, of het houtskoolvuur nog gloeide, of er nog onbewerkt materiaal in de rekken lag en of Toni mij weer eens van dienst kon zijn. Zover de beknopte beschrijving van de situatie voor personen die de beschouwing destijds niet hebben gelezen.

- Ik had in gedachten de grote roldeur nog maar net een meter kunnen openen en meteen werd ik ontvangen door de bulderende stem van Toni (tijdens zijn leven en op mijn leeftijd destijds zo rond de 31 jaar oud), die meteen van wal stak. “Hè hè, daar ben je eindelijk weer eens”, bulderde hij in zijn vette Allgäuer dialect. Hij leek nog steeds op vroeger, jong, vriendelijk en knap door zijn korte zwarte baard. Raar, zo constateerde ik wederom, dat mensen in de virtuele herinneringswereld nooit ouder worden. In werkelijkheid zou hij nu zo rond de 107 jaar zijn wanneer hij nog zou leven. Het feit, dat hij mij in deze fantasiewereld nog steeds ‘Bua(b)’ noemde wees er alleszins op dat ik voor hem ook nog steeds dat kleine achtjarige jochie was. En toch werden hier fictie, herinneringen uit het verleden, gegevens en feiten uit het heden met elkaar gemengd. “Weer eens op zoek naar inspiratie, lettersmid? Als ik het niet dacht! Kom op: ik stook de houtskool witheet en jij zoekt alvast het benodigde materiaal uit de schappen.”

Hij was plots een en al bedrijvigheid. Terwijl hij de hamer en de tangen bij het aambeeld neerlegde streek hij vergenoegd met een hand door zijn volle baard. Zo kende ik hem van vroeger. Blijkbaar was het hem in de virtuele wereld ontgaan dat ik al een vergevorderde leeftijd had bereikt, waardoor mij alleen de gedachte, de zware gereedschappen te moeten hanteren, al bij voorbaat liet transpireren. Terwijl ik naar zijn soepele bedrijvigheid staarde en me door hem aangespoord voelde om aan de slag te gaan werd me opeens duidelijk dat ik door hem op het matje was geroepen. Toni zwoegde door totdat de zweetdruppels weer aan zijn baard hingen en dat stimuleerde blijkbaar weer de trager wordende grijze massa in mijn hoofd. “Komt er nog wat van, Bua; is alles naar wens?” . . . – “Dank je, Toni, voor jouw opwarmende stimulans. Jouw lettersmid heeft, zonder dat je er iets van hebt gemerkt, net de laatste zin van een nieuw verhaal voltooid.”

– Vol ongeloof keek hij naar mij, vervaagde en ik was, enigszins beduusd, weer terug in het heden.

Schrijver: Günter Schulz, 30 april 2018


Geplaatst in de categorie: tijd

4.0 met 5 stemmen 286



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
1 mei 2018
Heel bijzonder, beste Günter, hoe je een schrijfwerk weet te verbinden met het aanschouwde smeedwerk van jouw oude vriend Toni, wat jou blijkbaar enorm heeft geïnspireerd. Het woord 'lettersmid' kende ik nog niet en vind ik knap getroffen. Je maakt hiermee ook op diepsentimentele wijze duidelijk, dat wij schrijvers vaak door de meest vreemdsoortige mensen zijn gestimuleerd. Dat kan slechts door een enkel gebaar van wie dan ook gebeurd zijn.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)