Idee 30.
Bij 't beschouwen van een kunstwerk, bij 't schatten ener uitstekende daad, bij 't beoordelen van een uitgedrukte gedachte, leg ik mijzelf altijd de vraag voor: wat is er omgegaan in de ziel des kunstenaars, van de held, van de wijsgeer, om dat ideaal te scheppen, om tot die daad te besluiten, om die gedachte voort te brengen, en ze vorm te geven als denkbeeld?
Dat is: ik vraag, hoe de ziel bevrucht werd? Welke toestanden ze doorliep bij dracht en verlossing?
Welnu, de geschiedenis ener grote conceptie roept me altijd de tekst toe: met smart zult ge kinderen baren!
Als 'n graankorrel spreken kon, zou ze klagen dat er smart ligt in 't ontkiemen.
Helden, artiesten en wijsgeren zullen mij begrijpen, en de klacht van die graankorrel verstaan.
Inzender: K.A., 26 december 2003
Geplaatst in de categorie: kunst