Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

...want zij doolden

Het liep tegen 7 uur aan. De wekker had hem zojuist uit een of andere droom gewekt. Een nare droom was het wel niet dacht hij nog bij zichzelf anders ware hij wel vanzelf wakker geworden. Hij draaide zich nog eens om al wilde hij nogmaals dàt zalig gevoel herbeleven. Tevergeefs!

Hij boog en strekte zich de beenspieren, rekte zich de armen en wipte het bed uit. Zijn vrouw liet hij "onaangeroerd" achter. Hij haalde zijn bril uit het nachtkastje en terwijl hij zijn kamerjas aanworstelde, de warme voeten in de koude muiltjes stak geeuwde hij nogmaals, zij het ietwat onderdrukt, en liet vervolgens zich een eerste ochtendwind ontglippen, zij het minder onderdrukt.

Zijn toilet was gauw gemaakt en in minder dan geen tijd stond hij beneden en zette hij koffie. Hij liet opzettelijk de keukendeur openstaan opdat het lekkere aroma haar bij het wakker worden een aangenaam gevoel zou kunnen schenken.

Terwijl het water veranderde in… koffie, lichtte hij de brievenbus aan de straat. Een verschrikte merel vloog luid kwetterend weg. Deze keer zat er veel in: de dagelijkse krant, het wekelijkse krantje van het ziekenfonds, het plaatselijke advertentieblad, reclamefolders. Een oproep van de stad tot eerbiediging van de zone 30 in de schoolomgeving plus een affiche om uit te hangen aan het raam. Ook enkele brieven met o.m. goed nieuws: teruggave van de belastingen, uitnodiging voor een trouwpartij maar ook minder goede mares: autobelasting en een doodsbrief.

Hij verschoot niet weinig toen hij merkte dat het van een oud-collega (een chef) bleek te zijn. Tiens, van hetzelfde geboortejaar als hij. Begrafenis over drie dagen. Hij stond er even bij stil en dacht aan de aangename dagen die ze samen nog hadden beleefd en de minder prettige. Onder meer hoe de overledene zich toentertijd heeft laten manipuleren (te goeder trouw?) om "de valse geruchten" als echt en waarachtig te hebben gesteund waardoor hij, onze man terzake, zijn baan is kwijtgespeeld.
Niet zozeer om het geld was het hem te doen (want hij kon onmiddellijk in een andere dienst opnieuw aan de slag,- zij het tegen minder loon -) maar om de slinkse manier waarop hij werd genekt. Dàt wekte destijds nogal wat wrevel bij hem op. De jaren nadien louterden hem weliswaar, maar nooit meer kwam het nog goed tussen hen beiden hoewel hij, de afgestorvene, later met de "echte feiten" werd geconfronteerd.
"Had hij maar één verzoenend gebaar gesteld, alles zou hem zijn vergeven. Helaas, neen dus.", dacht hij bij zichzelf. Er was geen weg meer terug en ook gezichtsverlies kon er niet geleden worden. Noemen we dat nu geknakte trots? Of hypocrisie?

Dagen van tweestrijd heeft onze man met zichzelf gevoerd. "Ga ik of ga ik niet?, dat werd lang de onbeantwoorde vraag.
Op de derde dag is hij toch maar naar de begrafenis geweest met de overtuiging: "Heer, vergeef het hen, zij wisten niet wat zij deden, want zij doolden".

De familie dankte.

Schrijver: Jan Coessens, 4 mei 2004


Geplaatst in de categorie: maatschappij

-1.0 met 1 stemmen 959



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)