Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vava’s hof

Opa’s tuin klinkt mooier, maar mijn opa noemde vava en zijn tuin was ‘den hof’. Toen waren er nog geen opa’s en oma’s in Vlaanderen, maar wel veel bomma’s, bompa’s, moemoe’s en vava’s.
Mijn vava heeft twee ‘hoven’ gehad. Tijdens zijn actieve leven was hij zowel ambulancier, portier en hovenier van een ziekenhuis, samen met een gast. Toen was dat nog gewoon, een drie-jobsbaan.
In 1912 behaalde hij zijn diploma aan de tuinbouwschool te Antwerpen. Hij was hovenier in hart en nieren.
Vava woonde met gans zijn gezin in de portierswoning, vooraan de kliniek gelegen. Hij voorzag het ziekenhuis – toen gasthuis – van aardappelen, groente, fruit en ook bloemen voor de kapel. De moestuin, boomgaard en bloementuin waren naast het gasthuis gelegen. Nu maakt het deel uit van de grote parking van het ziekenhuis.

Toen hij met pensioen ging, hebben vava en moemoe een rijwoning gekocht met een lange smalle achtertuin.
Het is die tuin die ik me nog herinner. Een pijpenla, links en rechts afgebakend met kippendraad als scheiding met de buren.
We gingen steeds langs het achterpoortje. Een smal aangestampt wegeltje liep achter de tuintjes. Familie en vrienden kwamen langs ‘den hof’ naar binnen.
Steeds had ik mijn rieten mandje bij. Zo eentje dat bovenaan bedekt was met geblokt, rood-wit katoen en dat je kon openen met een rek. Een klein mandje want ik was nog een kleuter.
Ik liep steeds achteraan en kwam aldoor als laatste via de keuken binnen. Het tuintje fascineerde mij. Het was in mijn kinderogen immens groot!
Achteraan, vanaf het tuinpoortje, liep een smal pad naar voor, juist begaanbaar voor één persoon en betegeld met gewone dals.
Er was geen gazon, maar een enorme zee van bloemen. Aan de linkerzijde rijen Dahlia’s! Tussen alle rijen kon je doorlopen. Pompondahlia’s, anemoonbloemige, mignon en supergrote decoratieve met spitse kroonbladeren. Allemaal op kleur naast elkaar.
De rechterzijde langs het tuinpaadje was beplant met vaste planten en lage éénjarigen. Dat bordergedeelte was smal in verhouding tot het dahliagedeelte aan de overzijde. Gele en oranje Tagetes, anjelieren, violen, portemonneekes (pantoffelplant), duizendschonen en scharnierbloemen waren op dat smalle stuk te vinden.
Vooraan in de tuin was dé grote attractie! Daar had vava een nepvijvertje gemaakt met een vissende kabouter erachter. Eerste klasse kitsch! Maar in mijn kleuter meisjesogen een sprookje… zo mooi! Er rond was een perkje met éénjarige plantjes in verschillende kleuren.
Ik treuzelde steeds en kwam voortdurend als laatste naar binnen. Daar zat vava in zijn zetel een pijp te roken. Soms riep hij mij bij zich en fluisterde: “Was het schoon in den hof?”. En af en toe voegde hij er héél samenzweerderig aan toe: “Ga maar vlug wat portemonneekes plukken voor in je mandje.”.

Dit jaar heb ik één rij hoge oranje dahlia’s gezet in de moestuin. Ze worden in de herfst gerooid en na het drogen vorstvrij bewaard. Volgend jaar ga ik het dahliabed vergroten met een smal paadje ertussen.
Als ik dan hurk om onkruid te wieden en naar boven kijk, zal terug die herinnering opwellen, zoals ook de geur van tagetes mij aan ‘den hof’ van vava doet denken.

Schrijver: Greet Berghmans, 27 augustus 2004


Geplaatst in de categorie: familie

3.1 met 17 stemmen 2.033



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)