Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zomaar een gevaar

Het weekend staat te glunderen voor de deur.
De avond rijpt en ik doe vanavond niets meer.
Het plan om nog een glas te heffen in De Gesmolten Steen, een hippe tent in de stad, heb ik veilig opgeborgen in mijn binnenzak.
Morgen vis ik het terug op, en vouw het open en dan gebeurt er iets.
Er gebeurt altijd iets, zelfs als je verstart en dwaalt in de tuin van jouw verbeelding. Ik moet trouwens dringend es snoeien in die tuin waar het onkruid woekert. De herfst sluipt er binnen met schoenen van lood en een roestig harnas. Het is een gedrocht dat er tranen plengt en elke traan is een zaadkorrel die zich nestelt. In de zompige grond schieten de distels op. Maar geen nood, ik maai ze weg met de zeis. Genoeg! Jullie stekelige onderkruipers! scheld ik naar de distels. En nog voor ze mij aanvallen liggen ze gesneuveld, geknakt in mijn tuin. ‘Zo, dat lucht op’ fluister ik tegen mijn kat die haar poten uitrekt, haar vacht wast met een raspende tong en wat pruttelend speeksel en dan naar binnen vlucht. Ze rent frivool en soepel naar binnen, waar de haard knettert. De herfst, de motregen, alsof de hemel zevert. Mijn kat heet Plop.
‘Tot zo, Plop’ fluister ik tegen een merel die voorbijtippelt naar een onbekende bestemming. Blijkbaar (Zo blijkt al snel) naar een stapel houtblokken die hoog en gevaarlijk wankel tegen het tuinhuis aanleunt.
‘Weet je waarom mijn kat Plop noemt?’ vraag ik aan de merel, maar hij is al verdwenen, gevlucht.
‘Waarom vlucht iedereen voor mij?’ vraag ik aan de Labrador van de buren, die aan mijn sparren snuffelt. De sparren omzomen de tuin dus kan hij er net bij. Je gelooft het niet, maar de Labrador blijft staan en zijn droeve, vertederende blik kruist de mijne.
Hij blaft zelfs, 1 keer. In hondse taal betekent dit…”Ik luister…”
“Wel nu, hond, ik weet niet hoe jij heet, maar mijn kat heet Plop, omdat…(Hier onderdrukte ik een snik) omdat ik ze bijna liet ontploffen in de microgolf, toen ik, verstrooid, afwezig, mijn kat verwarde met een pizza Quatro Stagione van de Colruyt.”
De Labrador bleef staan, blafte nog een keer en dus ging ik door.
“Een kat die ontploft. Hoe zou dat klinken?” dacht ik toen ik haar nog op het nippertje kon redden van een bloederig, slijmerig, vies einde.
En terwijl ik deze vraag overwoog, sneed ik de pizza in broederlijke delen. Uit berouw schonk ik een deel aan mijn opgeluchte kat.
De hond, de naamloze Labrador van de buren bleef staan. Hij blafte niet meer, ging grommend liggen en legde zijn muil tussen zijn voorpoten. Het zou me trouwens verbazen dat hij zijn muil tussen zijn achterpoten leggen. Maar goed, tempo!
“En zo doopte ik mijn kat Plop. Daarvoor heette ze Mopsa, wat ook al een vreemde naam was.”
De hond rolde nu op zijn rug, stuiptrekkend, kroop terug jankend overeind en vluchtte naar zijn baasje.

Schrijver: Wim Veen, 24 september 2004


Geplaatst in de categorie: humor

1.0 met 3 stemmen 848



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)