Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Terug naar het leger.....

Waar is de tijd. De tijd waar er nog zekerheden bestonden. Pas 18 en je mocht er donder op zeggen dat binnen de kortste keren je oproepingsbrief in de bus zou vallen.
Nee, dan spreek ik niet over een kiesbrief voor één van onze veelvoudige regeringsvormingen. Dan heb ik het over ‘de brief’ waardoor je definitief ‘man’ werd.
Voor velen was het de stap naar het onbekende. De eerste keer onder moeders vleugels uit. Eigenlijk een sprong in het ongewisse, want buiten de verhalen die over het leger circuleerden, wisten wij echt niet wat ons te wachten stond.
De eerste stap was, je ‘drie dagen doen.’ Wat niets meer was dan een medisch keuring. Niet eens grondig, maar net goed genoeg om te zien of je niet uit de toon viel. Je werd er ook ingeënt tegen alles en nog wat, en op het eind van dag één kreeg je dan die beruchte stempel, ‘goedgekeurd.’ Ja hoor, het is geen foutje, die bewuste drie dagen, duurden uiteindelijk maar een achttal uurtjes. De logica van het Belgisch leger, heb ik nog steeds niet door. Laat staan begrepen.
Na die eerste, korte kennismaking, kwam een maand later je ‘Marsbevel.’ Daarin stond de vermelding waar je de eerste maand opleiding ‘moest’ volgen. Want daar bestond weinig zeggenschap over. Het was een ‘bevel’, dus, geen tegenspraak.
Die opleiding was afzien. Het was dan ook een beetje een loterij. De ene locatie was relatief rustig, gematigd en wat aan de moderne kant.
Had je pech, dan kwam je in een soort concentratiekamp terecht. Met bullebakken van instructeurs, eten nauwelijks de naam waardig, en slaapplaatsen in de vorm van barakken.
Ik kwam aan zee terecht voor mijn eerste maand. Lombardsijde om precies te zijn. Putje zomer, dan zou je denken dat er geen betere locatie uit de lucht kon vallen. Laat ik je verzekeren dat dit helemaal niet het geval was.
Al eens een duinencross gelopen bij dertig graden, in gevechtstenue en volledige bepakking? En dat terwijl de kustgangers jou in vol ornaat achternakijken. Er bestaan wel leukere dingen.

Al met al vloog die eerste maand om. Slechts één weekend had ik strafcorvee gekregen, dat viel mee dus. Waarom? Hoor ik je denken.
Wel, we hadden ‘de muur gedaan’. Een beruchte uitspraak in het leger, de daad nog erger. Het kwam er gewoon op neer, dat je om 21 uur in je slaapbarak diende te zijn, 22 uur was het lichten uit, en werd er van je verwacht dat je ging slapen. Maar nee hoor, wij wachtten rustig het laatste appèl af, deden alsof wij sliepen, en even later waren wij aan het fuiven in de dichtstbijzijnde cafeetjes.
Slechts eenmaal betrapt, dus dat viel echt mee. Hadden wij ervoor over.

Na de opleiding werden we gestationeerd op verschillende locaties. Wie het geluk aan zijn zijde, een lange arm mee had, kon in België zijn overige maanden slijten. Voor mij was het richting Duitsland. Ludenscheïd meer bepaald.
Een wondermooie streek. Bossen en heuvels, echt pittoresk. Drie kazernes had ons leger daar ter beschikking. Een ‘soldatenstad’.
De opleiding was achter de rug, nu viel je terug op een soort routine. Saai en weinig variatie op het thema. De dagelijkse ‘dril’, een soort veredelt turnen, moest ervoor zorgen dat wij fit genoeg bleven.
Hadden ze wel nooit kantines mogen openhouden, want de kilootjes die je overdag verloor, kwamen er s’avonds gegarandeerd terug bij. Bij sommigen met overschot.
Het eten was niet om over naar huis te schrijven, de rest ook niet. Het enige wat in onze ogen telde, was het afschrijven van de dagen, tot aan de afzwaai. Want over één ding waren wij als milicien het loeiend eens, onze dienst in het leger was louter tijdsverspilling. Achteraf gezien beschouwden de meeste ‘hun legerdienst’ als de mooiste tijd van hun leven. En dat was ook zo. Je hoefde niet zoveel te doen, kreeg dagelijks soldij. Eten en drinken waren gratis. Het water dan toch, want als ik mij goed herinner kostte een biertje in de kazerne vier oude Belgische franken. Ik zie nu sommigen al watertanden ja, maar de soldij bedroeg wel maar zestig franken. Veel rondjes kon je dus echt niet geven.
Je maakte er vrienden, velen staken er hun eerste sigaret op, dronken er hun eerste biertje! In vergelijking met de dag van vandaag kan dit tellen. Ik spreek dan ook van 25 jaar geleden.

De dag dat ik afzwaaide was één feest. Ik was vrij, zo voelde het een beetje aan. Vanaf nu kon het echte leven beginnen. Gedaan met orders volgen, gedaan met vervelende klusjes klaren. Leve de vrijheid. Dus op de treinreis huiswaarts, gooiden wij gewoon alles van onze legeruitrusting het raam uit. Waarom er nog mee sleuren. Het was voorbij….
Toch is die tijd mij altijd bijgebleven. Ook vandaag nog. Het was echt wel een leuke tijd. Je leerde er enige discipline, legde sociale contacten en moest leren in groep te denken en handelen. Het liep niet altijd van een leien dakje, maar het systeem werkte wel. Misschien moesten ze de verplichte legerdienst wel opnieuw invoeren. Het deed echt niemand kwaad….integendeel…misschien ben ik er wel een beter mens door geworden. Daar bedoel ik dan wel het groepsverband, de samenhorigheid mee. Niet al het nare dat gelinkt wordt aan legertoestanden allerhande….Terug naar het leger! Het moet niet meer, maar ooit was het anders….

Verklarende woordenlijst;

Mess; plaats waar wij onze maaltijden nuttigden, niet als we te velde waren.

Te velde; Plaats waar geen mess te vinden was, ergens in één of ander
veld of bos. Eten werd rantsoen genoemd.

Rantsoen; Juist genoeg om te overleven, harde koeken en voedsel uit
blik, al dan niet over datum.

Afzwaaien; Het einde van je effectieve legerdienst, de dag dat je er
van verlost was.

Je kamp doen; De grap van het leger. Enkele jaren na je afzwaai bestond de kans dat je opgeroepen werd voor een ‘herhaling’. Dat duurde drie weken en was in mijn ogen totaal overbodig. Wel meegemaakt!

Schrijver: danny cant., 7 februari 2005


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 5 stemmen 717



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)