Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE INUITJONGEN

Thomas Ikummaq is een Inuitjongen van dertien jaar oud. Hij woont in een klein rood huisje met zijn vader en moeder in Groenland, in Qaanaaq om precies te zijn. Dat ligt boven de Noordpoolcirkel en in de winter vriest het vijftig graden. Dan zit Thomas het liefst bij de kachel en de lamp met een stripboek over de Nanuq, de ijsbeer. Thomas kent ook het alfabet van de Inuit maar leert op school ook Engels. Zijn grootvader was Sjamaan en is omgekomen met zijn Kayak toen een grote vis hem omver kieperde. Thomas heeft een computer en houdt van de televisieprogramma’s voor kinderen. Ze hebben ook sledehonden, die nu buiten slapen. Het wordt voorjaar, tijd om op jacht te gaan. Thomas houdt wel van vissen maar vindt het vangen met een net van vogels zielig, hij houdt van de vogels en vindt ze ook niet lekker. Dit jaar moet Thomas zijn eerste zeehond schieten, dat hoort bij de opvoeding. Dat zint Thomas helemaal niet, hij vindt zeehonden lief, bovendien vindt hij het vlees niet zo lekker als de chips uit de winkel. Zijn vader houdt wel van jagen en zorgt zo voor de kost. Hij vindt het belangrijk dat Thomas een man wordt. De dag dat een Inuitjongen zijn eerste zeehond doodt is een heel belangrijke dag. Hij leert de noodzakelijke vaardigheden van zijn vader. Wanneer hij op een utoq, een slapende zeehond, jaagt, besluipt hij hem met een witte katoenen doek van een vierkante meter voor zich uit, met de loop van het geweer er door heen. Hij nadert langzaam en rustig tot hij er dicht genoeg bij is om hem goed te kunnen raken.

Vandaag is het zover. Thomas gaat met de slee en zijn vader op jacht. Ze overnachten in een zelfgemaakte iglo, dat vindt Thomas heel gezellig. Het licht valt door de sneeuw heen. Thomas vindt het niet leuk dat hij moet schieten. Schieten op een schijf kan hij wel, maar op een dier is wat anders. Zijn meester op school verteld dat er in wereld buiten Groenland mensen er op tegen zijn om dieren te jagen. Zo zitten zijn gevoel en verstand hem dwars, zeggen andere dingen dan de traditie en zijn vader.

Dan zien ze een zeehond. Hij ligt naast het ademgat en beweegt zijn vin, alsof hij hen groet. Thomas heeft hem al in het vizier en zet de veiligheidspal op stand shoot. Heel even komt de gedachte om te schieten in Thomas naar boven, maar zijn hart zegt dat het niet bij hem past en hij schiet expres mis. De zeehond schrikt en schiet het gat in. Zijn vader is boos en maakt hem uit voor slechte jager. Een traantje komt in Thomas zijn oog. Thomas wil naar huis, waar hij zijn eigen gangetje kan gaan. Dan moet Thomas van zijn vader maar een vis vangen. Dat kan hij wel. Hij wacht bij het ademgat in het ijs met zijn haak met aas en trekt vliegensvlug op. De vis bezwijkt door de kou en is dood. IJsberen vissen met hun linkervoorpoot, weet Thomas. Ook hij is linkshandig.
Zijn vader neemt hem weer mee naar de iglo. Hij denkt dat Thomas misschien nog te jong is om te jagen. Thomas zegt maar niet dat hij misschoot maar voelt dat hij gefaald heeft. Op de terugreis is het erg stil, alleen het geluid van de slee is hoorbaar en het janken van de honden.

Einde.

Schrijver: foppe oostenbrug, 3 maart 2005


Geplaatst in de categorie: dieren

0.0 met 2 stemmen 702



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)