Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Eenzaat....Zijn haat tegen de wereld.

Het is al laat in de middag als hij ontwaakt en zich één ogenblik, slaapdronken, afvraagt, waar hij zich bevinden zou. Een zucht van opluchting ontsnapt zijn schorre keel als hij merkt dat hij deze keer toch het portaal van zijn schamele woning heeft gehaald. Nog net ziet hij vanuit zijn ooghoek een mormel wegvluchten en de warme vlek op zijn versleten broek, getuigt het weinige respect van dit toevallige gezelschapsdier. Zijn vloek binnensmonds gaat langzaam over in een mompelende klaagzang, terwijl zijn poging om de deur te openen deze keer wel lukken wil.

Ondanks de verkrotte aanblik buitenaf, blijkt de woning aan de binnenzijde best leefbaar te zijn. De verdufte walm, geuren van een verstopt toilet, deren hem al jaren niet meer en neemt hij voor lief.
Wat zou het immers, in de weinige uren dat hij inhuizig is sluit hij zich op in die ene kamer, die ‘zijn’ verdoken wereld is. Hier is hij in controle en meester van zichzelf!

In die momenten komt de schrijver, amper die naam waardig, in hem naar boven. Stuurt hij verwensingen en hatelijkheden via het Internet de wereld in, met als enig doel de broodnodige aandacht waar hij naar snakt, zijn deel te maken.
Meer nog dan zijn dagelijkse portie drank, zijn die paar heldere uren van uitzonderlijk belang voor hem. Zonder die uitlaatklep, waar hij zijn frustraties bot kan vieren, had hij er al lang de brui aangegeven.
Dit, en één liefde, die voor hem onbereikbaar is, zorgen er voor dat hij elke dag toch nog even door wil gaan. Dat hij toch nog de moed kan opbrengen om een weinig voedsel tot zich te nemen, net genoeg om te overleven en zien wat morgen brengt. Het getuigt van nog enige levenswil en hoop op beter.

Ooit heeft Tuurke wel liefde gekend, stond zelfs op het punt de huwelijksgeloften af te leggen om met haar door het leven te gaan.
Helaas, zijn vele drinken, gevolgd door de onvermijdelijke driftbuien, deden haar tijdig inzien dat een samengaan nooit tot de mogelijkheden behoorde.
Na weer één van zijn nachtelijke escapades, vond ze het welletjes, schreef de woorden ‘het ga je goed’ en verdween uit zijn leven. Sindsdien dwaalt hij elke avond de straten af, in de hoop ‘zijn’ Annemie terug te zien. Ondanks alles.

Een foto heeft hij niet meer, en door het vele drinken wazigt het beeld dat hij van haar onthouden heeft. Elke dag neemt zijn vrees dat zij voorgoed uit zijn geheugen verdwijnt, zulke vormen aan dat die angst hem bij de keel grijpt. Eraan verhelpen kan niet, het is gewoon machtiger dan hemzelf. De drank biedt soelaas, het verzacht zijn verdriet. De enige zekerheid dat dit leven hem nog bieden kan.

Toch is er één ding dat hij niet vergeten kan, en dit is haar alles vertederende stem. Het is zelfs zo erg geworden, dat hij in elke vrouwenstem de zachte woorden hoort die zij hem ooit toegefluisterd heeft.
Hun uiterlijk maakt niets uit, voor hem zijn ze allen ‘Annemie’, de enige die ooit een dosis begrip voor hem kon opbrengen.

Hij vond haar via het Internet, legde contact en het klikte meteen. Zij kon luisteren, en met zachte hand trachtte zij het drankprobleem dat hem verteerde, stelselmatig af te bouwen. Ze overlaadde hem met aandacht, zodat zijn drang om uithuizig het nodige vertier te zoeken, bedwongen werd en dit alles leek te slagen tot zijn moeder zwaar ziek haar bed moest houden.

Zij woonde bij Tuurke in, zorgde voor hem en aanvaardde met lede ogen hoe hij steeds meer van zijn omgeving vervreemdde. Zij zag hem elke middag weer die vreemde kamer intrekken en die verwilderde blik waarmee hij de nacht indook, bezorgde haar ijskoude rillingen.

Na het vertrek van Annemie was haar levenswil gebroken. Zij dacht dat haar taken volbracht waren, dat ze hem met een gerust gevoel kon overlaten aan de zorgen die Annemie langzaam van haar aan het overnemen was. Zij voelde het goede in haar en putte er kracht uit om nog even door te gaan.
Tot zij verdween en iets in haar knakte. Een paar weken later was zij niet meer. Tuurke verloor weer eens een gevecht.

Na haar begrafenis, verloederde hij zienderogen. In zijn ogen overheerste nu ‘de haat’.
Haat naar de wereld en in het bijzonder naar vrouwen toe. Hij legde immers de schuld van zijn moeders overlijden bij Annemie en trok dit nu door naar al het vrouwelijk schoon dat zijn pad nog kruisen zou.
Door haar toedoen was een stuk zekerheid uit zijn leven verdwenen. Zij had zijn toeverlaat de dood ingejaagd en op haar graf beloofde hij, zichzelf nooit meer te hechten aan één enkele vrouw. Een belofte, die hij tot op de dag van vandaag nog altijd weet te houden. Hoe zwaar het hem soms valt. Het is ‘zijn’ haatliefde gevecht, en winnaars zijn er niet.
Hij weet ze te vinden, en stoot ze dan af. Dit en de drank, daar leeft hij nog voor.

Schrijver: danny cant., 4 juli 2005


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 1 stemmen 942



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)