Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ik leef! Moet ik leven?

Ik wist me gewoon geen raad meer. Zal ik nu wel of niet gaan? Ik besloot er nog even over na te denken. Snel verstopte ik de brief in de kast onder mijn nachtjaponnen. Daar zou Yusuf niet gaan zoeken overtuigde ik mezelf.

Opeens rook ik een verdacht luchtje. Haastig rende ik naar de keuken. Verdorie, mompelde ik. De aardappelen zijn aangebrand. En..oh! Het vlees is helemaal zwart. In paniek verbrande ik ook nog mijn vingers. Ik slaakte een kreet van pijn. Mijn hand zag vuurrood. Eerst onder de kraan schoot het door mijn hoofd. Ik beet op mijn lip. Het schrijnde flink. Doordat ik me zo consenteerde op mijn hand hoorde ik de deur niet opengaan.


Het leek wel of mijn hart stil stond toen ik Yusuf in de keuken zag staan. Hij keek me verwonderd aan en vroeg: ‘Wat is hier aan de hand? Wat doe je?’ Ik keek hem aan en zei: ‘Ik verbrande mijn hand’. ‘En waarom ruikt het hier zo vies? Je kunt geen eens eten koken wat heb ik aan zo’n vrouw. Verbrand eten zo te zien. Dit is je straf op jou zonde. Ik ga wel in de snackbar eten. En jij ziet maar hoe je aan iets eetbaars komt’. En weg was Yusuf weer.

Ik word nog een keer gek van hem dacht ik. Mijn maag rammelde van de honger. En toch had ik geen honger. Ik pakte een boterham uit de kast en smeerde er wat jam op. Ik moest wat eten anders ging ik van mijn stokje.

Na het eten pakte ik de koran en staarde er een poosje in. Plotseling voelde ik een verschrikkelijke woede in mij opkomen. Ik pakte de koran en smeet het door de kamer heen. Ik riep: ‘Allah, als u bestaat waarom wenst u mij dan zo leven toe? Ik haat u!’

Het was al over half 12 en Yusuf was nog niet thuis. Ik sloot de gordijnen en besloot naar bed te gaan. Ik keek nog even in de spiegel en keek naar mijzelf. Een wit gezicht met grote bange schrikogen. Mijn lange bruine krullende haar kwam tot op mijn middel. Zonder hoofddoek voelde ik mij veel meer een mens. Waarom moest ik me verstoppen? Achter dat vreselijke doek? Ik voelde me er altijd gevangen in. Ik gleed in bed en sloot mijn ogen. Wat zou de dag van morgen mij brengen?

Ik sliep zo vast dat ik Yusuf niet hoorde binnenkomen. Hij had veel te veel alcohol op. En zijn ogen glinsterde gevaarlijk. De telefoon ging en ook dat hoorde ik niet. Maar Yusuf wel hij was laaiend ondanks dat hij aangeschoten was, hij verstond wie er aan de andere kant van de telefoon sprak. Jorrit McKnigt. Zijn vraag was: ‘Mag ik Kyra even spreken….het is dringend!’


Wordt vervolgd…

Schrijver: paula, 27 september 2005


Geplaatst in de categorie: geweld

2.7 met 3 stemmen 695



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)