Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Wording

Op het vlakke land, waar groeistuipend zaad spruit, kriebelend aan de onderbuik van slagschaduwbomen, fiets ik naast de late avondzon. Mijn gedachten dwalen af naar het buitentijdse van voor den beginne "toen" het krioelde van de non-fysieke wezens en ontelbare dimensies (en nog steeds).

Immer bestond de mens als bewust wezen, door dimensies reizend, teneinde deze te doorgronden totdat hij gevuld met zovele kennis in staat bleek zelf een dimensie te creëren. En zo ontdekte een of meerdere van deze schrandere zwevers dat, wanneer niet langer gedacht wordt in golven, klanken, begrippen, beelden en wat dies meer in de verschillende dimensies voor communicatie wordt gebezigd, maar in compacte eenheden van symbolen die een ijzeren wet in zich dragen, dat ongekende energieën worden aangetrokken die de eigenschappen van deze symbolen in werking zetten.

Al snel werd bedacht dat een alom bekend verschijnsel in talrijke dimensies; LICHT tot ongekende mogelijkheden moest leiden. Men wist dat deze verschijningsvorm in zijn witte variant de meeste potentie moest hebben, want het was en is nog steeds de bundeling van alle zichtbare, voelbare, hoorbare en denkbare (dankbare) energieën.

Een van deze pientere premensen werd naar voren geschoven met de taak het woord te nemen en zodanig te construeren dat het behalve zichtbaar ook zodanig hoorbaar: zou zijn als in geen enkele andere bekende dimensie "ooit" was waargenomen. Dit echter schrikte hem enigszins af, want hij vermoedde een onbekend effect, met een wellicht ongekend gevolg dus stelde hij voor met zijn allen, tegelijkertijd, dit experiment tot leven te brengen. Aldus geschiedde. In ene keer werd het woord LICHT door de groep wondere wezens op een willekeurig punt in een voor die gelegenheid ingerichte ongerepte dimensie gericht. Het effect was overweldigend.Zo zeer zelfs dat het lange tijd duurde voordat iemand van hen zich waagde het gevolg van deze vermetele creatie te aanschouwen. Tot hun grote opluchting zagen zij "dat het goed was".

Terwijl in deze nieuwe dimensie de tijd, evenredig met de ruimte, voortschreed, werd er beraad gehouden over het vervolg. De strekking van deze voormenselijke vergadering betrof de mogelijkheid bestaande dimensies in te brengen in dit nieuwe heelal. Men was hieraan gewend. Maar hoe? Dit compacte, in hardheid alle andere dimensies overtreffende continuüm, leek moeilijk te rijmen met de gangbare emanaties. De oplossing lag voor de hand.

Een van hen moest zichzelf reproduceren en projecteren in deze ruimte/tijddimensie en wel zodanig dat hij naarmate de omstandigheden het vereiste, net zo hard en fysiek diende te worden als de hem omringende materie. En wel zo snel mogelijk, want hij moest tegelijk met het klonteringproces deelnemen teneinde deze werkelijkheid naar bevrediging te benaderen. En zo zwierf deze projectie, deze nog ijle figuratie van dit buitentijdse wezen, miljarden jaren mee met het wordingsproces van deze kosmos en toen eenmaal een planeet zodanig positie had gekozen om zijn lievelingszon en nog even later, zette deze persoon zich neer in grazige weiden, omringt door prachtig struweel en scheen een warm zonnetje op zijn naakte lichaam.

Na vele eenzame jaren echter werd zijn verlangen groot op het fysieke vlak te communiceren met een soortgenoot en na vele vergeefse pogingen contact te leggen met zijn voorvaderen kreeg hij op een regenachtige dag telepathisch bericht van zijn creator. Of hij nog even geduld wilde hebben. Er werd gewerkt aan een plan dat moest voorzien in een ethisch verantwoorde oplossing.
Weer gingen er vele jaren voorbij en hij begreep dat zijn schepper er geen idee van had hoe het is om te leven in een dimensie waar tijd en ruimte de bepalende factoren zijn.

Op een wederom druilerige, koude dag, waarop de zon laag aan de horizon een kleine boog beschreef, nam hij een besluit. Wat zijn schepper kon, moest hij ook kunnen en na het bundelen van zijn intuïtie schiep hij zich een wezen zoals hij in zijn mooiste dromen had gedroomd. Hij had haar zo geschapen dat als het koud was, ze perfect in elkaar zouden passen; vooral met die lichaamsdelen die het meest gevoelig waren voor koude.

Zij overtrof alles wat hij tot nu toe om zich heen had gezien en soms keek zij naar hem alsof ze terug wilde kruipen in hem, waar zij vandaan kwam en zo verlangde zij naar hem dat hij niet anders kon dan onafgebroken naar haar verlangen. Toen, op zekere dag, terwijl de zon zijn hoogste punt had bereikt, liet zij zich verleiden door zijn slang en proefde zij de vruchten van het plukken van de boom van wat zij dacht dat het zijn hoogste kennis was.
Zij waren dichter bij elkaar dan twee mensen want zij was uit hem voortgekomen en zij wisten dat wat uit hen voortkwam nog dichter bij hen zou zijn en nog afhankelijker, zodat het kind dat zij voortbrachten altijd kind zou blijven.

Schrijver: Peter Wijbenga, 12 november 2005


Geplaatst in de categorie: filosofie

2.3 met 3 stemmen 634



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)