J.C. van Schagen: Ewig weiblich
beschouwing
...zacht en welig als je heupen zijn, beschroomd gewillig aan haar meesters hand, zo zacht gehoorzaam als je zoete
schoot zich voegt nu aan het felle dringen van mijn wil
zo zacht als jij, Marianne, zelf aan mij te hunkeren staat
jij tedere wijnrank aan het sterke hout
zo onverbiddelijk...