In de trein van Dordrecht naar Leiden probeer ik me door het boek Duyvendak te worstelen. Ik heb tussen inbraak en taart nog geen zinnig woord gehoord over de mogelijke legitimiteit van Wijnands acties, dus heb ik het boek zelf maar ter hand genomen. De eerste 50 pagina’s waarin de jonge...
...en dachten, daar moeten we niet zijn. Een inbreker kijkt wel uit. Ik weet, dat blaffen hinderlijk is voor de buren, maar een hond blaft nou eenmaal.
Mijn buurman is al over de tachtig en kan niet tegen hondengeblaf en schreeuwende kinderen. Iedere keer als mijn hond blaft begint hij op...