Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Meneer Bol

28.

Als ik na de verkrachting - tijdens een schoolreis naar Berlijn - weer een klein beetje opgekrabbeld ben en na maanden afwezigheid weer voor het eerst naar school ga, heb ik wiskundeles van meneer Bol.
Bol is een grote forse man die zijn naam eer aan doet. Hij kan nogal bulderen.
Hij heeft een negatieve manier van lesgeven en gaat er bij voorbaat van uit dat niemand huiswerk maakt. Omdat ik zo stil en in mezelf gekeerd ben en mijn uiterste best doe onzichtbaar te zijn, word ik vaak overgeslagen met beurten.
Maar niet bij Bol.
Meteen de eerste les is het raak. Bol vraagt mij om mijn huiswerk op het bord voor de klas te maken. Ik schrik, want door het stotteren en blozen vind ik voor de klas staan sowieso al heel erg stressvol en door dat geschreeuw van hem raak ik nog meer van slag.
Ik wil mijn schrift met de huiswerkopgaven die ik wel heb gemaakt, meenemen. Maar dat mag niet.
Voor het bord gaat hij steeds dichter – dreigender voor mijn gevoel- tegenover me staan en op luide toon stelt hij vragen over het huiswerk. Ik raak volledig op slot en zo erg in mezelf gekeerd dat ik hem zelfs niet meer kan horen. Ik zie alleen een angstaanjagende gestalte vlak voor me met een verwrongen gezicht en een mond die open en dicht gaat. Ik reageer niet, zeg niets, sta alleen maar aan de grond genageld van angst en zit opgesloten in mijn glazen geluiddichte ei.
Op een gegeven moment ben ik even helder en kan ik hem horen bulderen: “O.k., we beginnen bij het begin, hoeveel is twee keer twee!” Van angst en schrik kan ik niets meer bewegen, niets meer zeggen, zelfs niet meer denken. Twee keer twee, geen idee.
Bol pakt mijn hand – mijn rechterhand terwijl ik links ben - en duwt er een krijtje in. Nog steeds blijf ik stokstijf staan. Hij legt zijn hand op mijn rechterhand en schrijft een twee op het bord.
Ik weet niet meer of we de hele som hebben gemaakt of dat hij het bij de tafel van twee heeft gelaten.

Later als ik opnieuw even een helder moment heb en weer op mijn stoel zit, hoor ik hem door de klas bulderen dat ik te stom ben om tot tien te tellen en dat er niets van me terecht zal komen.

’s Middags als ik naar huis fiets, hoop ik dat mijn moeder thuis is en wakker is en aanspreekbaar is en dat ik haar kan vertellen wat er is gebeurd. Ik verlang er zo naar dat iemand mij troost en helpt en zegt dat het over gaat en dat alles goed komt.
Als ik thuis kom, zie ik dat mijn moeder in de keuken bezig is met het avondeten. Ik ga bij de keukentafel zitten. Zij staat bij het aanrecht met de rug naar me toe. Ik wil haar alles vertellen. Van Berlijn, de verkrachting, van Bol, hoe ongelukkig, ellendig en eenzaam ik me voel, alles.
Ik verzamel al mijn moed en begin voorzichtig over Berlijn te vertellen. Na een tijdje draait ze zich om en zegt: “Ach, weet je zeker dat je dat niet gedroomd hebt?”

Vervolgens begint ze over een ander onderwerp, draait zich weer om en gaat verder met het afgieten van de boontjes.

Schrijver: Lone Wills, 20 juli 2015


Geplaatst in de categorie: school

4.0 met 5 stemmen 366



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
20 juli 2015
Veel leraren/leraressen maken op despotische wijze misbruik van hun machtspositie. Die Suikerbol zeker. Wat een brutale schobbejak zeg! Een drillende legerofficier is er niets bij.
In 'Another Brick in the Wall' van Pink Floyd komt ook zo'n schreeuwende *****nleraar voor. Die song is een perfect medicijn tegen dit soort banale bullebakken in verkeerde posities. Je moeder is op haar beurt grof en niet inlevend, maar ontkennend kortaf.
Néé, je hebt dat *********me niet gedroomd en je wilt je verhaal aan iemand kwijt en van je moeder mag je toch wel wat begrip verwachten! Het tegendeel blijkt waar en je kunt maar beter een psychiater in de hand nemen, al is dat tegenwoordig nauwelijks meer te betalen voor de doorsnee burger!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)