Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

De flexibele psychologe

Tijdens mijn logeerpartijen als puberende jongen bij mijn strenge katholieke tante kreeg ik een boek over psychologie in handen waar ik gretig in begon te lezen. Ik ontdekte al lezend dat mensen, die overdreven aardige complimenten gaven en altijd lief en aardig waren, vaak onzeker waren en niet hun werkelijke ik lieten zien, hetzelfde bleek te gelden voor mensen die altijd chagrijnig waren. Ik herkende mijn vader en moeder in beide omschrijvingen.

Met mijn strenge tante had ik wel een klik, maar dat kwam omdat we allebei dol op de natuur waren, en zij drie dochters had, die niet meer thuis woonden, maar geen zoon. Ze noemde mij gekscherend haar pleegzoon, en ik leerde op haar oude piano een eenvoudig Oosters deuntje.

Ik zag zondag 23 april 2017 op tegen het bezoekje aan mijn psychologe. Ik had geen zin om over hun organisatie te praten en het voelde alsof ik mijn lustavontuurtje aan haar op moest gaan biechten, met mijn trouwe staart tussen mijn benen. Er niets over vertellen was geen optie, want ik was het type eenvoudige volks-man die leefde onder het juk van het motto “waar het hart van vol is loopt de mond van over”. Er met niemand over praten was voor mij onmogelijk, er met iedereen over praten was overdreven, maar mijn mond hield maar niet op met het praten van mijn hart.

Ik zag haar wel als een flexibele psychologe, waarschijnlijk had ze er alle begrip voor.
Ik besloot de rest van dit verhaal op maandag 24 april te gaan schrijven, na het bezoek aan de psychologe.

Maandag 24 april 2017, Amsterdam Oosterparkbuurt.

Het bezoekje aan de psychologe was intens en levendig. Ze had mooie zigeunerinnen-ogen en kon goed luisteren naar mijn intensieve beleving van het leven.
In het begin leek het alsof het gesprek zou ontsporen door mijn aanhoudende boosheid over de zure casemanager, die me verboden had om te lachen tijdens het gesprek, maar zichzelf wel erg grappig vond, en voortdurend van formeel naar informeel switchte tijdens het gesprek. Toen ik eindelijk iets over mezelf kon vertellen ging het meteen stukken beter. Ik kon duidelijk merken dat zij me wel goed begreep en verder zonder vooroordelen was over mijn reeds uitvoerig beschreven lustavontuurtje tijdens het Paasfeest, dat was bedoeld om het Goddelijke in de mens te herontdekken.

Het leek er op dat ik met haar, de psychologe, wel een klik had, in tegenstelling tot de andere mensen van Mentrum die me alleen maar onrust en verdriet hadden bezorgd. Alles uitpraten was weer de remedie, maar ik had geen zin meer om te praten met een casemanager die er niet tegen kon als ik iets grappig vond, wat zij zelf niet grappig vond. Ik had een hartstochtelijke hekel aan mensen die dominant waren, zonder dat daar een reden voor was. Als je dominant wilde zijn, moest je dat met je lustpartner doen in een donkerblauw hemelbedje en niet met een verlegen cliënt, die wat ruimte in de conversatie zocht door zijn verlegen jongensachtige lachje aan de wereld te laten klinken. Een zuur wijf was het, die casemanager, niet meer en niet minder.

Ik sprak met de psychologe af dat ik voortaan mijn kritiekpunten op een USB-stick zou zetten, dan konden we er samen op de computer naar kijken en hoefde ik geen andere mensen lastig te vallen met mijn boosheid wanneer ik een terugslag kreeg en mijn frustraties maar moeilijk kon controleren.

In de middag toen ik weer thuis was en ik nadacht over de liefde brachten mijn herinneringen me terug naar de enige keer dat ik samen met Emma Petronella op vakantie was geweest.
Ze had een dure campingwagen gehuurd om in Frankrijk rond te reizen en ze had een voorkeur voor gemeentecampings om dat daar de eenvoudige mensen kwamen.
We stonden op een gemeentecamping ergens in Frankrijk. Op het ronde plein speelden donkere zigeunerkinderen. Ze waren nieuwsgierig omdat ze niet begrepen wat een jonge man met een oudere vrouw uitspookte en ze kregen snel in de gaten dat Emma Petronella de regie over mij had.
Ze voelden het tragikomische van mijn gevoelige inborst heel goed aan want ze riepen Stan Laurel naar me. Ze zagen in mij de filmheld waar ik zelf ook zo in zwart wit om had moeten lachen. De dunne van de dikke en de dunne, want ik was mager en Emma Petronella had de broek aan, terwijl ik klungelig haar opdrachten tot uitvoer bracht.

Schrijver: Bjarne Gosse, 25 april 2017


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.0 met 4 stemmen 91



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je emailadres voor anderen in beeld verschijnt)