Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De tweede Copernicaanse revolutie: buitenaardse beschavingen en ons wereldbeeld - deel 2

HET ONBEKENDE EN HET ONDERBEWUSTE
Als we al deze verhalen, sagen en mythen onder één noemer proberen te brengen, dan vallen ons twee dingen op. In de eerste plaats waren de randgebieden van vroegere wereldbeelden fascinerend: ze werden door monsters of door hoogstaande wezens bewoond. De normale wetten die in de bewoonde wereld – de ‘terra cognita’ – golden, waren daar niet meer van toepassing. Hoe verder je je van het centrum van de bewoonde wereld verwijderde, des te vreemder en ongewoner begon het er uit te zien. Zelfs natuurkrachten heersten daar niet meer, in elk geval niet in de gebruikelijke zin van het woord. Ruimte en tijd begonnen er te vervagen: meestal werden deze gebieden als ‘eeuwig’ of ‘tijdloos’ voorgesteld. Ze behoorden dus tot een andere orde en werden volgens eigen wetten en regels geregeerd. Dit verklaart ook het tweeslachtige in de mythen over de regionen achter de horizon: dit ‘andere’ kon zowel negatief als positief uitvallen.
Daarmee hangt een tweede kenmerk samen dat deze mythen met elkaar gemeen hebben: ze vormden in feite het domein van het onderbewuste. Gedachten en gevoelens, angsten en utopieën over een betere wereld werden geprojecteerd op deze randgebieden. Alles was daar mogelijk: zevenkoppige draken en cyclopen huisden daar, maar ook beschavingen van een duizelingwekkend niveau. De tijd was er overwonnen en men behoefde er niet meer te eten en te drinken. Kortom, de mensen projecteerden hun eigen onderbewuste beelden, angsten en fantasieën op deze buitenste regionen. Ze zijn daarom verwant aan de wereld van de droom en de religie. Dat laatste betekent overigens niet dat men ze alleen maar als fraaie verdichtsels beschouwde: men geloofde heel concreet in het bestaan ervan. Het betekent evenmin dat deze fantasieën samenhingen met een gebrek aan realiteitszin en de aandacht afleidden van meer alledaagse zaken. Voor sommigen was dit misschien wel het geval. Maar voor mensen met meer verbeeldingskracht en een ruimere blik vormden zij juist de prikkel om dit onbekende te verkennen en in kaart te brengen.
Christoffel Columbus was zo’n man: de mythen over het ‘Eldorado’, het ‘Goudland’, vormden voor hem een belangrijke inspiratiebron voor zijn ontdekkingsreizen. Paradoxaal genoeg zorgde dus juist een ideaalbeeld van een betere wereld, die weinig meer met de realiteit te maken had, ervoor dat het gebied van de bekende wereld werd vergroot.

JUNG OVER UFO’S
Zojuist is het al ter sprake gekomen: de randgebieden van ons wereldbeeld worden feitelijk niet door concrete wezens, maar door spoken en utopieën uit ons onderbewuste bevolkt. De psycholoog Carl Gustav Jung paste een soortgelijk beginsel toe op het verschijnsel van de ufo’s. Hij veronderstelde nl. dat de mens tegenwoordig zo’n sterk verlangen heeft naar verlossing en bevrijding van zijn staat van gespletenheid, dat hij zich beelden projecteert van buitenaardse bezoekers die als brengers van het heil worden beschouwd. De cirkelvorm van deze ufo’s symboliseert volgens Jung de eenheid waarnaar de mens in zichzelf op zoek is. Het ufo-fenomeen wordt door hem zelfs in verband gebracht met de terugkeer van Christus naar de aarde: het zou een eigentijdse uitdrukking zijn van het oerverlangen van de mens naar het overwinnen van alle aardse tegenstellingen. Over de vraag in hoeverre ufo’s ook werkelijk ruimteschepen zijn van andere civilisaties, laat hij zich echter vaag of ontkennend uit.

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 27 december 2006


Geplaatst in de categorie: heelal

4.0 met 2 stemmen 537



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)