OVER KOSMISCHE COMMUNICATIE (vervolg)
De vorige aflevering over dit onderwerp ging over de vraag: áls er intelligent leven elders in het heelal bestaat, hoe (on)waarschijnlijk is het dan dat we daarmee ooit boodschappen zullen kunnen uitwisselen? De daaraan voorafgaande vraag is natuurlijk: hoe (on)waarschijnlijk is het dat er buitenaardse beschavingen zijn of zijn geweest? Zou het ontstaan van intelligent (zelfbewust) leven op aarde een unieke gebeurtenis zijn geweest of is het waarschijnlijk dat elders in het heelal vergelijkbare levensvormen zijn ontstaan?
Twee argumenten die min of meer aannemelijk maken dat er buitenaardse beschavingen bestaan of bestaan hebben, zijn:
1. Het verschil tussen 0 en 1, oftewel tussen niets en iets, is oneindig veel groter dan het verschil tussen 1 en 2, oftewel tussen iets en nog meer van dat iets. Dus: dat er op één plaats in het heelal leven heeft kunnen ontstaan (onze planeet levert het bewijs daarvan), maakt het aanzienlijk minder onwaarschijnlijk dat dit ooit ook op andere plaatsen heeft kunnen gebeuren. De waarschijnlijkheid ervan is in het recente verleden nog toegenomen door de ontdekking van zonnestelsels die met het onze vergelijkbaar zijn.
2. Er worden op steeds meer plaatsen in ons zonnestelsel (op kometen) en daarbuiten (interstellair) eenvoudige organische moleculen aangetroffen (koolwaterstoffen, eenvoudige aminozuren). Het zijn deze stoffen die de bouwstenen vormen van zgn. koolstof gebaseerd leven zoals het onze.
Volgende vraag: áls er elders in het heelal leven is ontstaan, hoe groot is dan de kans dat het intelligent leven is? We doen er goed aan bij het overwegen van die vraag te bedenken dat bepaald niet bij voorbaat vaststaat dat intelligentie een gunstige levensvoorwaarde is. Op onze eigen planeet bijvoorbeeld zijn, wat de aantallen betreft, bacteriën verreweg het succesvolst. Naar biomassa gemeten staan planten vooraan en wat soortenrijkdom betreft gooien insecten hoge ogen. Alle drie zijn ze weinig intelligent, althans naar onze menselijke maatstaf gemeten.
Maar stel nu eens dat elders in het universum wel intelligent leven is ontstaan en dat zich daaruit vervolgens ook beschavingen hebben ontwikkeld, hoe komt het dan dat we daarvan op aarde nog steeds geen enkel signaal hebben opgevangen? *) Aan wat daarover in het vorige artikel al gezegd werd, is nog wel iets toe te voegen. Het zou – wordt wel geopperd – ook kunnen komen doordat beschavingen maar betrekkelijk korte tijd bestaan. Op aarde hebben de opeenvolgende grote beschavingen het immers ook nooit veel langer dan hooguit een paar duizend jaar volgehouden en op kosmische tijdschaal is zo’n tijdspanne niet meer dan een flits. Er zouden dus misschien, verspreid over het heelal, op gezette tijden beschavingen hebben kunnen aan- en uitflitsen zonder dat wij daarvan weet hebben kunnen krijgen.
Tja, maar voor het feit dat we geen beschavingen in het universum kunnen ontdekken of dat zulke beschavingen óns niet op een of andere manier weten te bereiken, is een eventueel relatief korte bestaansduur ervan, het flitseffect, toch geen toereikende verklaring. Onze eigen beschaving is immers, op kosmische tijdschaal gemeten, ook niet meer dan een flits, maar we hebben intussen toch nog wel kans gezien allerlei signalen en artefacten de ruimte in te sturen die eventueel nog wel over honderdduizend jaar elders kunnen worden opgevangen en geïnterpreteerd. Of we er zelf dan nog zijn, is dáárvoor niet van belang.
In de lijn van deze redenering ligt ook de veronderstelling van sommige wetenschappers dat een technisch voldoende geavanceerde beschaving vroeg of laat in staat zal zijn robotachtige machines het universum in te sturen die zichzelf kunnen repliceren. Materie en energie zouden immers in de kosmische ruimte voor dit soort machines onbeperkt beschikbaar zijn. Een paar miljoen jaar reizen zou dus voor zo’n apparaat geen probleem vormen. De vraag of de oorspronkelijke ontwerpers nog bestaan, speelt ook in dit geval weer geen rol. Des te vreemder dus dat we desondanks op aarde geen enkel signaal – laat staan bezoek – hebben ontvangen van intelligente buitenaardse wezens of voortbrengselen daarvan.
Conclusie: de veronderstelling (op grond van kansberekening) dat er op veel plaatsen én tijdstippen (dus ook al lang voor de verschijning van de homo sapiens) in het heelal intelligent leven is ontstaan, spoort niet met het feit dat het zich op geen enkele waarneembare en bewijsbare wijze aan ons heeft gemanifesteerd. De oorzaken daarvan zouden kunnen zijn:
a. dat er, alle kansberekeningen ten spijt, geen intelligent leven op andere tijden en plaatsen in het heelal is ontstaan – statistische waarschijnlijkheid is immers nog geen zekerheid en misschien zijn we dus toch uniek;
b. dat intelligent leven elders zó sporadisch is ontstaan, dat het een miraculeuze toevalstreffer zou zijn als wij daarvan (ooit) signalen zouden opvangen.
Tenslotte is het dan nog theoretisch denkbaar dat er vormen van (intelligent) leven bestaan die voor ons als zodanig onherkenbaar zijn (bijvoorbeeld entiteiten waarvan het leven zich zo snel of zo langzaam voltrekt dat het niet door ons kan worden waargenomen). Maar die mogelijkheid laten we maar buiten beschouwing, omdat we daarvan per definítie niets kunnen weten.
*) Verhalen over ufo’s, graancirkels e.d. laat ik bewust buiten beschouwing. Ik kan me namelijk nauwelijks iets onwaarschijnlijkers voorstellen dan exogene wezens die zó intelligent zijn dat ze onze planeet fysiek weten te bereiken en tegelijkertijd zó dom dat ze ons door de jaren heen nog nooit iets begrijpelijks hebben weten te melden.
Geplaatst in de categorie: heelal
T.a.v. UFO's: als amateur-astronoom weet ik dat daar heel veel onzin over beweerd wordt. Maar wist je dat niemand minder dan de bekende sterrenkundige prof. C. de Jager ooit een UFO heeft gezien? Dat schrijft hij op zijn privé-blog. Over het UFO-onderzoek van Hynek schreef ik een beschouwing; die vind je op www.nederlands.nl/nedermap/beschouwingen/beschouwing/124264.html?zoekresultaat=ja.
Ik heb bepaald niet uitgesloten dat elders in het heelal leven in enigerlei vorm voorkomt. Dat er intelligent leven zou zijn ontstaan, lijkt mij onwaarschijnlijk om de door mij genoemde redenen. Die onwaarschijnlijkheid impliceert de onwaarschijnlijkheid van ufo's met intelligente reizigers van elders uit het heelal. En bovendien, zoals gezegd, als deze entiteiten dan zó ver gevorderd zijn dat ze zelfs kans zien ons fysiek te bereiken (over vele lichtjaren afstand),
dan is het toch wel onwaarschijnlijk in het kwadraat dat ze zich niet op een verstaanbare manier met ons in verbinding stellen.
Het ontstaan van leven elders in ons zonnestelsel heeft men bijna altijd uitgesloten, maar tegenwoordig denkt men dat er op de Saturnusmaan Titan en de Jupitermaan Europa mogelijk primitief leven is.
Waarom sluit je het bestaan van UFO's uit? Er is heel veel onzin te koop op dit gebied, maar er zijn ook een paar serieuze onderzoekers zoals de sterrenkundige prof. Allen Hynek die de authenticiteit van verschillende meldingen hebben bevestigd.