Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je trouwde met de dochter van jouw minnares

(voor Pétrus Borel (1809 - 1859))

Je bent geboren op 29 juni 1809 in Lyon. Jouw vader André Borel was een smid en jouw moeder was Magdeleine Victoire Garnaud. Jouw ouders kregen 14 kinderen en jij was hun 12-de kind. Jouw vader had een ijzerwinkel op 24 Rue des Quatre Chapeaux. In 1820 verhuisden jullie naar 10, Rue Notre-Dame de Nazareth in Parijs, waar jullie handelden in vlechtwerk. Jij studeerde in het Klein Seminarie van St. Elizabeth, wat bij de Saint-Roch kerk behoorde. Je kreeg les van abt Marduel.

In 1828 was je secretaris van een architect in Melun. Je ging in de leer bij de neoklassieke architect Antoine Martin Garnaud aan de Rue de l'Abbaye. Daarna verkoos je om te gaan tekenen en werd je bevriend met de romantische schilder Deveria van Eugene. Tekenen was het ook niet echt, dus werd je in 1830 journalist en je was het bezielende lid van de Petit Cenakel, een groep bohemiens, zoals Gerard de Nerval, Théophile Gautier, de beeldhouwer Jehan Du Seigneur, de genreschilder/portrettist Napoléon Thomas en de schrijvers Philothée O'Neddy, Auguste Maquet, Joseph Bouchardy, jouw vriend Arsène Houssaye, Charles Lassailly en Alphonse Brot.

Door jouw armoede had je nauwelijks tot niets te eten en jouw bijnaam was: de Lycanthrope (weerwolf). Op uitnodiging van Victor Hugo was je op 25 februari 1830 bij de première van zijn toneeldrama 'Hernani'. In het voorjaar van 1831 werd je in Écouy gevangen gezet, omdat je geen paspoort had. In een huis aan de Rue de Rochechouart deed je samen met anderen aan naturisme en je publiceerde in het poëzie-tijdschrift 'l'Almanach des Muses', in 1765 door Sautreau de Marsy opgericht. In januari 1832 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Rhapsodies'. In 1833 verscheen jouw verhalenbundel 'Champavert contes immoraux' bij Eugène Renduel. In 1836 verscheen jouw vertaling van 'Robinson Crusoe' van Daniel Defoe.

In 1839 verscheen jouw roman 'Madame Putiphar' bij uitgeverij Ollivier. De schrijver Jules Janin bekritiseerde jou op een vijandige manier, maar die bewoonde dan ook Château de Rotoirs en hij was giftig vanwege het standsverschil en jouw welvarende roem. Vanaf 1834 woonde je samen met Marie Antoinette Grangeret, de weduwe van Augustin Claye. Begin 1840 verhuisde je met haar en haar kinderen Gabrielle en Justus naar een boerderij nabij het station van Asnières-sur-Seine. Je werd er o.a. door de schilder/illustrator Célestin Nanteuil bezocht.

Je publiceerde in de literaire krant 'L'Artiste', in 1831 opgericht door de schilder Achille Ricourt, en in het literaire tijdschrift 'Revue de Paris', in 1829 opgericht door de journalist/politicus Louis-Désiré Véron, die ook nog de directeur van l'Opéra de Paris was. In 1845 kwam Gautier terug van een reis naar Algerije en die pleitte voor meer koloniaal bestuur. Op 25 januari 1846 kwam jij in Algiers aan en werd je de secretaris van Thomas Robert Bugeaud, de Gouverneur-Generaal van Algerije. Op 25 juni 1846 voegden jouw geliefde en haar dochters zich bij jou. In juli 1847 werd je inspecteur van de kolonisatie in Mostaganem.

Op 2 september 1847 trouwde je gek genoeg met de 19-jarige dochter van Marie Antoinette, Gabrielle. Jij was 38. Je bouwde zelf een huis en in 1850 werkte als inspecteur voor de Lambessa Penitentiary. Daarna werd je burgemeester van Blad-Touaria tot 18 juni 1852. Je had een vete met de vice-prefect Viscount Gantès, die jij verweet, dat hij elke samenwerking onmogelijk maakte. Bovendien had hij de baan van jouw oude vriend Ausonius Chancel ingepikt. Jij werd een eenvoudige landbouwer en op 21 januari 1857 overleed Marie. Op 17 juli 1859 overleed jij in Mostaganem door een zonnesteek en uitputting. Je werd 50 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 6 april 2017


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.7 met 3 stemmen 64



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)