Een uitverkorene, die Baudelaire mocht ontmoeten

(voor Félicien Rops (1833 - 1898))

Je bent geboren als Félicien Joseph Victor Rops op 7 juli 1833 in Namen, de hoofdstad van Wallonië, die rond 8000 voor Christus is ontstaan. Je was de enige zoon van Sophie Maubile en Nicholas Rops, een textielfabrikant. Op jouw 20-ste ging je naar Brussel en studeerde je korte tijd aan de Universiteit van Brussel. Daarna ging je naar de Académie de Saint-Luc en begon je satirische lithografieën te maken, die in het studentenblad 'Le Crocodile' werden gepubliceerd. Daarnaast publiceerde je lithografieën in het tijdschrift 'Uylenspiegel', wat tot 1862 duurde. Deze activiteiten maakten een beroemde karikaturist van jou.

Jouw werk is veelal satanisch en licht pornografisch van aard. De vrouwenfiguren, die het Kwaad en de verleidingen personifiëren, zijn volop geïnspireerd door de Vlaamse jongedames, waar je zo dol op was. Als jongeling bezocht je een jezuïtenschool. In jouw tijd lagen de kerkelijke overtuigingen en dogma's flink onder vuur. Je was een gerespecteerde graficus, schilder en karikaturist.

In 1857 trouwde je met Charlotte Polet de Faveaux en jullie kregen samen twee kinderen; Paul en Juliette. Juliette overleed op jonge leeftijd. Voor de boeken van de Belgische romanschrijver Charles De Coster maakte je etsen en illustraties. In 1862 ging je naar Parijs, waar je de schilder/etser Félix Henri Bracquemond, Jules Ferdin en Jacquemart ontmoette. In 1864 ontmoette je de beroemde dichter Charles Baudelaire, die toen 43 jaar was. Je werd tot het einde van jouw leven door de ontmoeting met Baudelaire beïnvloed. Je creëerde de frontispice voor 'Les Épaves' van Baudelaire. Verder hielp je mee aan de publicatie van enkele, gecensureerde gedichten uit 'Les Fleurs du mal', die in België het licht zagen.

Rond 1865 stopte je als lithograaf en werd je een onrustige etser. Je was een vrijmetselaar en een lid van de Grand Oriënt van België. Jouw werk werd bewonderd door Théophile Gautier, Alfred de Musset, Stéphane Mallarmé, Jules Barbey d'Aurevilly en Joséphin Péladan, een romancier en Martinist en de oprichter van de Salon de la Rose + Croix. Bovendien een alchemist en occultist en een meester in de Kabbala en de Tarot. Je was nauw verbonden met de Symboliek en de Decadente beweging. Na de scheiding met Charlotte ging je in 1874 naar Parijs. Daar leefde je samen met de zussen Aurélie en Léontine Duluc. Samen met Léontine kreeg je een dochter, genaamd Claire, die later met de schrijver Eugène Demolder trouwde.

Je was één van de stichtende leden van de Société Libre des Beaux-Arts en Lex XX. Je koesterde jouw onbekendheid en je wilde niet bij de massa beroemd zijn, immers, een massa van schijnheilige, keurige en goudeerlijke mensen. Je walgde van die hypocriete naarlingen. In 1892 begon jouw gezichtsvermogen drastisch af te nemen. Jouw etsen hebben o.a. Edvard Munch en Max Klinger beïnvloed.

Je overleed op 23 augustus 1898 in Corbeil-Essonnes. Je werd 65 jaar.