Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De bijzondere vrouw van Maarten Luther

(voor Katharina Von Bora (1499 - 1552))

Je bent geboren als Katharina von Bora op 29 januari 1499 op het kleine landgoed Zollsdorf, nabij Lippendorf, Meissen/Sachsen. Jouw vader Hans von Bora en jouw moeder Katharina von Haubitz behoorden tot de lage landadel. Je had drie broers en één zus. Na het overlijden van jouw moeder ging je op jouw zesde naar het internaat van de kloosterschool van de Benedictinessen te Brehna, nabij Bitterfeld, Sachsen-Anhalt. In 1508 werd je door jouw vader naar het Cisterziënserklooster 'Marienthron' te Nimbschen gebracht. Na jouw opleiding op de kloosterschool in Brehna ging je in Nimbschen verder studeren, waar lezen, schrijven, rekenen en Latijn van groot belang was.

Daarnaast werkte je in de kloosterboerderij, op de landerijen, in de bakkerij, de brouwerij en andere afdelingen. Je leerde daar om een zelfvoorzienende huishouding van een nonnenklooster in stand te houden. In 1514 begon jouw noviciaat. Op 8 oktober 1515 werd je als kloosterzuster ingezegend. Je leefde samen met de andere nonnen volgens de regels van Bernard van Clairveaux (1090 - 1153), promotor van de cisterciënzers. Vanaf 1517 bereikt de nieuwe leer van de Augustijner monnik en theoloog uit Wittenberg Martin (Maarten) Luther (1483 - 1546) de bewoonsters van het vrouwenklooster in Nimbschen. Het kernpunt van Luther's theologie, de belofte van God's genade en de daarbij behorende gemoedsrust, werd later de reden voor 12 nonnen om het klooster te verlaten. Luther hielp hen ontsnappen.

In 1520 verklaarde paus Leo X Maarten tot ketter. In 1521 werd Maarten door de roomse keizer Karel V in de rijksban gedaan, wat betekende dat iedereen hem straffeloos mocht vermoorden. In 1528 ben je door de schilder Lucas Cranach de Oude geportretteerd. Je was echt een knappe verschijning, edel, helderziend en oerwijs. Luther zocht hulp bij de burgemeester van Torgau en handelaar Leonhard Koppe. In 1523 vlucht je samen met andere nonnen vanuit het klooster naar Torgau. De volgende dag gingen jullie naar Wittenberg. Luther ontving jullie in het 'Zwarte Klooster', het plaatselijke klooster, waar hij nog maar met één monnik woonde. Luther kreeg financiële bijstand van de keurvorst Frederik III van Saksen (1463 - 1525), die immers in 1502 de Universiteit te Wittenberg oprichtte, waar Luther later doceerde.

In Wittenberg woonde je bij de jurist Philip von Reichenbach en zijn vrouw. Je verbleef ook veel bij de schilder/etser Lucas Cranach en zijn vrouw Barbara Brengebier, die vijf kinderen kregen. Vanaf 1520 was Lucas ook apotheker en hij was bevriend met Maarten Luther en de filosoof/theoloog Philipp Melanchthon, de rechterhand van Maarten en de leraar van de Groningse kroniekschrijver Abel Eppens. Bij Lucas leerde je de huishouding bij welgestelden te doen. In 1523 werd je verliefd op de Neurenbergse patriciër Hieronymus Baumgärtner. Terug in Nürnberg laat hij niets meer van zich horen. Je werd ziek van verdriet. Maarten stimuleerde Hieronymus en zijn collega-theoloog Nikolaus von Amsdorff tevergeefs om met jou te trouwen.

Op 27 juni 1525 trouwde je met Maarten Luther. Jullie kregen zes kinderen; Johannes, Elisabeth, Magdalena, Martin, Paul en Margarete. Begin 1540 kreeg je een miskraam, waardoor je wekenlang tussen leven en dood zweefde. Je woonde in het lege Augustijnenklooster in Wittenberg, waar ook een brouwerij en een kloostertuin bij hoorde. Er werd vee gehouden en iedere meter grond werd rendabel gemaakt. Er werd grond bijgekocht, inclusief een beek, die de keuken van verse vis voorzag. In 1544 werd er een hoptuin voor de bierbrouwerij aan de Specke gekocht. Op jouw 40-ste werd je ook eigenares van het landgoed Zolsdorf. Veel studenten vonden onderdak in jullie klooster en jullie kregen vaak bezoek van koninklijke en andere belangrijke gasten. Velen vroegen Maarten om raad.

Op 18 februari 1546 overleed Maarten, die 62 werd. Je vluchtte met jouw kinderen en huisraad voor de pest richting Torgau. De paarden sloegen op hol en jij wilde ze grijpen, maar je viel in het water. Eenmaal in Torgau ben je verlamd en in drie maanden kwijnde je weg. Je werd 53 jaar en je bent in de Mariënkirche in Torgau begraven. Jouw gebeente rust onder de stenen vloer tussen het doopvont uit 1693 en de kansel uit 1582.

Schrijver: Joanan Rutgers, 20 april 2018


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 26



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)