Toen een nieuwe winter inzette.....
Ach, mijn kameraad, mijn vriendin, mijn enige zus, hoe liepen we samen eens in lang-vergeten tijden zij aan zij de lange weg en hoe zou ik voorgoed aan je zijde willen lopen over de lange, bochtige en kronkelend-onvoorspelbare weg van het leven.
Een nieuwe dag is aangebroken, een nieuwe winter heeft ingezet: in een laat seizoen zetten we koers naar je dorp, naar je boerderij, waar je op ons wacht.
Het oude huis ligt ingebed in de atmosfeer van een vroege winter. In de luwte, onder het bladerdak van oude eiken, is plaats voor de auto.
Een jong, zwart hondje, lenig en met gladde vacht, dat de naam Fendel draagt begroet ons; het is de nieuwe kameraad van mijn zus en zwager. Vol vertrouwen en argeloos drinkt het uit de bak met koel, koud, helder water die voor hem klaargezet is en later slaapt hij vreedzaam in.
Fendel heeft het leven nog voor zich dat jij door de zware ziekte die je moest doormaken al welhaast had moeten afgeven.
We moeten je weer verlaten en in de vroege avond legt de indigoblauwe nacht zich over de wereld en we nemen afscheid van het dorp Heeze, van je boerderij, van Fendel en van jou.
Geplaatst in de categorie: familie