Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een heroïsche zelfopoffering

(voor Marianne Cohn (1922 - 1944))

Je bent geboren op 17 september 1922 in Mannheim, opgericht in 1606 door keurvorst Frederik IV van de Palts, die het kasteel Friedrichsburg liet bouwen. De stad werd door de Nederlandse architect Bartel Janson ontworpen. Je was de oudste dochter van een familie van Duitse, linkse intellectuelen van Joodse afkomst. In de praktijk deed je niets aan het jodendom en je had weinig verbinding met de Joodse gemeenschap in Duitsland. Jouw familie verliet onder dwang en verplicht Duitsland en jullie gingen in 1934 in Spanje wonen en in 1938 in Frankrijk wonen.

Jouw ouders werden als Duitse onderdanen naar het interneringskamp Gurs gedeporteerd, in Zuidwest-Frankrijk, nabij Pau. Daar was nauwelijks voedsel en wat er was, was van slechte kwaliteit. Er was geen stromend water en er waren geen sanitaire voorzieningen. Men sliep op met stro gevulde zakken in raamloze, koude hokken. Jouw zus en jij gingen naar een boerderij en jullie waren lid van de Joodse gidsen en Scouts van Frankrijk, opgericht in 1923 door Robert Gamzon, de kleinzoon van de opperrabijn van Frankrijk Alfred Lévy. Alfred's kleindochter was de verzetsstrijdster Renée Léa Lévy, die op 31 augustus 1943 in Keulen door de nazi's werd onthoofd. Ze werd 36 jaar.

Bij de scouting kregen jullie de mogelijkheid om jullie Joodse identiteit te herontdekken. In 1942 begon jij met het smokkelen van Joodse kinderen uit Frankrijk, samen met Jacques Klausner. Je werd bedreigd met deportatie en je bent in 1943 in Nice gevangen gezet. Daar schreef je jouw beroemde gedicht 'Je trahirai demain'. Na drie maanden werd je vrij gelaten, waarna je meer actief met het smokkelwerk ging meedoen. Elke week hielp je twee of drie groepen van elk maximaal 20 kinderen uit alle gebieden in Zuid-Frankrijk de grens naar Zwitserland over. Als schuilnaam gebruikte je Marianne Colin.

In januari 1944 werkte jij samen met Rolande Birgy, terwijl jouw smokkelroute dwars door Lyon en Annecy liep. Rolande had met Mila Racine gewerkt. Op 31 mei 1944 werd je ergens nabij Annemasse gearresteerd, terwijl je 28 kinderen over de grens naar Zwitserland wilde smokkelen. Je werd in het Hotel Pax gevangen gezet, wat inmiddels een Gestapo-gevangenis was geworden. Twaalf jongens en meisjes, ouder dan 14 jaar, werden hier ook vastgehouden. De 16 andere kinderen werden door Jean Deffaugt, de burgemeester van Annemasse, naar een katholiek kamp gebracht. Dit werd tenslotte hun redding. Later heeft de Joodse Staat Israël Jean Deffaugt als een 'rechtvaardige onder de naties' beschouwd. Jouw verzetsgroep wilde jou bevrijden, maar dit weigerde je, uit angst voor represailles op de kinderen.

Ondanks alle gruwelijke martelingen wist je vrouwmoedig te zwijgen. In de nacht van 7 op 8 juli 1944 stuurde Klaus Barbie, het hoofd van de Gestapo in Lyon, een groep nazi's naar Annemasse om zes gevangenen te martelen. Jij werd geschopt, geslagen, verkracht en tenslotte met een spade en/of een geweerkolf doodgeslagen. Niemand wist wat er die nacht met jou is gebeurd. Pas op 23 augustus 1944, de dag van de bevrijding van Annemasse, werd jouw lichaam door Emmanuel Racine en Jean Deffaugt geïdentificeerd. Je werd samen met andere verzetsstrijders in een massagraf in de buurt van Ville-la-Grand (Haute-Savoie) gevonden, enkele kilometers vanaf Annemasse. Je werd 21 jaar.

Op 7 november 1945 ontving je van de Franse, militaire regering postuum het Croix de Guerre. In Annemasse en Berlijn zijn er scholen naar jou vernoemd en in Ville-la-Grand een straat.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 januari 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 55



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)