Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een Broadway-ster met een gouden keel

(voor Lillian Russell (1860/1861 - 1922))

Je bent geboren als Helen Louise Leonard op 4 december 1860 of 1861 in Clinton, Iowa. Jouw vader was de krantenuitgever Charles Egbert Leonard (1829 - 1896) en jouw moeder was de feministische schrijfster Cynthia Hicks (1828 - 1908). Zij kregen acht kinderen.
Jouw vader begon in 1855 het dagblad 'Clinton Herald'. In 1888 was jouw moeder de eerste vrouw, die burgemeester van New York probeerde te worden. Als kind speelde je op school in toneelstukken, je kreeg privé-muzieklessen en je zong in koren. In december 1877 had je een rol in 'Time Tries All' in de Chickering Hall in Chicago.

Op jouw 18-de zijn jouw ouders gescheiden. Jouw jongere zus en jij gingen met jouw moeder naar New York. Jij kreeg zangles van de dirigent/componist Leopold Damrosch en je dacht erover om operazangeres te worden. Jouw zeer gelovige moeder verafschuwde het theaterleven.
Je kreeg een relatie met Walter Sinn, de zoon van een theatereigenaar in het park te Brooklyn. Walter's moeder regelde in 1879 een koorbaan voor jou in John Cheever Goodwin's musical 'Evangeline', met muziek van Edward Rice. Je werd zwanger van de orkestleider Harry Braham, met wie je in november 1879 trouwde.

In juni 1880 werd jullie zoon Harry geboren. Harry kreeg op Broadway een goede baan bij het theater van Tony Pastor. Tony was de vader van de vaudeville en in november 1880 ging je bij zijn variété aan de slag. Je zong en je deed sketches. Tony adviseerde jou om de artiestennaam Lillian Russell te nemen. Begin 1881 overleed Harry junior, omdat het kindermeisje per ongeluk met een luierpin in zijn maag stak. Dit verergerde jouw moeizame relatie met jouw moeder en het leidde tot een scheiding met jouw man.

In de zomer van 1881 had je een belangrijke sopraanrol in de komische opera 'The Pirates of Penzance' in het theater van Tony. Daarna speelde je in het Bijou Opera House op Broadway. Met jouw minnaar, de getrouwde (wat jij niet wist!) componist/dirigent Edward Solomon, zeilde jij naar Londen, waar je in diverse werken van hem speelde, die hij speciaal voor jou had geschreven, o.a. 'Virginie', 'Billee Taylor' en 'Pocahontas'. In 1884 kregen jullie een dochter, Dorothy Lillian. In 1885 trouwden Edward en jij in New Jersey. Het succes werd minder en Edward kon slecht met geld omgaan. Jullie laatste show 'The Maid and the Moonshiner' uit 1886 was een flop.

In 1886 werd Edward in Londen aangeklaagd voor bigamie. In 1887 scheidde hij van zijn eerste vrouw en in 1889 trouwde hij met de actrice Kate Everleigh. In 1893 ben jij officieel van Edward gescheiden. Edward overleed op 22 januari 1895 door de tyfus; hij werd 39 jaar.

Jij bleef in komische opera's optreden en jij bleef een ster op Broadway, zoals in de titelrol van de operette 'The Grand Duchess of Gerolstein' en als Fiorella in 'The Brigands'. Je schitterde vooral in de operette 'Giroflé - Girofla', waarin je een dubbele hoofdrol speelde. Je was natuurlijk ook gewoon een flink sekssymbool, die door extreem rijke cowboys met leeggeschoten, werkloze revolvers hun libido een directere wending gaven.
Je speelde o.a. met de bariton Eugène Oudin, die op 4 november 1894 op zijn 36-ste overleed door een beroerte.
Het luxe-bedrijf Tiffany & Co schonk jou een speciale, vergulde fiets met ingebouwde diamanten en parels.
In 1894 trouwde je met de tenor John Haley Augustin Chatterton, welk huwelijk in 1898 strandde. Je was ook 40 jaar de geliefde van de zakenman James Buchanan Brady (1856 - 1917), die jou diamanten en edelstenen schonk. De componist John Stromberg, geboren in 1853, schreef diverse hits voor jou. John pleegde in 1902 zelfdoding en in zijn jaszak zat het lied 'Come Down Ma Evenin' Star', dat hij nog voor jou had geschreven. Dit is het enige lied, dat jij hebt opgenomen.

In 1912 trouwde jij in het Schenley Hotel in Pittsburgh met de diplomaat/uitgever Alexander Pollock Moore, de eigenaar van de krant 'Pittsburgh Leader'.
Jouw laatste optreden op Broadway was in 1912 in 'Hokey Pokey'. In 1915 speelde je de hoofdrol in de film 'Wildfire'. Tot 1919 speelde je in vaudevilles. In 1922 reisde je namens president Warren Harding naar Europa om de toename van de immigratie naar Amerika te onderzoeken. Je concludeerde dat de klasse van de immigranten van de laatste jaren de ontwikkeling van iedere natie tegenhoudt. Dit leidde tot de zeer beperkende Immigratie Akte van 1924.

Tijdens de terugreis liep jij enkele verwondingen op, die tot ernstige complicaties hebben geleid. Na tien dagen van ziekte in jouw huis te Pittsburgh overleed jij op 6 juni 1922. Je werd 60 of 61 jaar en je bent in het privé-mausoleum van jouw familie op de Allegheny Cemetery aan 4734 Butler Street in Pittsburgh begraven. Op jouw doodkist lag een krans van president Harding.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 juli 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 38



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)