Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Felle filosofie als antigif tegen zelfdoding

(voor Ludwig Wittgenstein (1889 - 1951))

Je bent geboren als Ludwig Josef Johann Wittgenstein op 26 april 1889 in Wenen. Je was van Joodse afkomst.
Jouw vader was Karl Otto Clemens Wittgenstein, een Oostenrijkse industrieel, die aan het hoofd stond van één van de rijkste families van Oostenrijk, toen nog de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie.
Jouw moeder was Leopoldine Maria Josefa Kalmus, een tante van de Nobelprijswinnaar Friedrich Hayek.
Jouw vader was een hardvochtige perfectionist zonder enige vorm van empathie.

De componist Johannes Brahms herkende een diepe depressie in het gezin Wittgenstein. Er is in jullie familie een verre connectie met de beroemde, Hongaarse violist/dirigent/componist Johannes Joachim (1831 - 1907), een naaste medewerker van Johannes Brahms. De schrijver Anthony John Gottlieb bevestigde dit. Hij leeft overigens nog en hij is een ex van de literaire critica/romancière/biografe Miranda Seymour.
Drie van jouw broers hebben zelfdoding gepleegd. Jij overwoog zelfdoding.

Jij had niet de vereiste vooropleiding voor het Weense gymnasium vanwege jouw ontoereikende privéles aan huis, waardoor jouw vader jou naar een Realschule in Linz stuurde, waar Adolf Hitler ook op zat, zij het een klas lager. Adolf heeft op die school een enorme hekel aan jou gehad, omdat jij simpelweg veel rijker dan hij was en bovendien geestelijk overheersend. Adolf haatte jouw natuurlijke suprematie.

Je werd opgeleid tot werktuigbouwkundig ingenieur en je onderzocht en verbeterde een tijd het ontwerp van vliegtuigen. Door jouw ingenieursstudie kwam je in contact met wiskundige problematiek, waardoor je Gottlob Frege ontmoette, een wiskundige/logicus/filosoof, die één van de grondleggers van de moderne, wiskundige logica en de analytische filosofie is. Hij wordt beschouwd als de meest invloedrijke logicus sinds Aristoteles. Giuseppe Peano, Georg Cantor, Edmund Husserl, Bertrand Russell en Alfred North Whitehead waren ook door Gottlob Frege beïnvloed.

Jouw vader overleed in 1913.

Jij kwam later in contact met Bertrand Russell, filosoof aan de Universiteit van Cambridge, gesticht in 1209, met als beroemde alumni o.a. John Milton, Isaac Newton, Charles Darwin en Stephen Hawking.
In de Eerste Wereldoorlog vocht jij als vrijwilliger en maakte je literaire, filosofische aantekeningen. Je bent één van de grootste filosofen van de 20-ste eeuw.
Jouw oudere broer was de pianist/componist Paul Wittgenstein (1887 - 1961), die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm verloor.

In 1922 verscheen jouw debuutwerk 'Tractatus Logico-Philosophicus', het enige werk, dat tijdens jouw leven is verschenen. Jij vat dit werk samen in de zin 'Wat gezegd kan worden, kan duidelijk worden gezegd; en waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen'.

Jij weigerde bronnen te noemen, omdat dat wat jij stelt, volgens jou onomstotelijk waar is. Je erkende Frege en Russell wel als belangrijke invloeden.
Jij was biseksueel en jij had o.a. een relatie met David Hume Pinsent, Francis Skinner en Ben Richards. David, een afstammeling van David Hume (1711 - 1776) overleed op 8 mei 1918 door een vliegtuigongeluk. Hij werd 26 jaar. Francis Skinner was 23 jaar jonger dan jij en hij overleed in 1941 door polio. Hij werd 29 jaar.

Je las vooral het werk van Lev Tolstoj.
In de Tweede Wereldoorlog werkte jij als ambulancebroeder en in een medisch onderzoekslaboratorium. Na de oorlog keerde jij naar Cambridge terug, waar je van 1929 tot 1947 gedoceerd hebt aan de Universiteit van Cambridge. In 1947 gaf jij jouw leerstoel op.

Op 29 april 1951 overleed jij in Cambridge door kanker. Je werd 62 jaar.

In 1953 verscheen postuum jouw werk 'Filosofisch Onderzoek', dat één van de belangrijkste werken van de 20-ste eeuw is.

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 augustus 2019


Geplaatst in de categorie: idool

3.0 met 2 stemmen 59



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Max
Datum:
16 augustus 2019
Bijzonder dat je deze grote denker de revue laat passeren, Joanan. Hij was een invloedrijk denker in de Wiener Kreis.
Als soldaat hield hij in WO aantekeningen bij die de basis vormden van de Tractatus (1922). Het centrale probleem daarin is de relatie tussen taal, gedachte en werkelijkheid. Het leidde tot de 'beeldtheorie' van betekenis: zinnen zijn representaties (letterlijk: afbeeldingen) van mogelijke toestanden.
In de Philisophische Untersuchungen (1952) nuanceert hij dat verder. Hij zegt dan dat woorden instrumenten zijn die we voor talrijke doeleinden in diverse contexten gebruiken. Kortom, betekenis kan niet worden gescheiden van de activiteiten en het gedrag van taalgebruikers, want die weerspiegelen en verklaren de betekenis van onze woorden.
Naam:
M. Feith
Datum:
16 augustus 2019
Heeft Adolf Hitler hem het leven nog proberen zuur te maken gedurende WO II?!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)