Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De getormenteerde tante van Jacques Perk

(voor Betsy Perk (1833 - 1906))

Je bent geboren als Christina Elizabeth (Betsy) Perk op 26 maart 1833 in Delft. Je leefde in een groot en welvarend gezin. Jouw vader was Adrianus Perk, een graanhandelaar en grutterijkoopman. Jouw moeder was Lessina Elizabeth Visser. In het gezin waren vier jongens en twee meisjes uit het eerste huwelijk van jouw vader. Uit zijn tweede huwelijk met Lessina werd jij geboren, naast een oudere broer en twee jongere broers, waarvan Marie Adrien Perk (1834 - 1916) de vader van de beroemde dichter Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881) en Catherine Henriette Perk (1863 - 1942) werd.

De dominee/schrijver Marie Adrien Perk was getrouwd met Justine Georgette Caroline Clifford Kocq van Breugel (1835 - 1909). Zijn dochter Catherine trouwde in 1886 met Meinhard Voûte en hun zoon Edward John Voûte was van 1941 tot 1945 de pro-Duitse burgemeester van Amsterdam. Na de oorlog kreeg hij drie-en-een-half jaar gevangenisstraf. Catherine en Meinhard zijn in 1911 gescheiden en zij hertrouwde met de scheikundige/schrijver Charles Marius van Deventer (1860 - 1931), die een vriend van Willem Kloos, Willem Witsen en Alphons Diepenbrock was. Met Frans Erens woonde hij bij dezelfde hospita op kamers. Kloos woonde daar om de hoek, waardoor ze vaak samen aten.

Jouw moeder overleed in 1835 op jonge leeftijd in haar kraambed. Jouw stiefmoeder was Theodora Veeren, met wie je tot haar overlijden in 1876 samenwoonde. Als 19-jarige publiceerde je verhalen in het blad 'Nederland'. Je las veel literatuur en je kreeg privélessen in het boetseren en schilderen van de Belgische beeldhouwer Antoine Eugene Lacomble. In 1864 debuteerde je met de roman 'Een kruis met rozen'. Als schrijfster gebruikte je de pseudoniemen Philemon, Liesbeth van Altena en Spirito. In 1866 verbrak jouw verloofde de relatie en in 1867 overleed jouw vader, waardoor er financiële onzekerheid ontstond.

Je begon o.a. in 'De Tijdspiegel' te schrijven. Je pleitte voor meer gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. In 1869 richtte jij het blad 'Ons Streven' op, wat over vrouwenemancipatie informeerde. Je verliet de redactie, omdat de twee mannelijke redacteuren gingen domineren en tegengeluiden wilden publiceren. In 1870 begon jij het vrouwentijdschrift 'Onze Roeping', waarin je stelde, dat de arbeid van vrouwen de welstand van Nederland zou stimuleren. In het eerste exemplaar schreef de feministe/pedagoge Elise van Calcar-Schiotling, die de tijdsgeest ideaal voor vrouwen vond om ook in de maatschappij te werken. Het doel was vooral vrouwelijke scholing en betaalde arbeid.

In 1871 richtte jij de Algemeen Nederlandsche Vrouwenvereniging 'Arbeid Adelt' op. Hiermee werden vooral de handwerken van vrouwen verkocht, zodat de kans op economische onafhankelijkheid vergroot werd. Eind 1971 gaf jij aan koningin Sophie een rondleiding door de expositie over vrouwelijke Nijverheid en Kunst. Sophie nam een abonnement op 'Onze Roeping' en ze werd beschermvrouwe van 'Arbeid Adelt'. Er ontstonden echter ruzies over jouw persoonlijkheid en je werd van financieel wanbeleid beschuldigd. Jeltje de Bosch Kemper en anderen vonden dat vrouwen hun werk anoniem konden verkopen en zij stichtten de Vrouwenvereniging 'Tesselschade'. 'Onze Roeping' stopte en 'Arbeid Adelt' verloor veel leden.

Een samenwerkingsverband met de flamboyante en radicale feministe/schrijfster/actrice Mina Kruseman, die een huwelijk prostitutie noemde, strandde ook. In 1874 verhuisde je naar Valkenburg, waar je op een ezel reed. Je maakte met jouw autobiografie 'Mijn ezeltje en ik' korte metten met de feministische en literaire werelden. Je loofde Valkenburg als toeristische trekpleister en je ging historische romans schrijven. In 1880 verhuisde je met een vriendin naar Brussel. Op 1 november 1881 overleed Jacques Perk in Amsterdam door een longabces. Hij werd 22 jaar. Je woonde nog in Spa en tot 1890 in Luik. In België kreeg je de onderscheiding 'Femme de Lettres'. In 1890 ging je naar Ubbergen, waar jouw halfzus Clemencia Willemina woonde. Daarna woonde je in Arnhem.

In 1902 verscheen jouw monografie 'Jacques Perk'. Het gaat bovenal over de verhouding tussen Jacques en jou als zijn tante. Je was vreselijk jaloers op Willem Kloos, die al veel eerder werkelijke, literaire historie over Jacques had geschreven. Je walgde zelfs van Kloos, die je in jouw boek 'X' noemde. Critici noemden jou een giftige feeks en zij namen het op voor Kloos. In 1903 verhuisde je naar de Stijn Buysstraat 108 in Nijmegen, waar je literaire lezingen gaf, met name over Jacques, waarbij je persoonlijke, oude foto's en andere, tastbare herinneringen van hem liet zien. Je overleed op 30 maart 1906. Je werd 73 jaar en je bent in de begraafplaats Rustoord in Nijmegen begraven. Daar ligt ook de tijdens haar leven teruggetrokken levende dichteres Augusta Guerdina Peaux.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 september 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 2 stemmen 48



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)