Inloggen
voeg je column toe

Columns

De meest tergende uitspraak van de huidige generatie

Het is zo’n woord waar niemand van weet waar het vandaan komt en waarvan nog steeds onbekend is wat het nou werkelijk voor nut heeft: de ‘hè’. Tegenwoordig ontsnap je niet meer aan dit typerende, maar met name uiterst irritant taalverschijnsel, hoe diepgaand of juist oppervlakkig de conversatie waarin je je bevindt ook is.

‘Wist je dat het morgen gaat vriezen? Gek, hè?’
Of:
‘Hè? Wat is dat nou weer?’
En natuurlijk:
‘Hé klojo! Zag ik je nou tegen die straatlantaarn pissen? Nou durf je niet meer, hè!’

Aldus enkele verschijningsvormen van de ‘hè’.
Kenmerkend voor deze uitroep is dat het door elke gesprekspartner begrepen wordt en dat het lekker in de mond ligt. ‘Hè hè, ik dacht dat je het nóóit zou vragen!’, wat altijd pas gezegd wordt op lang en nadrukkelijk, maar zeker niet letterlijk verzoek van de desbetreffende ontvanger (plak hier maar eens de zin: ‘Aangezien al je vierentwintig andere collega’s deze klus niet willen doen en jij eigenlijk vanaf het begin af aan staat te springen om het op je te nemen, vragen we jou om…’. Deze zin wordt in de meeste gevallen door de dolblije gesprekspartner al halverwege afgekapt.)

De ‘hè’ heeft, ondanks soms de diepere en verwijtende betekenis, een vrij amicaal imago. Het lijkt een soort verbondenheid te creëren tussen mensen, die elke twijfel in een gesprek wegneemt: ‘Zijn we het daarover eens, hè?’, maar ook: ‘Jij wil best de zorg voor mijn cavia overnemen wanneer ik op vakantie in Zuid-Limburg ben, hè?’. Zonder het letterlijk te verwoorden, spreekt uit de ‘hè’ een persoonlijke band tussen de gesprekspartners.

Overigens valt de ‘hè’ niet te vergelijken met de ‘hé’. Deze laatste toont juist een ingewikkelde en allesbehalve vriendschappelijke band tussen de sprekers aan en geeft gehoor aan de achterdocht, gecombineerd met persoonlijke, maar vooralsnog onduidelijke frustraties van de ander. ‘Hé! Waar ben jij nou weer mee bezig?’, net als ‘Hé! Kom eens hier! Ik zie wel wat jij aan het doen bent!’ en ‘Ben je doof of zo? Hé, ik zei wat!’.

In tijden van onmacht, wordt de ‘hè’, steevast gevolgd door een hippe vervloeking, vaak tussen de woorden door het gesprek in geslingerd: ‘Hè shit, de computer doet weer eens niet wat ik wil’ en soms ook ‘Hè klotezooi, mijn man heeft de bankrekening weer eens geplunderd’. Bij dit gebruik van de ‘hè’ zoekt men naar een korte inleiding op het grove taalgebruik, pogend de emotionele lading te dekken en het noemen van een lompe zinsnede enigszins te verdoezelen.

Tot slot bestaat er de triomfantelijke ‘hè’. Dit is de meest ergerlijke vorm en is dan ook de enige van alle soorten ‘hè’ die aanzet geeft tot een hevige woordenwisseling: ‘Dat had je kunnen weten, hè!’. Erger nog: ‘Ik zei het je nog. Maar ja, jij was natuurlijk weer eens te eigenwijs, hè…’. Dit gebruik van de ‘hè’ valt beter te vermijden. Tenminste: wanneer je nog gewoon thuis wil kunnen komen.

Schrijver: Lianne, 25 februari 2012


Geplaatst in de categorie: taal

4.2 met 4 stemmen 203



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
MArije Hendrikx
Datum:
27 februari 2012
Email:
maryama37hotmail.com
Leuke, knappe, lekker leesbare verhandeling over dit twee-letterige woordje ' he'

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)