Inloggen
voeg je column toe

Columns

Geïntimideerd

Ze zit op haar vaste plek achter in de bus. Op de tweede rij, nog voor de achterbank, aan de rechterkant. Krant op schoot. Het is koud vanochtend. De bus stopt bij de halte halverwege de stad. Hier stapt altijd een bups mensen in.

Ze tuurt even naar buiten, ziet een meisje staan met blote voeten in hoge hakken. Ze kijken elkaar even recht in de ogen. Ze schudt theatraal meewarig haar hoofd. Geeft het meisje vervolgens een bemoedigend knipoogje. Het meisje doet quasi haar vinger in haar mond, ze kijkt alsof ze zeggen wil: ja, ik ben een beetje dom vandaag. En ijdel, dat ook. Het meisje lacht flirtend naar haar, maar ook en vooral naar de jongen die schuin naast haar staat.

De vrouw kijkt nogmaals naar het meisje. Ik zou haar moeder kunnen zijn, denkt ze opeens. Wat beteuterd kijkt ze naar de degelijke bergschoenen aan haar voeten. Ze draagt dikke sokken. Hier vraagt het weer wel om.

Dan wordt ze ruw uit haar gemijmer gehaald, door het geschreeuw van een man die de bus al scheldend binnenstapt. ’Nu durf je wel hè, met die camera’s, vuile hond, wacht maar, straks pak ik je, gore tifuslijer’. Ze wordt warm, het golft in haar borst van woede. Ze ervaart het gescheld als een inbreuk op haar privacy. Is dit een bedreiging aan de chauffeur? Is hij nou helemaal gek geworden.

De man loopt al scheldend naar achteren. Even kijkt ze hem aan. De man kijkt haar ook aan. Dan neemt hij plaats op de achterste bank. Ze kijkt om. En weer snel voor zich. ‘Hé!’. Hé, roept de man haar nogmaals toe. ‘Is er wat’, schreeuwt hij dreigend. Haar hart bonkt in haar keel. Ze kijkt, zonder iets te lezen, strak in haar krant.

Op dat moment ebt haar agressie weg en maakt plaats voor angst. Niet Meer Achterom Kijken, spreekt ze zichzelf in gedachten toe. Nog een schreeuw haar kant op, dan blijft het stil. In de hele bus blijft het enkele minuten doodstil. Slechts het ronken van de motor is hoorbaar. De rit in de bus zal vijf kwartier duren. De sneeuw dwarrelt tegen de ramen, als slakken gaan ze over de weg.

Vlak voor het einde van de busrit staat de man plotseling naast haar, zegt gebiedend, ‘geef die krant, geef eens!’. Hij wijst naar de sportpagina. Ze geeft hem zonder weerwoord de krant. ‘Kijk’ wijst hij haar op de voetballer, dat is een vriend van me, zegt de man voordat hij terugloopt naar zijn plaats. ‘Zo’, zegt ze. Haar hart maakt een roffel. Verder weet ze niets te zeggen. Even later stapt de man uit.

Peinzend kijkt ze hem na. Gelukkig stapt hij niet uit bij de eindhalte, denkt ze. Ze voelt zich geïntimideerd. En laf. Maar ook boos. Ze is verbaasd over haar eigen woede.

Wilde de man haar intimideren of juist contact leggen, laten zien dat hij de kwaadste niet is. Ze kan het niet inschatten. Dan stapt ze uit bij het station. Ze is de laatste passagier. Opgelucht stapt ze door de sneeuw.

Schrijver: mohair
Inzender: monique louis, 27 juni 2016


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.2 met 4 stemmen 120



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
mohair
Datum:
2 juli 2016
ja, je hebt gelijk Joanan, het past beter onder kopje 'verhalen'.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
27 juni 2016
Knap beschreven, de angst van het meisje voor die agressieve ruwe-bolster-blanke-pit-bullebak is heel goed voelbaar.
Overigens is dit geen column, maar een verhaal.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)