Inloggen
voeg je column toe

Columns

Beeldenstorm

In de afgelopen week was er “Beeldenstorm”-nieuws: Een museum had een standbeeld verwijderd en een school kondigde aan de schoolnaam te zullen veranderen. De historische figuren (resp. Maurits en Coen) waarnaar werd verwezen, zouden namelijk volgens betrokkenen bevlekt zijn met het wrede kolonialisme dat we nu grondig afkeuren. Met stijgende verbazing luisterde ik vervolgens naar de “Beeldenstorm”-discussie tijdens De Wereld Draait Door. Mijn verbazing betrof het niet onderkennen door de deelnemers van het verschil tussen de functie van beelden en het benoemen van historische gebeurtenissen in musea en in onderwijs enerzdijs, en het ver-beelden en ver-noemen van historische figuren in de openbare ruimte, zoals brug-, tunnel- en straatnamen en standbeelden op pleinen, anderzijds.

Neem nu de openbare ruimte: Wat beweegt ons mensen om onze voorvaderen en -moederen te vereren met een beeld of vernoeming? Dat kan toch alleen maar zijn omdat de initiatiefnemers zich geïnspireerd hebben gevoeld door die persoon en door hetgeen waar die persoon voor staat? En als door voortschrijdend inzicht diezelfde figuur minder tot de positieve verbeelding begint te spreken, dan lijkt het me niet meer dan logisch dat een aanpassing aan de orde is zodat de naam-plek-combinatie opnieuw kan inspireren met een nieuwe naam die verwijst naar een andere bron van inspiratie.

Neem nu de verandering van de naam ArenA naar de Johan Cruyff Arena in Amsterdam. Je moet wel integraal allergisch zijn voor balletje-pingelen wil je niet aanvoelen dat die nieuwe naam een wereld aan bewondering en spiegeling vertegenwoordigt. Die vernoeming op die plek in die stad maakt dat elke voetballiefhebber door haar/zijn associatie met dat stadion, van voorbij rijden tot bezoek tot thuishaven, een lift voelt. Heerlijk toch.

Dat zegt allemaal helemaal niets over de noodzaak om geschiedkundig geïnformeerd te zijn. Daartoe dient het onderwijs en daartoe dienen musea. Die informeren ons over de achtergrond en de geschiedenis van onze cultuur, van andere culturen en van de contacten die tussen individuen en volkeren bestonden. Natuurlijk verschilt elke tijdsperiode in de wijze van beschouwing van bepaalde historische gebeurtenissen. De mensheid lijdt nu eenmaal aan, en wordt geleid door, voortschrijdend inzicht.

En dit voert mij ertoe om het bovengenoemde onderscheid heel duidelijk te maken: Noemen ten opzichte van vernoemen, en beelden ten opzichte van verbeelden.

De Griekse wijsgeren horen bijvoorbeeld zeker thuis in het onderwijs en in musea, maar of ze thuishoren in de openbare ruimte, op schoolgevels en op naambordjes, voor inspiratie en stichting? Ik betwijfel of daar op dit moment voldoende draagvlak voor is, gezien de gespannen voet waarop hun toenmalig volledig aanvaarde omgangsvormen, waarvan pedastrie en vrouwengeringschatting deel uitmaakten, staat met onze huidige inzichten op het gebied van sexualiteit en gelijkheid.

Of neem Picasso’s schilderijen. Die horen absoluut, zo zeggen zij die er verstand van hebben, thuis in kunsthistorische boeken en musea. Prima. Maar of de man zelf, met zijn voor huidige begrippen dubieuze verhoudingen met vrouwen, vereerd moet worden door bijv. een buste of een brugvernoeming betwijfel ik ten zeerste. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken.

En dan is er nog de abstracte beeldende kunst in de openbare ruimte. Zo staat er in mijn gemeente op een van de rotondes die onderdeel uitmaken van de ring rondom het centrum een nogal in het oog springend abstract kunstwerk. Te oordelen naar de vorm en plaatsing in de openbare ruimte kan het niet anders dan een product zijn van ontspoord subsidiebeleid. Het beeld doet namelijk het meest direct denken aan een veelvraat, om precies te zijn: aan de inhoud van de darmen van een veelvraat. Thuis noemen wij dat plein dan ook eufemistisch "Het Ingewandenplein". Hoe inspirerend kan het zijn.

Schrijver: Hanneke van Almelo, 19 januari 2018


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.5 met 4 stemmen 1.961



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Hanneke van Almelo
Datum:
20 januari 2018
Dank voor jullie reacties!

Joanan: Het ging mij om het onderscheid tussen benoeming en vernoeming, oftewel tussen erkenning en verering. Als ik iemand niet vereer, wil dat niet zeggen dat ik hem meteen van de tafel veeg; ik vereer hem gewoon alleen niet. Ik heb persoonlijk niks tegen Picasso en ik heb geen visie op hem. Is dat erg? Ik kende de man niet, en alles wat ik van hem weet is van horen zeggen. Ik heb enkel mijn twijfel geuit of hij als persoon vereerd zou moeten worden met een vernoeming van een straat oid of een met een beeld in de openbare ruimte. Twijfel.

Wat betreft de scheiding tussen kunstenaar en kunstwerk: Zijn we niet allen de poorten waardoor het ondefinieerbare wordt doorgegeven in termen die begrijpbaar zijn in het ondermaanse? Dat lukt soms, in het geval van Picasso of bijv. Wagner, heel goed. Dat zegt inderdaad niets over de mensen in kwestie zelf of over onze opinies over die mensen.

Karel, Ton: wie weet borrelt er nog een keer iets bij me op, en dan weet ik deze tab te vinden. Dank voor de bemoediging.
Naam:
Ton Hettema
Datum:
20 januari 2018
Heldere maidenspeech. De Veelvraat is niettemin een sterk en waarachtig symbool voor de hedendaagse mens en daarmee een rolmodel of rolrechtvaardiging voor velen. Ga je dit vaker doen? Ik zou het aanmoedigen..
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
20 januari 2018
Jan Pieterszoon Coen was een groot VOC-koopman, die ons land aangenaam verrijkt heeft. Het gaat om de verdiensten van beroemde Nederlanders, niet om de schaduwkanten, die iedereen immers heeft. Jan-Jacob Slauerhoff schreef in 1931 een toneelstuk over Coen, die op 42-jarige leeftijd in Batavia overleed. Slau beschreef hem ook als een gewelddadige huistiran, spaarde hem niet. Om de keerzijde van beroemde Nederlanders intussen belangrijker te gaan vinden, vind ik een hypocriete beweging. Slau kende de mensenziel, waar duistere kanten vaak ook in ronddolen. Als je dat niet wilt accepteren, dan wordt je iemand, die het perfectionisme van de medemens eist. Hoogst gevaarlijk. Datzelfde geldt voor jouw visie op Picasso, die om zijn schilderkunst gewaardeerd moet worden en niet om zijn omgang met vrouwen. Overigens kennen we zijn allerdiepste redenen niet. Niet te geloven dat je de grote Picasso zomaar van tafel veegt, omwille van zijn 'dubieuze verhoudingen met vrouwen'. Miljoenen mannen vallen in die categorie. Dat zegt niets over de grootheid van deze artiest. De verdiensten en de mens achter de verdiensten moet je van elkaar scheiden. Slau wist dat, toen hij zei 'Min nooit de maker van schone verzen!'. De huidige maatstaven zijn tezeer gericht op de onvolmaaktheid van de menselijke kanten van onze beroemde grootheden. Dat is hoogst unfair. Het is dwaas respectloos naar onze dappere voorvaderen en voormoederen.
Naam:
Karel Jong
Datum:
19 januari 2018
Prima column wat mij betreft. Verschillen helder uitgelegd. Persoonlijke visie leidt naar originele afronding in de tekst.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)