Inloggen
voeg je column toe

Columns

Poppenkast

Om elf uur in de ochtend drink ik een ijskoffie in een cafeetje aan het strand van Sanur. Het had net weer eens geregend, wat logisch is, want we zitten volop in het regenseizoen. Dat is ook een van de redenen waarom het strand en de wandelweg er verlaten bij liggen. Toeristen haten regen. De andere reden is de dreigende vulkaan die voorlopig om de drie dagen enkel een paar scheten laat maar die wel eens zou kunnen uitbarsten en dood en vernieling zaaien. Dat schrikt de toeristen af. Zij gaan dus naar Thailand of Vietnam.

Ik hang aan de bar. “Waar is Diane?” vraag ik aan het mij onbekende barmeisje.

“Ze werkt hier niet meer,” zegt zij. “Ze heeft een betere job gevonden op het eiland Lembongan, in een hotel, als receptionist.”

Aan haar accent hoor ik meteen dat Indonesisch niet haar moedertaal is. Zij is een Balinees meisje.

“Wie ben jij dan?” vraag ik, haar aansprekend in Laag-Balinees, want zij is een ondergeschikte tegenover mij omdat ik veel ouder ben dan zij en bovendien een klant. In de taal van Bali moeten senioren alle jongeren en mensen van een lagere status zo aanspreken.
In de Balinese cultuur zijn de kapper, de ober, de kassierster in de supermarkt, allemaal je mindere, iemand die in een ondergeschikte positie tegenover jou staat, en zij weten dit. In het Balinees gebruik je dus een andere taal (Laag-Balinees) wanneer je met een "mindere" praat.

Dit is geen waardeoordeel, want je minacht die mensen niet. Het is een essentieel onderdeel van de cultuur, die aanduidt waar ieders plaats in de maatschappij is.
De Balinese taal zit grammaticaal zo in elkaar. Indien ik haar zou aangesproken hebben in Hoog-Balinees, had zij in lachen uitgebarsten, of gedacht dat ik een bezopen dwaas ben, want de woorden die ik dan zou gebruikt hebben zouden heel plechtig klinken, zoals men de Koningin aanspreekt.

“Ik ben Ketut, mijnheer,” antwoordt zij.

Er is geen enkele andere klant in het cafeetje. Er komt een ander barmeisje nieuwsgierig kijken naar die vreemdeling die Balinees spreekt.

“Waar komt u vandaan?” vraagt zij.

“België,” zeg ik. “Weet je waar dat land is?”

Allebei schudden zij hun hoofd.

Ik verveel mij en besluit de conversatie wat pittiger te maken. “België ligt tussen Nederland en Rusland,” zeg ik.

Ah! Zij knikken. Nederland kennen zij, maar zouden het niet kunnen aanwijzen op de wereldkaart.

“Is uw land groot?” vraagt Ketut.

“Twintig keer groter dan Nederland, en er zijn dertig keer meer Belgen dan Nederlanders,” zeg ik. “In de loop der tijden hebben onze koningen er soms aan gedacht om Nederland te veroveren, want dat is een klein landje, maar uiteindelijk vonden zij het niet de moeite waard.”

“Waarom niet?” vraagt het andere meisje.

“De Belgen zagen wel in dat er daar niets te rapen viel. Nederland heeft enkel veel koeien en windmolens, en hun vrouwen hullen zich in vreemdsoortige klederen. Zij dragen mutsen met gouden antennes en spiegeltjes er op. Wij hadden al genoeg koeien en de Belgen hebben de windmolens uitgevonden, dus daar hadden we er ook al genoeg van. En de Belgische meisjes zijn mooier,” zei ik. Snel voegde ik er aan toe: “Natuurlijk, wanneer Hollandse vrouwen naar Bali komen, dragen zij die gekke mutsen en klederen niet, want ze zouden aangestaard worden door de Balinezen en misschien wel achter hun rug uitgelachen.”

“Maar Nederland is toch een rijk land?” vraagt Ketut.

“Die rijkdom hebben zij gestolen van andere volkeren, meer mag ik daarover niet zeggen,” fluister ik samenzweerderachtig met een mysterieus glimlachje.

De meisjes knikken eerbiedig, alsof ik hun Staatsgeheimen heb verteld.

“Ik mag niet teveel kritiek geven op Nederland,” zeg ik, “want dat land betaalt mijn maandwedde.”

“Wat voor werk doet u dan, mijnheer?”

“Ik ben piloot van de KLM, de Nederlandse Luchtvaartmaatschappij.”

“Oh!” Bewonderende blikken alom. Ketut denkt even na. “Maar excuseer mij, mijnheer, bent u daar niet wat te oud voor? Ik bedoel voor dat werk?”

“Ik ben nog gezond en alert en de Nederlanders vinden geen andere piloten. Ze hebben gewoon geen piloten. Iedereen daar studeert sociologie of politieke wetenschappen, dus nutteloze studies. Daarom zijn ook al hun ingenieurs en architecten Belgen.”

Ik voel dat ik deze komedie niet langer kan ophouden zonder in lachen uit te barsten, dus ik betaal de rekening en loop inwendig schaterend naar een ander cafeetje om daar flink wat glazen bier te drinken en weer geheel andere verhalen te vertellen.

VOETNOOT
Europese geschiedenis wordt niet onderwezen op Indonesische scholen. Geen enkele leerling heeft ooit gehoord van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog en nog minder over de Holocaust of Hitler.
Over de Nederlandse kolonisatie van Indonesië staan slechts twee paragrafen in de schoolboeken, en die beschrijven Nederland als een roofstaat.
Aardrijkskunde wordt niet onderwezen dus geen enkele leerling kan een land aanwijzen op de wereldkaart.
Enkel de zeer dure privé scholen voor de elite geven beter onderwijs met buitenlandse leraars, maar dan betaal je tienduizend euro per jaar voor het onderwijs van je kind omdat de maandwedde van die leraars ook betaald moet worden door de ouders.

Schrijver: Dirk Vleugels, 2 februari 2018


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.7 met 3 stemmen 172



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)