Inloggen
voeg je column toe

Columns

Kapper

Ik heb altijd al een zwak voor buitenlanders gehad. Weet eigenlijk niet waarom. In mijn jonge jaren heb ik iemand in Bulgarije ontmoet, hij was kelner. Toen hij later vertelde dat hij tandheelkunde studeerde en als oudste zoon voor zijn moeder die weduwe was met drie zoons zorgde, raakte me dat zo diep dat ik verliefd werd op die knappe kelner met lange bakkebaarden.

Jaja, hij werd ook nog mijn man en vader van drie prachtige kinderen. Maar daar gaat het eigenlijk niet om.

Toen ik AOW'er werd en niet meer hoefde te werken, zocht ik vrijwilligerswerk als taalmaatje bij een Roemeense, Somalische, Syriërs, Nigeriaansen, Pakistaan, Egyptenaren, Amerikaanse. Het anders-zijn boeit me.

Mijn zoon ging naar de kapper bij een Palestijn. "Daar wil ik ook naar toe", zei ik. Want hij had mijn zoon prachtig geknipt. Het was een ervaren kapper die mijn haar steeds een klein beetje mocht bijpunten. Ik had half lang haar en kon het opsteken, maar het maakte me ook lijzig als ik het niet deed en een oude vrouw als ik het wel deed. Vandaar dat ik de stoute schoenen aantrok, na vier jaar hetzelfde kapsel gehad te hebben en radicaal wat anders wou. Bij de Palestijn werkte een jonge man, die mij zou helpen. Ik vertelde hem dat ik het kort wilde maar met een matje. "O", zei hij, "goed". Ik wist niet of hij me begreep, dus, ik vroeg of hij wist wat een matje was. "Nee", zei hij. Gelukkig had ik voordien gezocht op mijn smartphone naar een afbeelding van een model dat ik leuk vond. Liet dat zien en ja, hij begreep mij nu en ging gedreven aan het werk.
Hij deed het goed en je kon zien dat hij het in zijn vingers had. Hij was Syriër en nog niet zo lang in Nederland. Maar in Syrië was hij altijd al kapper geweest.
Na het knippen liet ik hem ook de deurmat zien, dat dat woord twee betekenissen had. Hij was blij wat geleerd te hebben en ik was tevreden met het resultaat. Ik kreeg van deze en gene complimenten over mijn nieuwe kapsel.

Vandaag wilde ik per se wèèr geknipt. Mijn Palestijn was vol deze dagen en omdat ik vier dagen wegga, wilde ik het voordien gedaan hebben. Ik ging naar het centrum. In mijn stadje vol allochtonen zijn er veel kappers, het stikt ervan, dus ik dacht ik ga op de bonnefooi. Op het plein zag ik de naam Moses staan, een kapsalon. Nu was ik nog niet zo lang geleden bevriend geraakt met een Moses, Keniaan en zijn Belgische vriendin. Maar deze salon leek mij Arabisch. Een rokende kapper die buiten stond bekeek me nieuwsgierig toen ik de zaak binnen wilde en ik zag alleen mannen.
"Knipt u alleen mannen?" vroeg ik op de drempel aan het vragende gezicht. "Nee, ook wel vrouwen, hoor, maar"...hij keek piekerend in het rond en zei toen: "kunt u over een half uurtje terugkomen?". Dat deed ik graag en ging tussen likkende ijsjes etenden - want het was bijzonder warm - naar de bieb.
Toen ik terugkwam, was de kapper die mij zou helpen heel uitgebreid een jongeman aan het knippen, dan weer föhnen, haar wegblazen, trimmen, scheren etc. Er stond een schaal met beschuit en blauwe muisjes waarop een glazen deksel. Ik bekeek de heren en vroeg me af wie de nieuwe vader was. Ik wachtte nogmaals een half uur. Bekeek ondertussen op mijn smartphone de leuke kapmodellen, welke ik zou kiezen om de kapper te tonen hoe ik het wou hebben. De ene kapper bracht me thee en zei dat ik op de ander moest wachten, want alleen die knipte ook dames. Ik mocht ook een beschuit nemen, maar die nam ik niet vanwege de harde muisjes die in de kiezen blijven steken en ik vroeg of hij de vader was. Nee, het was zijn broer.

Toen ik aan de beurt was, liet ik een plaatje zien van een model. Het was een blonde mooie vlotte vrouw, haar kapsel was prachtig geknipt met een matje en bakkebaarden. "Dit wil ik", zei ik, "maar kijk ik heb geen bakkebaarden". Ik schoof mijn haar voor de oren omhoog en je kon geen bakkebaarden verkennen, dus als ik die al wou hebben, werden ze heel kort en kon je ze niet zodanig noemen. "Ja", beaamde de kapper, "dat is zo". Maar het viel me op dat hij weinig zei, wat ik overigens prettig vind want ik hou niet van gesprekken in het loze, te praten om te praten. Ik hoorde de andere kapper in gesprek met een cliënt over de ramadan die de volgende week begint. Ik vroeg aan mijn kapper, welke taal hij sprak met zijn collega. Hij zei "Berbisch". Hij zette veel plukjes vast met een klem en begon heel systematisch te knippen. Mijn vroegere matje dat veel te lang was geworden haalde hij er vanaf. Als ik het gezien had, had ik gezegd niet zo kort! Maar omdat hij mijn hoofd naar beneden bewoog, kon ik niet in de spiegel kijken. Ook hij wist niets van matjes, want ik had nog gezegd 'niet zo kort'. Voor de rest mocht het wel kort. Het matje niet. Hij knipte inderdaad voor de oren haar weg waardoor ik geen bakkebaard had. Vroeg daarna aan zijn collega of die wilde vragen aan mij of het haar boven de oren geknipt moest, of dat het over de oren kon blijven. Nee, het mocht geknipt. En hij knipte en knipte en föhnde en blies weg en trimde en vertelde tussendoor dat hij nog maar twee maanden in Nederland woonde en binnenkort op school en hij verstond eigenlijk niets. Dus hij had niet verstaan dat ik had gezegd: 'van achteren niet zo kort'. Hij was wel 20 jaar kapper in Marokko geweest.
Ik durfde niet te vragen of hij vluchteling was. Want wat deed dat er toe? Hij was hier. Ik wilde afrekenen toen het eindelijk klaar was, al over zessen en geen koopavond. Hun pinapparaat deed het niet, of ik even naar de Jumbo wilde. Ja natuurlijk. Ik kwam terug en betaalde en ik zei dat hij me terug zou zien, want het was wel kort, maar niet slecht geknipt. Alleen, de modellen zijn natuurlijk altijd veel mooier en jonger en daar verkijk je je op. Hij gaf me een compliment over mijn haar en dat ik het niet te kort moest dragen. Ik deed mijn zonneklep op, zocht mijn fiets en reed naar huis.

Schrijver: Ralameimaar, 9 mei 2018


Geplaatst in de categorie: humor

4.0 met 1 stemmen 110



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)