Dagboek van een reizigerteller (1)
1. De Panne
Ik zag België ontwaken.
Een vroom kapelletje verloren in een uitgestrekt veld.
Grasvelden met wilde konijntjes.
Koeien die rustig wakker worden, de een al duidelijker in het bezit van hormonen dan de ander.
Herten die al sierlijk ronddartelen.
De zon nog achter de bomen.
Echte Belgische mest bij gezellige boerderijtjes.
De IJzertoren van Diksmuide.
Ik zag niet enkel, ik hoorde ook België bruisen van het leven.
Ik hoorde een overgang van Oost-Vlaams naar West-Vlaams. Gesprekken over frieten en bouletten, over wat nu precies een pekelharing is:
Jongen: "Nonkel, wa is da, ne pekelhoaring?"
Tante: "Ge moet da in a frigo zette."
Jongen: "Nonkel! Wa is da? Is da vis?"
Nonkel: "Ja, das vis."
Jongen: "Zijn da slakken?"
Tante: "Ge moet da in a frigo zette."
Jongen: "Of mosselen?"
En kinderen die vreugdekreten uitroepen omdat hun hele zijn op Plopsaland gericht staat. Een kleine tik kan niet vermeden worden wanneer al die vreugde buiten de grenzen treedt.
Ja, mijn job bij de NMBS (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) is een hele ervaring, maar het is de moeite waard om ervoor om 6 uur 's ochtend op te staan.
Geplaatst in de categorie: humor