Staatsrechtgeleerden
Staatsrechtgeleerden zijn de ergsten. Juristen zijn mensen die eerst naar de wet kijken en dan naar de werkelijkheid. Juristen hebben er een gloeiende hekel aan als iets niet uit de wet volgt. Eigenlijk willen zij ons de wet voorschrijven. Zij zouden graag zien, dat alles wat we doen uit de wet volgt.
Natuurlijk is de wet niets meer dan een lapmiddel om allerlei onderlinge ruzies te beslechten. Daarom is het wel nuttig om wetten te hebben, maar een goede wet is een wet die niet opvalt, omdat we allemaal vinden, dat we ons zo horen te gedragen.
Staatsrechtgeleerden zijn de ergsten. Dat komt waarschijnlijk, omdat hen het minst lukt om ons de wet voor te schrijven. Een dief krijgt te maken met de strafrechter, een directeur die zijn contract niet nakomt krijgt last met de civiele rechter, een burger die illegaal een schuurtje bouwt kan de bestuursrechter op zijn dak krijgen en allemaal moeten ze doen wat de rechter zegt. Maar een politicus die zich niets aantrekt van staatsrecht, hoeft alleen te zeggen dat hij een nieuwe interpretatie heeft en hij komt er mee weg.
Daarom krijg je staatsrechtgeleerden die ons vertellen dat we geen seculiere staat zijn. Lees de zijkant van de Euro maar. Of dat Thorbecke geen democraat was. Of ze bedenken een ingewikkelde wetswijziging die dualisme heet en die behalve erg veel gepraat eigenlijk niets oplevert. ‘Ja,’ geven ze dan toe, ‘er is ook nog een cultuurverandering nodig.’
En dat is hun probleem nou juist.
De mensen laten zich de wet niet voorschrijven. Zeker niet door staatsrechtgeleerden.
Geplaatst in de categorie: wetenschap