Simon en de Tsunami
Hoe anders klinken de woorden van de dichter bij dood dan bij leven. De weerklank van wat er onder de woorden schuilt; de eeuwigheid, het afscheid, de loop der dingen en weer een nieuw begin.
Het galmen van de dichters woorden worden pas werkelijk gehoord wanneer de dichter zelf is gestorven. Alsof hij het daarvoor over de anderen had. De anderen die sterven, lijden, afscheid nemen en weer verder gaan. De anderen die altijd schijnen te verliezen. De dichter niet – die leeft voort. Hij hield ons bestaan in zijn handen.
Zijn leven lang schilderde hij in zonovergoten woorden. Hij ving rampen in een tergend eenvoudig levenslied. Zijn levenslust, zijn vrijheidsdrang hebben kalm plaatsgemaakt voor de rust van het eeuwige existeren. Hoe heerlijk als je de wereld vanuit dichtersogen ziet.
Hij had niet zoveel met het einde der dingen. Wist een leven na elk leven, zag de cirkel van evolutie erin. Zag waarschijnlijk al lang geleden een glorieuze, nieuwe toekomst tegemoet. Was niet bang het te betreden.
Simon bleef praktisch bij de emoties van het leven. Een wereldramp kon hij als geen ander beschrijven. Als een ziener hoog op een berg gezeten, deed hij verslag van wat er beneden hem passeerde. Als een god die met de goden declameerde.
Tsunami – reveil
Stop het gekweld gekweel,
getijden verzwelgen oude tijden.
De zee heeft gegeven en genomen
En de aarde gaat over lijken.
Hoe kwetsbaar het lichaam,
Dat zomaar kan bezwijken.
Elke stap die je zet:
Het leven op losse schroeven.
Als er niets meer te zeggen is,
Is het beter te zwijgen.
Zo het is is het goed,
Dat begrijpen vereist moed.
Het wezen der dingen
Voortdurend bezingen.
De dageraad een eeuwig lied,
Je hoort het of je hoort het niet.
Simon Vinkenoog 1 januari 2005.
God hebbe zijn ziel.
foto Simon Vinkenoog by Vineyards
Geplaatst in de categorie: overlijden