Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Vaders en dochters

Woensdag, 19 augustus, half 11 in de Haagsche duinen, zevenentwintig graden in de schaduw. En dat aan zee. Het wordt de warmste dag tot nu toe gemeten. Tropisch, zeggen de kranten. De stranden liggen al vol, de terrassen puilen uit, de paden in de duinen worden bevochten door gezinnen die de auto verderop hebben moeten parkeren; zwoegend en zuchtend zweten ze hun weg naar het strand. Er moet vanmorgen op de wegen een volksverhuizing hebben plaatsgevonden.

Ik wandel kalm verder. Het rustige gebied tegemoet. De hitte kringelt boven het schelpenpad. Zelfs de vogels in de struiken zijn stil. Ineens hoor ik stemmen. Ze zwellen in hoog tempo aan. Jongensstemmen. Vrolijk en druk. Een duin verder komen ze me tegemoet, beiden een kinderwagen voortduwend. In een flits worden de jongens mannen. Vaders. Met hun dochters op pad.

Ik denk terug aan een foto die van mijn vader en zijn vriend is gemaakt. Voorjaar 1961. Ik was nog geen twee jaar oud. Benen boven de wandelwagenrand, de vrienden glimlachend en babbelend, de kinderwagens nonchalant voor zich uit. De foto doet denken aan het liedje van Wim Sonneveld uit dezelfde tijd: ‘Op een mooie Pinksterdag, met de kleine meid’. Het moet een uitzonderlijk moment zijn geweest dat het op de plaat is vastgelegd.

Terug naar de zomer 2009. De mannen achter hun wagens komen snel dichterbij. Ik vang hun geanimeerde gesprek op.
“Die klerezooi in m’n schuur – daar ben ik eerst maar us mee begonnen. Daar kwam een tering zooi uit dat wil je niet weten!”
“Ik had een reserveband nodig dus ik duik in m’n achterbak. Kon niks vinden door die tyfus bende die ik er allemaal had ingegooid! ’t Leg nou allemaal in de kamer. Uitzoeken voordat ik iets weggooi!”

Hun jonge dochters liggen elk in hun eigen wagen te sabbelen op een speen. Ze worden in een pittig ritme over de ongelijke paden van de duinen gestuwd en ze lijken er van te genieten. Veilig in de kar, een ritme alsof ze nog in de waggelende buik van hun moeder zitten, hun vaders stemmen op de achtergrond; het moet een fantastische ervaring zijn om daar te liggen.
We passeren elkaar. Ik zie de schouderpartijen van beide mannen nu van dichtbij en ben verrast over de verfijningen die in de tatoeages zijn aangebracht. Verder naar beneden, op de kuiten, had ik al tekeningen in een oude stammentaal ontdekt. De blote bovenlijven spreken van kracht en energie – er zit veel leven in de brouwerij.

De tijd is aangebroken dat vaders achter kinderwagens geen opvallende verschijning meer zijn. Zoals een man tegenwoordig ook met een klein hondje mag lopen. Ik heb er vertrouwen in dat het niet de vrouwen zijn geweest die deze mannen de duinen in hebben gestuurd maar dat ze er zelf voor hebben gekozen. Ik blijf ook geloven dat vaders belangrijk zijn voor een kind, met je moeder maak je echt geen kans op zo’n ruig ritje door de natuur.

Ik draai me om, ze zijn al bijna aan mijn oog onttrokken. Al hoor ik hun stemmen nog wel.
“Nee joh gek, die scooter hebbe ze gejat! Je denkt toch niet dat ik die voor dat geld ga kopen?”
“Owh, ik dach dat ze ‘m van je gekregen had.”

En toch wens ik iedere dochter een liefhebbende vader, met of zonder stammentaal op de benen getatoeëerd, met of zonder tyfusbende in zijn achterbak. Een die af en toe met haar uit wandelen gaat, een praatje maakt om de contacten te onderhouden en daarna een pilsje pakt.
Woensdagochtend, kwart voor 11 in de Haagsche duinen, ik voelde weer even dat ik een dochter met een trotse vader was.


Zie ook: http://www.paulinevanmunster.nl

Schrijver: Pauline van Munster, 25 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: familie

3.4 met 5 stemmen 564



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)