Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Twee foto's bij Jorge Semprún

Hij verloor zijn geloof fietsend in de Scheveningse bosjes, kijkend van onze duinen over de blauwe zee. ‘Losgelaten door God’, Dejado de la mano de Dios. Belangstelling verloren, niks dramatisch. Zijn wieg stond in Madrid – 1923. Op zijn 13e verhuisde hij naar Den Haag. Ontdekte Baudelaire daar. Vond en kocht Les Fleurs du Mal bij Martinus Nijhoff op het Lange Voorhout.

Vierde van zeven kinderen, links-liberaal milieu. Zijn vader werd hier in 1936 zaakgelastigde van Spanje. Van de Republiek, het legitieme bewind in een verscheurd Spanje. De Burgeroorlog. Voor altijd 'Nuestra Guerra'. In 1939 veroverde de fascist Franco de macht.
Tussen 1936-1939 woonden de Semprúns op Plein 1813. Levenslang voor Jorge de plek waar alles nog normaal was. Allemaal bij elkaar, onschuldige spelletjes, 'de' vaste gebruiken, 'de' moedertaal.

Februari 1939 vertrekt hij naar Parijs. Om te studeren. Waar zijn jeugd snel ophoudt. In 1941 gaat hij in het Communistisch verzet. In 1943 gearresteerd wordt hij naar concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Hij overleeft. Traumatisch.
Van 1953 tot 1964 clandestien voor de PCE in Spanje. Dan uit de Communistische Partij gezet richt Jorge zich volledig op schrijven. Zijn romans zijn sterk autobiografisch. Daarnaast filmscenario's. Zoals voor de beroemde politieke thriller Z van Costa-Gavras.

Hij: Jorge Semprún, indrukwekkend schrijver en intellectueel, overleden 7 juni 2011. Aandacht om hem voor twee foto’s.

Juan-Manuel Eguiagaray, Baskisch bestuurder, vertelt hem op een receptie dat zijn moeder dacht dat ze een foto had van zijn vader.
Met 'Eresoinka', naar blijkt, Baskisch koor dat tijdens de burgeroorlog in West-Europa optrad. Den Haag 1937! * Semprún beschrijft exact de foto, zijn emoties daarbij. Ontroerend. In dat koor zong ook de moeder van Placido Domingo. Die compleet overstuur raakt bij de foto. Die hij haar toont op de Franse Ambassade als de zanger Chevalier(ridder) wordt van het Légion d’Honneurs.

Jorges moeder, Susana Maura Gamazo, stierf toen Jorge acht was. Er zijn geen foto’s van haar. Zijn herinnering aan het herenhuis en haar vader, Antonio Maura, gaat daarom voor.
´Daar zat hij´, in ´zijn kantoor dat tegelijkertijd bibliotheek was. Zijn witte in een punt geknipte baard stak af tegenover zijn donkere kleding. Over zijn knieën lag een deken.´

Dat herenhuis blijkt in Franco-tijd gesloopt voor een flat. Tot bij een reünie de Maura’s hem naar binnen leiden. De benedenverdieping blijkt gespaard, de flat is er omheen gebouwd. Dan gaat hij voor door het labyrint van vroeger. Kent precies de weg, veel deuren aankleding en meubilair blijken nog van toen. Op Opa’s kantoor zegt hij ‘De geruite plaid ontbreekt.’
Ongewild streng misschien, want de neef die nu de hertogtitel draagt schrikt en verontschuldigt. De plaid was te aangevreten door de motten.

Fotografisch geheugen? Semprún ontkracht dat zelf meteen. Opa Antonio stierf vóór Jorge twee was. Gereconstrueerde herinneringen? Wat doet het ertoe. Het gaat om het beeld van zijn moeder. Haar terug te roepen....

Tot een reproductie wordt opgestuurd uit tijdschrift Blanco y Negro. Door een onbekende naar zijn zus. Met moeder Susana op een officiële ontvangst tussen talloos anderen bij Opa thuis. 1920. Drie jaar vóór Jorges geboorte. Hij beschrijft dan minutieus geuren stemmingen stilte het (gesloopte) huis haar sterftijd, de no-go-zone daarna. Hoe aandoenlijk zijn bijstelling hoe ze was na het opgestuurde fotoknipsel.

Een geweldig schrijver. Hij hoorde twee vrouwen een step-in op straat aanprijzen om de Floritures. Lol dat-ie had. Dat kan alleen in den Haag.

Tot besluit een strofe van Antonio Machado dat op zijn Haagse afscheidsavond in 1939 werd gedeclameerd:

‘En op de dag van de laatste reis
Wanneer het schip vertrekt dat nimmer weerkeert
Vindt u mij aan boord met vrijwel geen bagage
Bijna bloot als de kinderen van de zee.’ **


* Menno ter Braak besprak Eresoinka in 1938: http://dbnl.org/tekst/braa002vade07_01/braa002vade07_01.pdf
** blz 26, ‘Vaarwel heldere glans’ – Jorge Semprún 1998; uitg. Meulenhoff 1999 – vanwaar ook de foto’s en de aanhalingen.


Zie ook: http://www.nrcboeken.nl/r...elk-jaar-weer-de-dood-opvrijen

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 25 juni 2011


Geplaatst in de categorie: fotografie

2.9 met 12 stemmen 243



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)