Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

via bolcactus over Jack London veilig thuis

Vastberaden tast ik mij langs de spijlen en de reling een weg naar beneden in het trappenhuis. De tranen staan in mijn ogen. De vingers van mijn linkerhand omklemmen de pot van mijn lieve bolcactus. Ik hoor mezelf: ‘Jos nachtbeest je kunt zo niet langer. Doorzetten nu.’
Mijn lippen neus en handen zitten onder de stekels. En bloedrode pukkels. Van mijn plantje af blijven lukt gewoon niet. Dat is het probleem. Zo lief heb ik haar. Ik hoor ineens een stem. ‘Jos ga toch tafeltennissen. Misschien komt het nog goed met je.’

Ik herken die stem. Ton Mantoua.
‘Ton. Doe ik al. Dat weet jij toch.’
‘Nee’ klinkt Mantoua streng ‘dik onvoldoende. Je moet minstens een half uur per dag pingpongen. Om bij te blijven. Zelfs Ivo Niehe weet dat. Dan ga je vanzelf weer ruimer focussen. Op aangenamer stuff dan je stekelplantje.’ *
De afvalcontainer nadert. Vertwijfeld sta ik stil. Hoe hard valt dit. Een stem fluistert mij zacht toe ‘Hoeft toch niet meteen. Storten is zo definitief. Als ze maar het huis uit is. Zet haar ernaast.’

Ik ga overstag en plaats mijn bolcactusje naast de container.
Een glimmende Nissan Pixo komt tot stilstand voor mijn neus. Gierend in de nachtstilte. Raampje opent zich driftig. Binnen vlamt een deftige dame met schijnbaar onvervalste groene wimpers. ‘Wat doet uw huisvuil op ons trottoir? Hier houden we regels. We zijn geen vuilstortplaats.’
Ontzet antwoord ik rood aanlopend ‘Eminente Mevrouw, het is maar voor even. Anders gaat mijn plantje dood.’

Idioot - dat snap ik ook nog wel. Maar hoe breng je zo’n bolcactusje redelijk over? Daar zoekt men iets achter! Daar heeft men geen vrede mee! Inderdaad. Hoofdschuddend zegt de dame ‘op kantoor bel ik stante pede politie.' Ze scheurt weg.

Een Marokkaanse krantenjongen komt aanfietsen en geeft me de Volkskrant. ‘Dat heb-u dikverdiend. Zo vroeg op.’ Zegt-ie grijnzend.
Waaraan dan wel? Weet dat gassie veel. Op het bankje onder de lantaarn sla ik de krant open. Op V4/5 – wazige weidefoto met ongelijkmatige molshopen. Over twee bladzijden afgedrukt.

Dichterbij blijken het mensen die in gras liggen te slapen. Indrukwekkend. Angstaanjagend. Green Park zomer 1902 Londen. De poorten gingen om 04.45 open. Eerder dan die van andere parken. Daklozen de nacht doorgejaagd door politie vinden hier een gepermitteerde slaapplaats. Foto’s van Jack London zelf, de roemruchte linkse Amerikaanse schrijver. Uit een verzamelboek recent verschenen: ‘Jack London, Photographer’. Door Jeanne Campbell Reesman e.a. University of Georgia Press.

Ik herken die foto. Hoofdstuk 10, The People of the Abyss. Jack schreef die reportages in zes weken. Terwijl hij in het leven dook. Van Londens werklozen armelui en daklozen. En alle 20 hoofdstukken kunstig ook nog illustreerde met eigen levensechte foto’s. Het arme East-end met het rijke West-end contrasteerde. Onwaarschijnlijk knap. Alles te bekijken op internet.
Jack London stelde een zwerfgast uit de koloniën voor in een verlaten passage onder een gebouw te gaan slapen:
`Wot?' he answered, recoiling from me. `An' get run in fer three months! Blimey if I do!' – ‘Wat?’ deinsde hij verschrikt terug ‘en dan zeker drie maanden achter gaas gaan! Ik ben niet van de zotten!’

Het wordt licht en gelukkig heb ik mijn bovenkamer nog. Ik haast mij terug De telefoon gaat. Een meisjesstem zegt: ‘Bent u die van de bolcactus. Ja? Dan kunt u rustig gaan slapen. Ik heb haar gearresteerd. Bij mij is ze veilig.’


* Lees Mantoua tegen verouderingskwalen: www.nederlands.nl/nedermap/columns/column/128193.html?zoekresultaat=ja*


Zie ook: http://london.sonoma.edu/Writings/PeopleOfTheAbyss

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 10 september 2011


Geplaatst in de categorie: fotografie

3.8 met 5 stemmen 278



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)