Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Creatief met taal

Je ontkomt er bijna niet meer aan, in de moderne vergadering. De creatieve werkvorm. Met het uitdijen van communicatie en projectmanagement als professie is hier al menig boek over volgeschreven. De vergadering zelf is overigens zwaar op zijn retour. We zijn eerder deelgenoot van een inspiratiesessie, training, kick off, denktank of een start-up. Maar dit terzijde. Zit je daar eenmaal in, dan giet de facilitator - voorzitter is zo 2013 - je direct in een creatieve werkvorm. Knippen en plakken voor een moodboard, een voorstelronde met een talking stick, een line-upje, levend stratego, puzzelen, de stoelendans of de menselijke gordiaanse knoop, niets is ons te dol als het gaat om het lerend effect of de energie in de groep. Ik zeg ons, want ook ik maak me er schuldig aan. Had ik maar een – echt – vak moeten leren.

Een mooie werkvorm kwam ik nog niet zo lang geleden tegen. Mooie werkvormen zijn razend populair maar beperkt houdbaar. Als je ze wil gebruiken, moet je er dus snel bij zijn. Ik mocht samen met een meer ervaren coach een training 'Begrijpelijk schrijven' verzorgen. Zijn opwarmoefening en kennismakingsrondje ineen was de opdracht: wat vind je een mooi en wat vind je een lelijk woord?

De opdracht was niet al te ingewikkeld. Voor de deelnemers althans. Ze schudden de mooie en lelijke woorden zo uit hun mouw en beargumenteerden waarom ze dat vonden. Er ontstond naar aanleiding van de vondsten een levendige discussie over taal. 'De bijenkorf' noemde mijn collega dit achteraf. De bijenkorf is het gesprek tussen deelnemers onderling over het onderwerp, zonder interventie van de begeleider.

Ik zat niet in de bijenkorf. Ik vermoedde dat ik als laatste ook mijn vondsten mocht delen en piekerde mij suf op wat ik nou mooie en lelijke woorden vond. Ik groef in mijn geheugen, maar vond niets. Tot ik bij de woorden uit mijn kinderjaren aanbelandde. Het zijn geen Nederlandse, maar Brabantse woorden. De parels zitten, voor mij althans, in mijn moedertaal, het dialect waarmee ik ben opgegroeid. Ik had niet eens zo diep hoeven graven. Ze vormen al jaren ook het arsenaal voor wachtwoorden dat ik gebruik. Skottelslet (vaatdoekje), lulfiep (fantast), verrekt vèrreke (rotzak), klotvèger (ook rotzak). Ik word blij van deze woorden. Met een glimlach log ik in op de meest uiteenlopende sites en applicaties. Zelfs bij de Belastingdienst. Maar mijn digiD hou ik voor mezelf, als je het niet erg vindt. Ge wit oit noit nie.

Schrijver: de Thuistoerist, 10 maart 2014


Geplaatst in de categorie: taal

3.8 met 6 stemmen 310



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)