Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn van Gustaf Kreuz

Visvrienden

Visvrienden. Zelf heb ik ze nooit gehad. Maar tegenover mij wonen er een paar. Twee dus. Ze zijn zo onopvallend mogelijk gekleed en juist daardoor vielen ze me op. Met hun groene jassen en dito gekleurde petjes. Alles gefabriceerd van die akelige waterdichtige stoffen. Dat soort dat je op een afstandje hoort schuren, wanneer er geen regen is.

Want dat gebeurt natuurlijk ook, vissen zonder regen.

Het zijn zeer waarschijnlijk heel vriendelijke nette jongens,deze visvrienden. Deze column berust puur op observatie en conclusies. Zo zag ik tijdens een toevallige observatie, dat de heren in de vroege avond in actie kwamen. Een beetje zenuwachtig schuifelden ze over de stoep. Alsof de vissen hen anders al konden horen. In alle rust en perfectie laadden ze de kofferbak van een stationwagon vol. Niet een beetje vol. Maar de achterbanken gingen plat en de auto werd helemaal volgepropt.

Vakwerk dus.

Alle tassen en spullen hadden die schutkleuren. Waarom steken die jongens en hun spullen in van die vreselijk saaie kleuren? Misschien dat er daarom maar weinig vrouwen zijn die vissen? De garderobe wordt net iets te saai.
Maar ik heb bij de visboer weleens goed gekeken naar die scholfilet, haring en tonijn. Erg helder keken ze toch niet uit de ogen. Dat kan ook de te vroege dood en de bak ijs zijn geweest, waarin ze zijn geconserveerd. Toch kon ik me niet aan de indruk onttrekken, dat vissen buitengewoon goede ogen moeten hebben. En dat ze bij het minste of geringste aan vrolijke kleuren van je af zwemmen. Dat is wat de 'Visvrienden' me vertelden: Vissen is leuk, maar dat mag niemand zien.

Toch ben ik een stille fan van de jongens geworden. Maar ik heb ook andere dingen te doen. Dus ik was vanochtend niet om half vier achter de vensterbank gaan liggen. Dat mag u best weten. Ongetwijfeld zijn de vissers om een uur of vier op pad gegaan. Die indruk kreeg ik echter, toen ik ze 's middags dromerig over ons kruispunt zag staren. Ze staan dan meestal nog even 'na te kletsen'.

Over het vissen denk ik.

Meestal gaat er dan wel een hand naar de mond om een gênante geeuw te verbergen. Vissers geeuwen niet. Beroepscode denk ik.
Toch vereist vissen waarschijnlijk veel van de mens. Het is ontspannend. Maar wanneer je het echt goed wil doen en voor een mooie vangst gaat, moet je op het puntje van je klapstoel blijven zitten. Na een uur gereden te hebben op verlaten wegen sta je ineens in de kou. Met je laarzen vastgezogen in de drek. Heel de wereld nog op één oor. 

En dan, die eerste worp. De hengel recht op in de lucht, hand aan het katrol. Met een mooie elegante oefen zwiep, direct gevolgd door de worpzwiep. Het geluid van de dobber die door de lucht zweeft. Het ratelende geluid van het draaiende katrol. En uiteindelijk.. ver van de kant: De Plons.

Voor eeuwig visvrienden.

Het was weer genieten.

Schrijver: Gustaf Kreuz, 2 mei 2016


Geplaatst in de categorie: hobby

4.0 met 1 stemmen 187



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)